Energieke samenwerking
Met focus op participatie
Tekst Marc Notebomer Beeld Shutterstock
De sociale kant van de energietransitie is een beetje een ondergeschoven kindje. Veel programma’s worden technocratisch ingestoken, terwijl ook het betrekken van de samenleving essentieel is om de energietransitie tot een succes te maken. De Participatietafel Energie van DuurzaamDoor heeft de afgelopen jaren hard gewerkt om juist die sociale kant voor het voetlicht te krijgen. De komende 2 jaar gaat ze daar mee verder. De focus? Local for local, inclusiviteit en het Opgroeirecht.
In de energietransitie werd vooral de technische kant ondersteund
‘Door een dialoog te organiseren,
kom je erachter
waar het schuurt’
Irma Straathof is secretaris van de Participatietafel Energie en sinds het begin bij de organisatie ervan betrokken. ‘De tafel bestaat sinds september 2018,’ vertelt ze. ‘Dat was in de tweede programmaperiode van DuurzaamDoor. In die tijd was de energiewereld in beweging: het Programma Aardgasvrije Wijken werd opgericht en het Nationaal Programma RES (NP RES) stond in de steigers. De energietransitie kwam in de fase van de lokale uitwerking.’ Al snel bleek: het technische plaatje is ingewikkeld, maar dat is uiteindelijk wel in te vullen. Irma: ‘Maar hoe het te organiseren en het samenspel tussen de partijen te verbeteren, daarop is nog veel te leren. Als je afspraken wilt maken, gaat het immers om het samenspel. En juist daar schuurt het vaak.’
Regio’s ondersteunen De Participatietafel Energie is in dat gat gestapt, vertelt Irma. ‘Met als richtpunt: participatie.’ Ze lacht: ‘We zijn niet voor niets een participatietafel. We zagen bijvoorbeeld aan het begin van het NP RES dat participatie bij de RES’en nog niet goed geregeld was. Vooral de geëigende partijen zaten aan tafel maar niet de inwoners. We zijn dat verder gaan onderzoeken, en hebben daarmee een kiem gelegd voor het landelijk netwerk participatie.’ ‘In 2021 startte de derde programmaperiode van DuurzaamDoor. Dat was een mooi moment om nog eens met elkaar in gesprek te gaan en ons nut te evalueren,’ gaat Irma verder. ‘We kwamen tot de conclusie: we zijn nog steeds nodig en onze aanpak werkt nog steeds. Elke keer pakt de Participatietafel iets bij de kop waar anderen (nog) niet mee bezig zijn. En er is een breed aantal organisaties aangesloten bij de tafel. Het zijn met name landelijke partijen, maar ook af en toe provincies, gemeenten en milieufederaties. Ieder jaar sluiten er organisch weer nieuwe partijen aan.’ Op die manier faciliteert de tafel samenwerking tussen partijen op het lokale niveau, zoals de burger, en nationale partijen, zoals kennisinstituten en ministeries. Irma: ‘We geloven erin dat door sociale innovatie de transitiebeweging kan worden versneld. Focus ligt op de samenwerking tussen leef- en systeemwereld. Als we constateren dat het op een bepaald punt schuurt, proberen we daar een impuls aan te geven. Waarna andere partijen het verder op kunnen pakken, als ze willen. Een plank over de sloot leggen, noemen we dit.’
Lokaal organiseren Zoals bij systeemintegratie en netinpassing bijvoorbeeld. Irma: ‘Zo’n 2 jaar geleden was daar al wel aandacht voor maar dat was nog vrij abstract en hoog over. Er waren ondertussen mooie publicaties waarin uitgelegd werd wat systeemintegratie was. Maar die gaven geen antwoord op de vraag hoe dit lokaal te organiseren. Waarom is het in de praktijk zo lastig? We zijn met koepelorganisatie Energie Samen in de regio gaan kijken: hoe leeft dit onderwerp, waar lopen de partijen tegenaan en wat kun je daarvan leren?’ ‘Het bleek onder andere dat betrokkenen elkaar niet konden vinden. Men moest rond de tafel maar dat gebeurde niet omdat dat extra tijd kostte en men elkaar niet kende. Het organiseren van systeemintegratie kost veel tijd, zonder een natuurlijke prikkel. Genoeg redenen om kansen te laten liggen, helaas. Op basis van onze bevindingen zijn Energie Samen en het NP RES nu aan het kijken op welke wijze de regio’s hierin ondersteund kunnen worden.’ In oktober van dit jaar heeft de Participatie-tafel plannen voor de komende 2 jaar gemaakt. Een van de hoofdlijnen is local for local: lokale energie lokaal invullen. Een tweede lijn is inclusiviteit. Wat hebben energie en inclusiviteit met elkaar te maken? Irma: ‘In de energietransitie kom je vooral het bekende publiek tegen: blank en hoogopgeleid. Maar weinig inwoners met een andere achtergrond, bijvoorbeeld. En ook jongeren missen we aan tafel. Terwijl het belangrijk is om de volle breedte van de samenleving in onze beleidsprocessen en besluitvormingsprocessen te betrekken. Een van de onderwerpen waarop we ons gaan richten is: energiearmoede. Er zijn ondertussen verschillende nationale en lokale instrumenten om mensen met energiearmoede te helpen. Als je het echter aan de doelgroep vraagt, blijkt dat deze instrumenten vaak niet aansluiten. De mensen die in armoede leven worden zelden betrokken in de beleidsprocessen die uiteindelijk tot deze instrumenten of tot maatregelen in hun wijk leiden. In het lopende onderzoek wordt gekeken hoe deze groep beter aan kan sluiten en wat daarvoor nodig is.’
