Nationaal Groeifonds steunt Werklandschappen van de Toekomst
Startschot voor groene revolutie op bedrijventerreinen in Nederland
Tekst Ellen Röling Beeld Mark van Mast, BMD Parkmanagement BV
Vergroening van bedrijventerreinen kent vooral voordelen. Voor ondernemers, hun werknemers en omwonenden, maar ook voor de lokale overheden die daar alle belang bij hebben. Terreinen worden klimaatbestendig, duurzamer, gezonder, mooier en gezelliger en de biodiversiteit neemt toe. Daarom is het goed nieuws dat het Nationaal Groeifonds 26,2 miljoen heeft toegekend aan het programma Werklandschappen van de Toekomst om de vergroening verder op gang te brengen.
‘We maken een groen paradijs van bedrijventerreinen’
‘Vergroening van bedrijventerreinen is hoogstnoodzakelijk,’ stelt Jelle de Jong, directeur van IVN Natuureducatie, de initiatiefnemer van het programma. ‘Er ligt 100.000 hectare aan bedrijventerreinen in ons land, dat is net zoveel als alle natuurgebieden van Natuurmonumenten bij elkaar, en het aantal meters breidt zich snel uit door groei in de logistieke sector. 99 Procent van die oppervlakte bestaat uit staal en steen, slechts 1 procent uit “natuurlijke elementen”. Daardoor is 87 procent van de 3.500 bedrijventerreinen gevoelig voor wateroverlast bij heftige neerslag. Daarnaast is de verwachting dat ‒ als er niets verandert ‒ over 30 jaar de gemiddelde gevoelstemperatuur op een zomerse dag op een bedrijventerrein zal oplopen tot ruim 40 graden Celsius. Veel te warm om te werken. De enige logische conclusie is dat je die grijze terreinen niet meer moet willen in Nederland. We starten een groene revolutie: groene daken, groene gevels en – als het aan ons ligt – parkeerplekken stapelen in garages met gevelbegroeiing, zodat je de vrijkomende ruimte kunt gebruiken voor groen, wandelpaden en wadi’s om water op te vangen. Zo maken we een groen paradijs van onze versteende bedrijventerreinen met minder risico voor wateroverlast en hitte, en een veel aantrekkelijkere omgeving voor werken, wonen en recreëren, waardoor uiteindelijk ook de vastgoedwaarde van al deze panden toeneemt. Berekeningen laten zien dat deze vergroening flink bijdraagt aan de groei van het bruto nationaal product!’
Innovaties Vorig jaar sloeg een brede coalitie van zo’n dertig betrokken partijen, waaronder IVN Natuureducatie, DuurzaamDoor, overheden, koepelorganisaties van bedrijven en bedrijventerreinen, onderwijsorganisaties, en de groene sector, daarom de handen ineen om te komen tot het kennisprogramma Werklandschappen van de Toekomst. Jelle: ‘Met de middelen uit het Groeifonds gaan we op veertien plekken mooie en inspirerende voorbeelden creëren. Daar gaan we met drie universiteiten en vier hogescholen bewijzen wat de baten van vergroening zijn. We werken toe naar een gebiedslabel met een jaarlijkse rapportage over wat het groen oplevert. Daarnaast doen we een innovatietraject met de groensector om de beste groene oplossingen te selecteren, en helpen we met een arbeidsmarkt- en onderwijsaanpak, zodat er ook voldoende mensen zijn die de vergroening kunnen uitvoeren. Daarnaast betrekken we overheden om vergroening via beleid te stimuleren. Zo gaan we onder meer Green Deals (bestuurlijke overeenkomsten) sluiten met zes provincies.’
Kiem bij DuurzaamDoor De kiem voor Werklandschappen van de Toekomst ligt bij DuurzaamDoor. Als voorzitter van de participatietafel Natuurinclusief Bouwen van DuurzaamDoor ontmoette Jelle enkele van de huidige partners van het consortium. Ook DuurzaamDoor neemt deel. Adviseur Eric Gerritsen: ‘Wij denken bijvoorbeeld mee over de wijze waarop de werkorganisatie van het consortium, een stichting, gaat opereren.’ Het programma gaat in 2023 van start met dezelfde uitgangspunten als DuurzaamDoor: samenwerken en samen leren in publiek-private samenwerking om transities – in dit geval van grijs naar groen – verder op gang te krijgen. Eric: ‘We werken aan een eigentijdse organisatievorm, een niet-hiërarchische netwerkorganisatie waarbinnen professionals uit verschillende organisaties op gelijkwaardige en transparante wijze samenwerken in zogenaamde cirkels1 en samen bepalen wat de beste aanpak is. Als secretaris van de participatietafel Natuurinclusief Bouwen wil ik mijn DuurzaamDoor-ervaring inbrengen, het lerend vermogen van het consortium stimuleren en lessen ophalen: is die teamsturing in cirkels effectief? En als het werkt: wat zijn dan de randvoorwaarden? Met die kennis kunnen we andere initiatieven weer inspireren om hun eigen transitieproject te organiseren.’ Meer informatie: https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2022/10/21/kabinet-trekt-definitief-602-miljoen-euro-uit-voor-vijf-nationaal-groeifondsprojecten.
- Zie voorbeeld elders: https://www.groenecirkels.nl/storage/cms/files/downloads/nsob_essay_groene_cirkels_2019.pdf.
‘De transitie van grijs naar groen gaat niet vanzelf’
Ambtenaren onmisbaar De transitie van grijs naar groen gaat volgens Jelle niet vanzelf. ‘Ons doel is dat binnen 10 jaar minimaal duizend bedrijventerreinen (een derde van het totaal) meedoen met de groene beweging. Zonder betrokken ambtenaren die zin hebben om hier de schouders onder te zetten, krijgen we dat niet voor elkaar. De gemeente heeft veel belang bij vergroening. Ze is vaak de eigenaar van de openbare ruimte op bedrijventerreinen en heeft een ruimtelijk en economisch belang. Ook heeft ze een belang bij klimaatadaptatie en het creëren van een prettige woon- en werkomgeving. Daarmee is ze naast de ondernemers zelf een aangewezen partij om de beweging in gang te zetten. Wij kunnen gemeenten daarin ondersteunen met een integrale visie- en beleidsontwikkeling en met het vinden van goede samenwerkingspartners. De subsidie van het Nationaal Groeifonds mogen we niet inzetten om de groenprojecten zelf te financieren, maar we kunnen wel helpen met financieringsvoorstellen maken of om de benodigde middelen te vinden. Een voorbeeld: de gemeente Groningen had een potje van 20 miljoen voor rioolverbreding, maar besteedde 10 miljoen daarvan aan vergroening van bedrijventerreinen. Niet alleen is daardoor een deel van de rioolverbreding niet meer nodig, Groningen krijgt mooie groene terreinen met alle extra voordelen.’
Leuk en makkelijk Een vergroeningsproject vraagt volgens Jelle niet per se een grootse aanpak. ‘Je kunt klein beginnen met tegel eruit, plant erin, zodat mensen zien hoe leuk en makkelijk het is om te vergroenen. Het initiatief kan van de ondernemers zelf komen. Het is belangrijk dat de lokale overheid deze initiatieven ondersteunt. Dat ze naast het bedrijventerrein staat en meehelpt om er iets moois van te maken. Zo komt een beweging op gang waarbij groene bedrijventerreinen uiteindelijk het nieuwe normaal worden.’ ◼
Deel dit artikel