Neutrale blik en inzicht in de samenleving
Tekst Maurits van den Toorn Beeld Shutterstoc
Wat kunnen DuurzaamDoor en de wetenschap voor elkaar betekenen? Veel, zo blijkt uit een tweegesprek over de relatie daartussen met Tine de Moor en Stephan Jenniskens. Tine is hoogleraar aan Rotterdam School of Management van de Erasmus Universiteit en initiatiefnemer van CollectieveKracht, een platform voor burgercollectieven. Stephan is strategisch adviseur X Lab bij RVO.
‘Als wetenschappers
zijn we soms
een beetje streng’
De wetenschap heeft DuurzaamDoor een aantal zaken te bieden, stelt Tine. ‘De universiteit kan zich als een van de weinige partijen neutraal opstellen in het maatschappelijk debat. Wetenschappers kunnen ongekleurd en met nuancering naar een probleem kijken; lobbygroepen, politieke partijen en andere organisaties hebben altijd belangen of kijken met een ideologisch perspectief.’ ‘Samenhangend daarmee is dat we vanuit de wetenschap evidence-based materiaal en kennis hebben waarmee we burgercollectieven, zoals die deelnemen in het platform CollectieveKracht, kunnen ondersteunen bij hun ontwikkeling,’ aldus Tine. ‘Wetenschappers kunnen ook goed definiëren waar het in zo’n collectief eigenlijk over moet gaan. Een beetje streng zijn vanuit de wetenschap voorkomt daarbij dat het begrip burgercollectief overenthousiast en ongenuanceerd wordt gebruikt; het is bijvoorbeeld iets anders dan een tijdelijk burgerinitiatief. Dat “streng zijn” geldt trouwens ook voor wetenschappers zelf: wetenschappers zijn “hyperspecialisten” die niet overal op onderbouwde wijze wat over kunnen vertellen, maar vanuit hun expertise wel vaak kunnen meedenken op een metaniveau. We moeten soms nee zeggen en ons weerhouden om over zaken buiten ons expertisegebied uitspraken te doen, maar ook meer moeite doen om de verbindingen met andere terreinen aan te gaan.’ Anderzijds kan DuurzaamDoor de wetenschap helpen. Tine: ‘Wetenschappers vormen een apart slag mensen, ze zijn intrinsiek zo gemotiveerd dat ze in weekenden en vakanties gewoon doorgaan met hun onderzoek, maar om dat te kunnen doen zijn goede relaties met de organisaties die zij onderzoeken noodzakelijk. Samenwerken met een programma als DuurzaamDoor kan ervoor zorgen dat wetenschappers gemakkelijker aansluiten bij wat er leeft in de samenleving.’
Parallel Stephan is het met Tine eens. ‘We hebben als overheid een belang en zijn niet neutraal. We moeten altijd de afweging maken tussen het helpen van individuele burgers en beleid. Om bij de transities toch een neutrale blik te hebben is de wetenschap belangrijk; de nuancering die de wetenschap biedt houdt ons scherp en helpt om uit te vinden waarom iets werkt. Ik wens DuurzaamDoor daarom die wetenschappelijke houding toe, samenwerking met de wetenschap in de uitvoering kan daarbij helpen. En inderdaad, wij hebben toegang tot casussen en die vormen grondstof voor wetenschappers om te onderzoeken. Anderzijds zijn de (uitvoerings)kennis en de ervaringen van DuurzaamDoor te gebruiken om het platform CollectieveKracht te ondersteunen. Zo kunnen we elkaar dus op meerdere vlakken versterken.’ Tine: ‘Er is een parallel tussen beide: in de wetenschap doen we experimenten om wetenschappelijke inzichten te testen, DuurzaamDoor doet experimenten om maatschappelijke ideeën te testen. We kunnen elkaar in the middle ontmoeten zodat we als wetenschappers de data van DuurzaamDoor kunnen gebruiken maar die inzichten ook weer teruggeven aan de maatschappij zodat het maatschappelijk experiment ook meer kansen op slagen krijgt.’ ‘We hebben als wetenschappers een dubbele positie,’ zegt Tine. ‘Als je met historische data werkt, wordt de bias van het onderzoek je opgelegd doordat historische data altijd incompleet zijn. Je moet het doen met wat er is en wat je kunt vinden; er zijn altijd blinde vlekken. Als je als sociale wetenschapper te werk gaat, kies je zelf je bias en bepaal je grotendeels zelf wat je blinde vlek is door de keuzes die je maakt in wat je onderzoekt.’ ‘Die twee aspecten – verleden en toekomst – komen ook terug bij het onderzoek naar de transitie en de burgercollectieven. Enerzijds gebruiken we bestaand materiaal als basis voor onderzoek, met eventuele hiaten daarin, anderzijds confronteren we in CollectieveKracht mensen met potentiële problemen die ze kunnen verwachten en leveren we tools waarmee ze die zelf kunnen onderzoeken, zodat ze ook meer evidence-based beslissingen kunnen nemen. Je moet als wetenschapper in feite achteruit en vooruit kunnen denken. Dat is best een lastige opgave, maar het is ook spannend.’ Stephan: ‘Wij moeten met DuurzaamDoor de casuïstiek zien te verbinden met het beleid. Vanuit de uitvoering leren wij van de ervaringen van mensen. Wij hebben de rol die signalen uit de samenleving terug te koppelen naar de politieke arena. Van boven naar beneden functioneert het bij de overheid in principe wel, er wordt beleid ontwikkeld en daarna volgt de uitvoering. Van beneden naar boven is lastiger: maatwerk is vaak een sluitstuk als beleid niet blijkt te werken, leren van maatwerk hoe beleid anders moet, dat is de uitdaging. We moeten leren hoe we dat doen, zodat het beleid op basis van de casuïstiek kan worden aangepast. Evidence-based werken draagt daaraan bij. Dat is bij de overheid nog onvoldoende ontwikkeld, de wetenschap kan daarbij helpen.’
Goed Werk in Duurzaamheidstransities In DuurzaamDoor ontwikkelen we allerlei soorten kennis: van wetenschappelijk onderzoek en stappenplannen tot praktijkverhalen. Al die soorten kennis hebben we nodig. Maar ze hebben ook hun voor- en nadelen. Het praktijkverhaal sprankelt vaak van het enthousiasme, maar is bijzonder contextspecifiek. Je voelt als het ware het moeras (zie plaatje hieronder) waar degene in staat. En als je als lezer ermee aan de slag wilt gaan, dan zul je zien dat er een behoorlijke kloof is tussen jouw context en de context van het verhaal dat je inspireerde. Een evidence-based theorie is ook lastig om aan te laten sluiten op jouw context, want die mist, hoe goed geschreven ook, vaak die sprankelende energie waarop je aangaat. Als je vanuit de wetenschappelijke theorie je praktijk wilt analyseren, dan kijk je vanaf de hooglanden (zie figuur). In een persoonlijke, actieve dialoog weten wij die middenweg goed te vinden, maar dat is lastiger via publicaties. Gebaande paden, zoals handboeken of stappenplannen, zijn nauwelijks te maken omdat we in een transitie zitten, waarbij het pad op voorhand onvoorspelbaar is. We zijn als maatschappij hard op weg om gebaande paden te maken voor die transitiedoelen. Tegelijkertijd zien we dat de verbinding tussen dat moeras en de hooglanden hard nodig is om te checken: klopt dit gebaande pad? Het werkschrift Goed Werk in duurzaamheidstransities (Duurzaamdoor.nl/werkschrift) helpt je om dat pad te checken.
Pingpong Tine vult aan: ‘De wetenschap kan ook helpen voorkomen dat beleidsbeslissingen worden genomen op basis van puur persoonlijke ervaringen van politici. Een onderwerp komt nu soms op de politieke agenda omdat een politicus iets heeft meegemaakt en daar een issue van maakt. Om dat te voorkomen is een soort pingpong tussen wetenschap en politiek wenselijk. Daarbij zegt de wetenschap niet wat je moet doen, dat is een zaak van de politiek, maar je kunt op die manier wel beter bepalen wat het algemeen belang is.’ ◼
Deel dit artikel