Cocreatie Zoals bij alle initiatieven van de Participatietafel gebeurt dat in verbinding en cocreatie. Onder andere met Klimaatverbond Nederland, een vereniging van lokale overheden die werkt aan klimaatmitigatie en -adaptatie. ‘De werkwijze van de Participatietafel sluit goed aan bij onze manier van werken,’ zegt Dieuwertje Walch, inhoudelijk medewerker bij Klimaatverbond Nederland. ‘We zien onszelf als wegbereiders. Samen met partners pakken we belangrijke onderwerpen aan die van anderen weinig aandacht krijgen. Ook de sociale kant is voor ons van belang: je kunt nog zo’n goed instrument bedenken maar je moet er wel voor zorgen dat die in organisaties kan landen.’ Als het gaat om energie, ziet Dieuwertje een kloof tussen de aanpak van gemeenten en de inwoners die door energiearmoede worden getroffen. ‘Met de Participatietafel willen we die kloof dichten,’ zegt ze. ‘Onder andere door Sterk uit Armoede erbij te betrekken. Dat zijn mensen die uit eigen ervaring spreken en energiearmoede heel anders benaderen dan de gemiddelde ambtenaar dat doet. Samen met LSA bewoners gaat Sterk uit Armoede kijken: wat is de behoefte van inwoners en hoe kunnen gemeenten daar beter op inspelen?’ ‘Als vereniging van en voor overheden kijken wij op onze beurt: hebben gemeen-ten energiearmoede in beeld, zijn er goede voorbeelden van een efficiënte aanpak en waarom zijn dat goede voorbeelden? Vervolgens willen we dat tot concrete aanbevelingen verwerken.’
Opgroeirecht Nog een onderwerp waarmee de Participatietafel Energie aan de slag gaat de komende tijd, is het Opgroeirecht. ‘Dat is kort gezegd het recht van organisaties om naar volwassenheid te groeien, legt Irma uit. ‘Al in 2014 – toen er allerlei energiecoöperaties startten – kregen we signalen van hen en van gemeenten. De bewonersinitiatieven zeiden: we zijn met de gemeenten in gesprek, maar we krijgen geen ruimte om een project uit te voeren. En de gemeenten gaven aan: er komt een initiatief binnen maar we hebben geen beeld van wie het is, wat ze kunnen en wie hun achterban is. In de warmtetransitie zie je dat opnieuw. Er zijn bewonersinitiatieven die met de warmtetransitie aan de slag willen. Zoals in Wageningen waar inwoners zelf een warmtenet willen aanleggen en exploiteren. Er was kennis en kunde in de wijk, maar voor de gemeente was het de vraag hoe serieus het was. Inmiddels is het uitgegroeid tot een mooi initiatief, mede dankzij de ruimte die samen is gezocht.’
Dialoog ‘Je kunt van initiatieven niet verwachten dat ze vanaf het begin als gelijkwaardige partner functioneren,’ gaat Irma verder. ‘In de exploitatie en het beheer van een warmtevoorziening moeten ze nog groeien. Aan het Opgroeirecht willen we vanaf januari handen en voeten gaan geven. In samenspraak met gemeenten en coöperaties natuurlijk. We moeten met hen het gesprek aangaan; de dialoog organiseren. Zo komen we erachter waar het schuurt en wat er nodig is om verder te komen.’ ◼
Deel dit artikel