Ervaringsverhalen
Bij RVO ondersteunen we duizenden projecten rond energie en klimaat. We willen ertoe doen: impact maken. Voor het leeuwendeel van die projecten is die impact meetbaar of aannemelijk te maken. Dat komt omdat vaak van tevoren al vaststaat waar een project toe moet leiden en wat de route is. Soms hebben we daarin een advies- en expertrol, soms zijn we uitvoerend, soms geven we ondersteuning bijvoorbeeld aan gemeenten en provincies om tot een Regionale Energiestrategie te komen. Onze impact kan worden afgeleid uit het eindresultaat. Maar exact vaststellen hoe groot die impact is, blijft moeilijk. Wat heeft ons advies bijvoorbeeld bijgedragen?
Aan het roer staan Bij een handjevol kennisprogramma’s, waaronder DuurzaamDoor, ligt dat nog genuanceerder. DuurzaamDoor neemt de aarde, de bron van ons bestaan, als uitgangspunt: hoe kunnen we duurzamer leven, produceren en consumeren? Het mooie van DuurzaamDoor is dat het programma niet adviseert, niet dingen voor de samenleving doet, maar krachten in de samenleving weet te mobiliseren rond verduurzamingsthema’s door partijen bij elkaar te brengen, aan tafels en binnen netwerken. Als ik een ding zeker weet: zonder samenwerking in netwerken gaan we complexe transities als klimaat en energie niet redden. Ik zie een duidelijke trend dat de overheid niet alles zelf meer kan en hoeft te bedenken. Mensen willen zelf verantwoordelijkheid nemen voor hun leefwereld en zelf aan het roer staan. Daarnaast is de complexiteit van vraagstukken veel te groot om het als partij alleen te doen. Dan ontkom je er niet aan om rond complexe opgaven partijen samen te brengen en die met elkaar te verbinden, zodat je samen stappen kunt zetten. Netwerken spelen dus een essentiële rol. Hoe moeilijk dat soms misschien ook kan zijn in onze steeds verder polariserende samenleving, waar mensen en groepen elkaar niet meer vinden en soms lijnrecht tegenover elkaar staan. Daarom ben ik blij met een club als DuurzaamDoor die meebouwt aan die netwerksamenleving en mensen met verschillende perspectieven bij elkaar aan tafel zet en naar elkaar laat luisteren.
Verhaal Er is een Joods gezegde: als je het wilt weten, vertel ik het je. Als je het wilt snappen, dan leg ik het uit. Maar als je het wilt begrijpen, dan vertel ik je een verhaal. Op het moment dat je elkaars verhalen leert kennen, dan komt er begrip. Je ziet het vraagstuk vanuit een nieuw perspectief en je voelt de emotie, de betrokkenheid en de passie van de verteller. Je ziet waar de verteller staat, ook al sta je er zelf heel anders in. Door daarover met elkaar het gesprek aan te gaan, ontstaat ruimte om samen te kijken of er een nieuw gezamenlijk verhaal naar de toekomst mogelijk is. Een verhaal dat ruimte biedt voor alle andere verhalen en waarin iedereen tot z’n recht komt. Hoe krachtig dat is, ervoer ik op een bijeenkomst van DuurzaamDoor over Stadslandbouw in Almere. Ik was daar gevraagd als moderator. Wat zeker iets te maken zal hebben met mijn achtergrond bij het ministerie van LNV en mijn inzet voor meer biologische landbouw en zorglandbouw. Ik trof daar ongelofelijk geëngageerde mensen die de landbouw duurzamer willen maken en dichter bij de mens willen brengen, maar die dat alleen niet voor elkaar krijgen: mensen van koepelorganisatie Stadslandbouw Nederland, burgerinitiatieven, kennisinstituten, onderzoekers, gemeenten en het ministerie van LNV. Ofwel alle partijen die je nodig hebt om stappen te maken. De kwaliteit van DuurzaamDoor is dat het team een mooie krachtige leeromgeving creëert, een omgeving waarin mensen uitgedaagd worden hun eigen verhaal in te brengen, hun eigen verantwoordelijkheid te nemen en hun perspectief te verbreden. Er ontstond een prachtig gesprek. Door naar elkaar te luisteren en mee te kijken vanuit een ander perspectief was er aan het einde van de bijeenkomst door iedereen heel veel geleerd. Ook was er een gevoel van gezamenlijkheid en de wil om samen verder op te trekken.
Barto Piersma is directeur Nationale Programma’s bij RVO.
Impact De impact? In het prille netwerk rond de stadslandbouw zie ik het voor mijn ogen gebeuren. Deelnemers voelen zich gezien en gesterkt: ze zien hun eigen rol en positie en weten wat ze te doen staat. Ik zag ook dat verschillende waardes van landbouw worden meegenomen. Niet alleen landbouw als economische waarde, maar ook als verbinding tussen samenleving en natuur, als plek waar overspannen managers weer tot zichzelf kunnen komen, als omgeving waar kinderen zien waar voedsel vandaan komt. Ik zag deelnemers die van elkaar leren: de aanwezige burgerinitiatieven vertelden elkaar hoe je de verantwoordelijk wethouder kunt benaderen, anderen spraken af om eens bij elkaar te komen kijken. Er ontstond handelingsperspectief. Niet alleen voor alle deelnemers, maar ook voor het collectief en voor het lerende netwerk dat was ontstaan. Dan kun je je natuurlijk afvragen: is dat de impact van DuurzaamDoor? Of is het de verdienste van degene die aan de slag is gegaan? Ik ben zelf leraar van huis uit, onderwijskundige, en ken dat dilemma. Ik kon een heel krachtige leeromgeving bieden, maar het kind moet het zelf doen. Als het niet leert, dan heeft die leeromgeving weinig nut. Maar als het kind wel hard studeert en een diploma behaalt, dan is dat primair de verdienste van het kind. De impact van DuurzaamDoor laat zich net zo lastig vastpakken. Maar die zie je wat mij betreft wel terug in de verhalen. Verhalen van mensen die elkaar via DuurzaamDoor hebben ontmoet en samen stappen hebben gezet, verhalen over nieuwe initiatieven en netwerken, en ervaringsverhalen over hoe je effectief samenwerkt in netwerken en de volgende stap kunt maken. Dat is voor mij de impact van DuurzaamDoor.
Deel dit artikel