SustainaBul
Welke school is de meest duurzame?
Tekst Dave Schut Beeld Marlise Achterbergh
Duurzaamheidscoördinator Marlise Achterbergh van Esprit Scholen weet uit eigen ervaring wat Leren voor Morgen betekent in de praktijk. ‘We steken ontzettend veel van elkaar op.’
Marlise Achterbergh roept andere scholen op om mee te doen aan SustainaBul
Voorheen was Marlise Achterbergh, docent bij Esprit Scholen, een groep van vijftien basis- en middelbare scholen in Amsterdam. ‘Ook in die tijd was ik al met duurzaamheid bezig, maar vooral in mijn eigen leven. Toen mijn zoontje geboren werd – ja, het is een beetje cliché – dacht ik: ik wil meer doen.’ Ze sloot zich aan bij Teachers for Climate en solliciteerde uiteindelijk naar de functie van duurzaamheidscoördinator bij Esprit. ‘Er waren ook sollicitanten met een technische achtergrond. Maar ze kozen voor mij, juist omdat ik uit het onderwijs kom. Ik voel een innerlijke drive. Duurzaamheid moet verankerd worden in het onderwijs, zodat we leerlingen opleiden tot planetaire burgers die begrijpen dat ze onderdeel zijn van een groter geheel.’
Docentennetwerk Inmiddels heeft Marlise binnen Esprit een Duurzaam Docentennetwerk opgezet, waar zo’n 43 docenten toe behoren. ‘We komen vier keer per jaar samen om ideeën uit te wisselen.’ Zowel Teachers for Climate, een netwerk van duurzame pioniers in het onderwijs, als Esprit Scholen is betrokken bij Leren voor Morgen. ‘Met Esprit doen we mee aan de SustainaBul, een duurzaamheidswedstrijd van Leren voor Morgen onder scholen. Iedereen vult een vragenlijst in en op basis daarvan ding je mee naar de titel van meest duurzame school of scholengroep.’
Whole School Approach Marlise heeft als duurzaamheidscoördinator in relatief korte tijd al veel voor elkaar gekregen. ‘Wij hebben er bij Esprit voor gekozen om zowel de ecologische als de sociale kant van duurzaamheid te benadrukken. We maken gebruik van de Whole School Approach. Dat is een raamwerk dat scholen ondersteunt om duurzaamheid structureel te verankeren. Je kunt het zien als een soort bloem, met in het hart van de bloem onze visie en daaromheen vijf verschillende bladeren: curriculum, pedagogiek en didactiek aan de ene zijde, en gebouw en bedrijfsvoering, professionele ontwikkeling en omgeving aan de andere zijde. De bladeren overlappen elkaar, vanwege de integrale aanpak. Het gaat nooit alleen over gebouwen of het curriculum, maar altijd over de samenhang tussen al die gebieden. Zo hebben we doelen en een tijdlijn kunnen opstellen.’
Nuttig en leuk Vervolgens kan via de SustainaBul concreet worden gemaakt hoe ver de organisatie al is, en nog belangrijker, zegt Marlise: de resultaten kunnen met andere deelnemers worden besproken. ‘Daarbij geeft Leren voor Morgen ons feedback. Er ontstaat vanzelf discussie tussen de verschillende scholen.’ ‘Zo was er bijvoorbeeld een scholengroep die wat verder was dan wij op het gebied van bedrijfsvoering, daar hebben wij veel van geleerd. En gisteren zei een andere duurzaamheidscoördinator nog dat hij juist veel van Esprit heeft opgestoken. Dit helpt ons allemaal om ons beleid aan te scherpen. We hebben ook een appgroepje samen.’ Marlise roept andere scholen op om mee te doen. ‘Het is niet alleen nuttig, het is ook nog eens leuk. We streven allemaal dezelfde doelen na.’ ◼
Deel dit artikel