Meerdere gedachten, een stem

De democratie laat zich niet in een hokje vangen

Tekst Paul Iske Beeld Shutterstock

Verkiezingen worden vaak gezien als het moment waarop burgers hun invloed laten gelden. Een stem, een vakje, een keuze en klaar is de democratie. Maar zo eenvoudig ligt het niet. Achter dat ene rode hokje schuilt een denkproces vol nuance, twijfel en afwegingen dat in het huidige systeem nauwelijks recht wordt gedaan. Hoe zou dat het anders kunnen?

‘Veel kiezers kunnen zich dus niet volledig identificeren met een partij’

Laat ik bij mezelf blijven: de verkiezingen voor de Tweede Kamer van 29 oktober 2025 zijn een mooi voorbeeld. Aan deze verkiezingen deden maar liefst 27 partijen mee. Maar ik mag tijdens verkiezingen maar een vakje aankruisen. Hoewel kiezers sterk van elkaar verschillen, loopt de band met politieke partijen uiteen. Aan de ene kant zijn er degenen die zich al jarenlang aan een partij verbonden voelen en daar vanzelfsprekend op stemmen. Aan de andere kant staan de zwevende kiezers, zonder vaste voorkeur, die hun keuze laten afhangen van het moment of van een specifiek thema. De meesten bevinden zich ergens daartussenin. Veel kiezers kunnen zich dus niet of nauwelijks volledig identificeren met een partij, maar worden in het stemhokje toch gedwongen een keuze te maken. Daarmee doen we geen recht aan het complexe besluitvormingsproces dat op individueel niveau plaatsvindt.

Stemhulp Als je wilt, kun je hulp krijgen via allerlei tools, zoals Stemwijzer, Kieskompas en sinds kort ook AI-gebaseerde assistentie, zoals VerkiezingsGPT en Zweefhulp. De laatste naam is interessant, want die suggereert dat je hulp krijgt bij het zweven, terwijl het juist de bedoeling is dat de kiezer “landt” bij een partij. Uiteraard heeft iedereen een mening over de AI-hulpjes en dat is terecht, want hiermee zijn al diverse verkiezingen in het buitenland beïnvloed op een wijze die wij niet acceptabel vinden, zoals in India waar een deepfake van de overleden Karunanidhi is ingezet om zijn zoon aan stemmen te helpen. Maar al die tools kunnen niet voorkomen dat de uitkomst van het keuzeproces een partij is. Wanneer het gaat om presidentsverkiezingen, kan ik me daar nog iets bij voorstellen, maar niet bij parlementsverkiezingen in ons land, waar je doorgaans een coalitie op basis van de meerderheid krijgt.

Rechtlijnig Eigenlijk werkt het keuzeproces bij mij — en vermoedelijk bij veel anderen — helemaal niet zo rechtlijnig als het lijkt. Er zijn bij vrijwel alle partijen standpunten waar ik me wel in kan vinden, maar ze willen ook dingen die mij minder aanstaan. Op basis daarvan heb ik misschien wel een voorkeur voor partij A, maar die is niet zo uitgesproken dat ik partij B ook niet in de regering zou willen. En een beetje C zou ook kunnen, als het maar niet D of E wordt, want met die partijen ben ik het vrijwel oneens op alle punten. Maar als ik voor A kies, worden alle andere partijen gelijkelijk behandeld. Partij B, met wie ik mij ook behoorlijk identificeer, wordt gelijkgesteld met partij E aan wie ik een bloedhekel heb. Ook kan het gebeuren dat bij heel veel mensen de keuze net naar dezelfde partij neigt, zodat die een overdreven groot aantal stemmen krijgt ten opzichte van een andere partij die mensen in principe ook een plekje hadden gegund, maar waarvoor ze dus niet de kans krijgen. Het is als een kiesdistrictstelsel waar in de meeste districten een partij een nipte meerderheid boekt en dan alle stemmen uit dit district krijgt.

