Appjes over tegenspraak
Ambtenaar werkt primair voor samenleving
Tekst Mark Frequin en Erik Pool
Erik Pool is programmadirecteur Dialoog en Ethiek ten behoeve van ambtelijk vakmanschap bij de rijksoverheid. Mark Frequin is voormalig topambtenaar, auteur van het boek Tegenspraak graag en hoofddocent van de masterclass Samenspraak en Tegenspraak van de onlangs opgerichte Publiek Denken Academie. Voor Publiek Denken hielden beiden hun app-wisseling over tegenspraak bij.
Mark Frequin
Beste Erik, Kern van het functioneren als ambtenaar is volgens mij dat je kennis en ervaring inbrengt voor de politieke besluitvorming. Je wordt geacht jouw kennis en ervaring in te brengen, ook al kan dat betekenen dat een bestuurder dat niet leuk vindt. Deel jij die opvatting? Het is een vorm van loyaliteit dat je die kennis en ervaring inbrengt. Dat maakt tegenspraak essentieel voor het ambtelijk vak. Tegenspraak is volgens mij per definitie loyaal. Loyale tegenspraak is dan toch “dubbelop”? Het kan wel lastig zijn om tegen te spreken, zeker als het een politiek bestuurder niet goed uitkomt. Kun je daar tegen grenzen van mogelijkheden aanlopen? Mogelijk ethische grenzen? Welke kunnen dat zijn? Wat mij ook bezighoudt, is of ambtenaren voldoende geschoold zijn om goed te kunnen tegenspreken. Het vraagt vakmanschap om zo tegen te spreken dat je niet jouw kennis en ervaring verstopt en tegelijk verbinding hebt en houdt met de politiek bestuurder. Daar mag meer aandacht in opleidingen aan worden gegeven. Mijn ervaring is overigens dat de gevoelsgrens voor tegenspraak niet alleen van een bestuurder kan komen maar ook van de ambtenaar zelf. Vaak willen wij niet worden gezien als dwarsligger en lastig. Liever worden wij gezien als coöperatief en een goede teamspeler. Tegenspraak is cruciaal en tegelijk moeilijk. Zeker als bijna voor alles openbaarheid geldt bij de adviezen die worden gegeven. Met tegenspraak-groet, Mark
Erik Pool
Mark, goede man, Je raakt onmiddellijk allerlei thema’s die om reactie vragen. Ja, ambtenaren maken met hun vakmanschap politieke besluiten mogelijk en uitvoerbaar. Dit werk, in dienst van de rechtsstaat, maakt het land bestuurbaar. Loyaliteit aan dit systeem, met oog voor wat burgers nodig hebben, is wat ambtenaren drijft. Dus ook in de tegenspraak. Met loyaliteit erbij wordt het hele fenomeen verdacht. Weg ermee. Eens. Herinner jij je nog de zes nobele motieven voor tegenspraak uit mijn Macht en moed-boek? Tegenspraak is nobel als je de leider wilt behoeden voor blinde vlekken, het gemeenschapsbelang vooropstelt of niet kunt zwijgen uit gewetensnood. Nobel is het ook als je tunneldenken bestrijdt, een zwaar gemoed met ironie verluchtigt of vecht voor de waarheid. In onze dialogen zien we deze motieven aan het werk. Natuurlijk lopen ambtenaren tegen grenzen aan. Maar het lijkt erop dat de grens allereerst in de eigen hoofden zit. Zie jij ook dat er uit vrees voor een boze bestuurder strategisch gedrag en zelfcensuur wordt ontwikkeld? Dat de loyaliteitseis te veel meegaandheid heeft gebaard? De meest heftige bezwaren worden soms verpakt in een kritische vraag, en dat was het dan. Dat is geen tegendruk bieden maar duiken voor verantwoordelijkheid. Begrijp jij hoe dat werkt? Je hebt gelijk dat je in verbinding moet blijven. Ga geen armpje drukken. Baseer je koppigheid op de ambitie om goed bestuur te bevorderen en schroom niet de bestuurder daarmee te confronteren. Het punt is wel dat de tegenspreker het in z’n uppie niet redt. Ambtelijke diensten moeten zich collectief mobiliseren en zichzelf een onbuigzame rechtsstatelijke ruggengraat geven. Is dat nu meer nodig dan vroeger? Als de opleiding van ambtenaren dat oplevert, ben ik voor. Maar leren doen mensen vooral midden in de werkpraktijk. Als ze op de werkvloer zelfbewustzijn, rechtsstatelijk gedrag en vrijmoedig spreken moeten ontwikkelen, moeten ambtelijke diensten lerende organisaties worden. Dan moet de angst eruit. En de discriminatie. En grensoverschrijdend gedrag. Leren kan niet in onveiligheid. Kunnen overheidsorganisaties zichzelf veilig maken? Willen politiek-bestuurders meehelpen? Zijn ze daar niet toe verplicht? Met loyale scherpte, Erik
