Voedsel dat van dichtbij komt
Een duurzame toekomst
Tekst Jelle van der Meulen Beeld Shutterstock
Lokaal geproduceerd voedsel dat van dichtbij komt, kan ons voedselsysteem duurzamer maken en onze gezondheid verbeteren. DuurzaamDoor werkt hard aan de ontwikkeling van een nationaal programma voor lokale voedselvoorziening.
De stadslandbouw zit in de lift
‘Mensen in de stad moeten weten waar hun eten vandaan komt’
In steden zien we een groeiende belangstelling voor stadslandbouw, met daken vol gewassen, volkstuinen en balkons vol planten. René Bruijns, secretaris van de Participatietafel Voedseltransitie bij DuurzaamDoor, benadrukt de voordelen: 'Lokaal voedsel is duurzaam, bevordert sociale samenhang en past zich aan het klimaat aan. We moeten stoppen met het uitputten van onze bodem en kunnen dat deels oplossen door lokaal te produceren en te consumeren.'
Kennis DuurzaamDoor werkt samen met Stadslandbouw Nederland aan een nationaal programma voor lokaal voedsel. René merkte op dat de initiatieven in gemeenten versnipperd waren en zegt: 'We boden ondersteuning met kennis, maar dat was niet genoeg. Het is tijd voor een nationaal programma om onderwijs en onderzoek erbij te betrekken.'
Jean Eigeman, voorzitter van Stadslandbouw Nederland, wil met het nationale programma de kloof tussen burgers en landbouw verkleinen. Hij benadrukt: "Mensen in de stad moeten weten waar hun eten vandaan komt en wat het betekent voor hun gezondheid. Stadslandbouw draait niet alleen om voedselproductie, maar verbetert ook de leefomgeving.'
Partijen verbinden Om het nationale programma vorm te geven, organiseerde DuurzaamDoor webinars, waaronder een over voedselraden en financiering van stadslandbouw. René legt uit: 'We brengen partijen samen om veelbelovende initiatieven te ondersteunen.'
Stadslandbouw Nederland heeft zich ontwikkeld van een netwerk naar een platform naar een nationaal programma. Jean benadrukt: 'Het programma moet alle partijen in de voedselketen verbinden, niet alles zelf doen.'
‘Op de huidige voet doorgaan gaat niet’
Leren van Vlaanderen Ter inspiratie keken René en Jean naar Vlaanderen, waar voedseltransitie al deel uitmaakt van gemeentebeleid. René pleit voor vergelijkbare regionale voedselstrategieën in Nederland. De belangstelling voor stadslandbouw neemt toe, vooral op lokaal niveau. Jean merkt op dat sommige gemeenten denken dat stadslandbouw de lokale voedselondernemers schaadt, maar René benadrukt dat het een aanvulling is. De gemeenteraad van Rotterdam heeft inmiddels ingezien dat stadslandbouw niet gebonden is aan politieke kleur, omdat het armoede kan bestrijden. En in Friesland is een sociale voedselzelfoogsttuin opgezet, waar klanten van de Voedselbank hun groenten kunnen oogsten. Dit initiatief combineert verschillende thema's.
Het huidige programma van DuurzaamDoor eindigt in 2024. René hoopt dat tegen die tijd de helft van de provincies en gemeenten voedselstrategieën en voedselraden in hun beleid hebben opgenomen. Hij beseft dat systeemverandering tijd kost.
80/20 Op de lange termijn, richting 2050, hopen René en Jean op minder vleesconsumptie en een grotere focus op het 80/20-principe: 80% plantaardig, 20% dierlijk voedsel, 80% lokaal, 20% globaal en 80% seizoensgebonden, 20% buiten het seizoen. Jean voegt toe dat landbouw en natuurbeheer niet tegenstrijdig hoeven te zijn, en dat voedselproductie weer deel kan uitmaken van de natuur.’◼
Deel dit artikel