‘Het kiesproces heeft baat bij een meer gepersona­liseerde aanpak!’

Punten Uiteindelijk wordt mijn hele denkproces dus teruggebracht tot het aankruisen van een vakje. Maar de redenen waarom ik dat doe, verschillen waarschijnlijk sterk van die van andere kiezers die hetzelfde vakje aankruisen — en daardoor voel ik me minder goed vertegenwoordigd. Natuurlijk is het onmogelijk om voor iedereen een partij te creëren die op alle onderwerpen hetzelfde standpunt inneemt, maar een middenweg zou denkbaar moeten zijn. Waarom krijg ik niet optioneel een aantal punten die ik kan verdelen over partijen waarin ik me meer of minder kan vinden? Bijvoorbeeld 3 punten voor mijn favoriet, 2 voor de nummer twee en 1 punt voor mijn derde keuze. En als we toch bezig zijn, waarom dan ook niet een strafpunt voor de partij die ik absoluut niet zie zitten? Daarmee krijg je een profiel waarin ik mezelf wel herken. Wellicht kan dit helpen voorkomen dat mensen zich niet meer herkennen in de politiek en afstand nemen. Een ander argument voor deze aanpak is de grotere invloed die je als kiezer krijgt op de coalitievorming. Zeker wanneer je op een middenpartij stemt, kan het gebeuren dat jouw partij in een meer links of een meer rechts georiënteerde regering terechtkomt. Door aan meerdere partijen stemmen te geven, kun je duidelijk maken naar welke kleur coalitie je voorkeur uitgaat. Je stemt dus als het ware niet alleen op een partij maar ook op een coalitie naar voorkeur.

Toekomst Daarnaast heb ik nog een suggestie, die gezien mijn leeftijd (60-plusser) niet noodzakelijker­wijs in mijn eigen belang is. Wat mij betreft zouden we kunnen onderzoeken of het wenselijk is om het gewicht van een stem af te laten hangen van de leeftijd. Vaak worden door het parlement en de regering wetten gemaakt, goedgekeurd en (hopelijk) uitgevoerd, die impact hebben op de lange termijn. Soms gaat het over zaken die invloed hebben op de verre toekomst, die gezien de huidige gemiddelde levensverwachting verder ligt dan dat ikzelf zal meemaken. Het lijkt mij redelijk dat degenen die het meest geraakt worden door de toekomst daar ook het meeste over te zeggen hebben. De Brexit is daarvan een mooi voorbeeld. De voorstemmers waren gemiddeld een stuk ouder dan degenen die tegen waren. Velen daarvan leven niet eens meer. Het was natuurlijk ook suf dat veel jongeren niet gestemd hebben. Natuurlijk kun je op meer manieren differentiëren: er zijn genoeg onder­werpen waar mensen over stemmen die er weinig van weten, of waar ze nauwelijks door geraakt worden – en dat vinden we ook prima.

Gepersonaliseerde aanpak Ik wil het niet moeilijker maken dan het is en zeker niemand uitsluiten, maar samen­vattend ben ik wel van mening dat mensen die goed hebben nagedacht over hun positie, het recht hebben om hun denk­proces vertegenwoordigd te zien in hun keuze. Je kunt je afvragen of het partijen­systeem hier wel voor toegerust is en je je niet op individuele onderwerpen zou moeten kunnen uitspreken. Maar zolang we met een systeem te maken hebben dat is gebaseerd op partijpolitiek, is het de moeite waard om naar varianten te kijken die meer het gevoel geven dat jouw genuanceerde, weloverwegen, goed geïnformeerd keuzeprofiel tot zijn recht kan komen. Het kiesproces heeft baat bij een meer gepersonaliseerde aanpak! ◼

Paul Iske is hoogleraar Open Innovation & Business Venturing aan Maastricht University en oprichter van het Instituut voor Briljante Mislukkingen, waar hij zich richt op diensten- en sociale innovatie.

Deel dit artikel