Mark Frequin
Mooie reflectie, Erik. Dank, Inderdaad zit in de hoofden van veel ambtenaren terughoudendheid om tegen te spreken. Wij worden liever gezien als meedenker dan als tegendenker. Dat voelt als dwarsligger zijn. Terwijl het veel leuker is om gezien te worden als constructief, lees meedenkend of zelfs meebewegend. Natuurlijk kan de weinig uitnodigende opstelling van een bestuurder daarbij wel van grote invloed zijn. Belangrijk is inderdaad, dat stel jij goed, steun in de directe omgeving voor tegenspraak. Van ambtelijke bazen moet worden verwacht dat zij in moeilijke situaties voor hun medewerkers gaan staan. Van medewerkers moet geen moed worden verwacht. De leiding moet zorgen voor veiligheid. En als die ontbreekt, is tegenspraak eigenlijk ondoenlijk. En dat ondergraaft de kern van het ambtelijk vakmanschap. In het “plaatsvervangend” denken kom ik ook nog vaak tegen dat ambtenaren denken dat zij een minister uit de wind moeten houden. Natuurlijk is er loyaliteit naar bestuurders. Dat hoort bij goede samenspraak. Maar de primaire rolopvatting moet toch zijn dat je als ambtenaar voor de samenleving werkt? Ben jij in dat verband ook blij met de nieuwe eed/gelofte van ambtenaren die dat heel duidelijk maakt?! Met een samenspraak=tegenspraak-groet, Mark
Erik Pool
Sterk Mark… De link naar de nieuwe eed/gelofte. Het is een moreel anker voor de ambtelijke beroepsethiek. De tekst maakt duidelijk dat de Grondwet en het algemeen belang de morele bronnen voor het ambtelijk handelen zijn. De herziene Algemene wet bestuursrecht voegt daar nog aan toe dat de beginselen van behoorlijk bestuur meer tegenwicht moeten bieden tegen regeldrift en voorschriftverslaving. De wetgever maakt hier ruimte voor beroepsethisch ambtelijk handelen. Maar weet je wanneer dat mislukt? Als de werkethiek in de organisatie is beschadigd door onveiligheid en discriminerende teksten van de hoogste bestuurder. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat zit nu midden in dat probleem. Dacht jij daar ook aan toen je schreef dat ‘bazen in moeilijke tijden voor hun medewerkers moeten gaan staan’? Als medewerkers er niet zeker van zijn dat afkomst en geloof je niet tot outcast maken, kan de bestuurder niet blind vertrouwen op loyale ambtenaren. Er zijn inderdaad morele grenzen. Een bestuurder moet zelf voldoen aan de meest basale integriteitseisen. Dat is een beginsel van behoorlijk bestuur en een plicht uit de integriteitscode. Zolang dat niet is geborgd zijn er eerst correcties nodig, zichtbaar en effectief, door bestuurders onderling op basis van zelfreinigend vermogen. Loyaliteit moet wel van twee kanten komen, vind je niet? Of dreig ik met deze tegenspraak zelf een outcast te worden? Dat zou een fraaie tegenspraak-casus opleveren, zeg. En een urgente aanleiding voor een nieuwe app-wisseling! Met een verontrust gemoed, Erik
Wil je meer weten over tegenspraak en hoe je collega's of bestuurders beter van advies kunt dienen? Meld je dan aan voor de masterclass Samenspraak en Tegenspraak van de Publiek Denken Academie op 10 april of 16 oktober 2025 in Utrecht.
Deel dit artikel