De waarde van vele kleine druppels
Kunnen we met stadslandbouw het verschil maken in de voedseltransitie? Als we kijken naar het schaalverschil tussen stadslandbouwprojecten en het totale landbouwsysteem, dan lijkt dat een druppel op een gloeiende plaat. Maar als je in de wereld van stadslandbouw duikt, zoals ik toen we het Kennisplatform Stadslandbouw Nederland opzetten, ontdek je de potentie. De stadslandbouw is een beweging van onderop die bestaat uit heel veel mensen die met elkaar aan de slag zijn, vanuit de goede intentie om het leven beter te maken met elkaar. Van mensen die waarde hechten aan goed voedsel van dichtbij, en die met hun project ook bijdragen aan een socialere, veiligere en groenere leefomgeving. Niets nieuws, relativeerde de voorzitter van de landelijke vereniging van volkstuinders toen ik hem erover vertelde: wij doen al 100 jaar aan stadslandbouw. En dat is natuurlijk waar. Maar vanuit het kennisplatform willen we die beweging van onderop versterken. Dat doen we door samen te leren en te experimenteren, door uitwisseling met stadslandbouwprojecten in het buitenland, en door stadslandbouw te professionaliseren met kennis van de boer. Zo willen we onderzoeken wat die beweging ons brengt.
Jean Eigeman is voorzitter van Kennisplatform Stadslandbouw Nederland, waarin DuurzaamDoor partner is.
Duidelijk is dat stadslandbouw de verbinding tussen stad en boer weet te leggen. En daar is behoefte aan. In ons eerste experiment met de Zwolse Stadslanderijen ging het om het versterken van de relatie tussen boeren rond de stad en de mensen in de stad, om samen gezonder, ecologisch voedsel te maken. Want er zijn veel boeren die het anders willen: minder gif, een andere verhouding tussen dieren en plantaardig. Rondom steden zien we daardoor nieuwe partnerschappen ontstaan, waarbij boeren ontdekken dat stadslandbouwers niet altijd groene gekken zijn, maar soms ook gewoon heel veel weten van duurzaam verbouwen. En andersom komt er waardering voor de proceskennis van de boer. Voor een landelijke aanpak Voedsel van Dichtbij heb je die kennis en kennissen nodig. Door gebruik te maken van elkaars expertise kun je vernieuwen en verbeteren. Toen ik nog wethouder van Culemborg was, heb ik boeren laten meewerken aan een bestemmingsplan voor ruimtelijk gebied. Dat leverde een ander bermbeheer op, we gingen slootkanten anders gebruiken en op de uiterwaarden kreeg de natuur een grotere rol. Dat resultaat bereik je niet vanachter de tekentafel. Dus wat gaat het opleveren als mensen de ruimte krijgen om hun expertise in te zetten op nieuwe plekken? De stadslandbouwbeweging groeit van onderop. Covid heeft wat dat betreft een zeer positieve rol gespeeld: meer mensen hechten belang aan goede voeding en een groene leefomgeving. Dat maatschappelijke belang moet ook financiële waardering krijgen. Dan ontstaat ruimte om professionals te betalen die de projecten versterken en de waarde vergroten. En al die druppels bij elkaar kunnen nog wel eens grote impact hebben.
Deel dit artikel