Tekst Gert Riphagen

Als kind was ik gefascineerd door encyclopedieën. Mijn ouders hadden in de boekenkast de ‘Moderne W.P. in kleuren’ uit 1967 staan. Dat exemplaar heb ik destijds, in de verder overigens karig gevulde boekenkast, stukgelezen.

De schier oneindige beschrijvingen en de sprekende illustraties openden voor mij een geheel nieuwe wereld. Een wereld waarin ik toen nog niet veel verder was gekomen dan jongensboeken als Pietje Bell, de Vijf, de Kameleon en de boeken van Karl May over het Amerikaanse Wilde Westen: de W.P.-encyclopedie was voor mij destijds de heilige graal van kennis.

Kringloopwinkels Papieren encyclopedieën hadden in het pre-internettijdperk een enorme statuur. Colporteurs verkochten aan huis meerdelige encyclopedieën als de Winkler Prins en de Nederlandstalige Larousse. Op afbetaling, elke maand kreeg je dan een deel toegestuurd. Informatie die nu slechts een druk op de knop vergt, kwam toen in 18 tot 24 maanden binnen. Das war einmal. Vandaag de dag nemen kringloopwinkels en tweedehandsboekenverkopers deze reeksen niet eens meer aan. Ze vormen allang niet meer de heilige graal van kennis en informatie, ook al heeft Wikipedia die rol online deels overgenomen.    De legende van de heilige graal is eeuwenlang verteld en herverteld. De middeleeuwse koning Arthur ging met zijn ridders op zoek naar de verloren graal, die naar verluidt het bloed van Jezus bevatte. De bezitter van de graal beschikt volgens de legende over bovennatuurlijke krachten. De uitdrukking “streven naar de heilige graal” wordt ook wel vertaald als streven naar iets dat niet mogelijk is of lijkt.

AI De heilige graal anno 2025 heet artificial intelligence (AI), oftewel kunstmatige intelligentie. Er gaat geen dag voorbij of we hebben het over AI. In ons werk, in onze privésituatie. Het is na de komst van het internet en de smartphone, inclusief sociale media, de derde digitale revolutie die we in korte tijd beleven. AI draagt enorm bij aan een brede verspreiding van kennis, online te raad­plegen op onze smartwatch, smartphone, tablet, laptop of desktop. Bij Google verschijnt sinds kort bij elke vraag eerst een door AI gegenereerd samenvattend antwoord.

Kringloopwinkels Maar is AI de heilige graal? En zo ja, tegen welke prijs? Ik verlang geen moment terug naar het tijdperk zonder kunstmatige intelligentie. Als AI sneller en beter diagnosticeert dan een arts, maak er gebruik van. Recent voelde ik mij in San Francisco enorm veilig tijdens een drie kwartier durende rit op de achterbank van een chauffeurloze computergestuurde taxi. Tegelijkertijd jaagt AI nepnieuws aan en zet ze op sociale media mensen tegen elkaar op. AI “verfijnt” drone- en raketbombarde­menten in oorlogsgebieden, niet echt fijn dus. We moeten de mogelijkheden van AI blijven onderzoeken en tegelijkertijd moeten we kritisch blijven over de resultaten. En proberen regels te maken om uitwassen te bestrijden. Beperk ik me tot mijn expertise, het schrijven en redigeren van teksten, dan is AI inmiddels al onmisbaar geworden. Vrijwel iedereen maakt er gebruik van: om ideeën te genereren, om teksten te maken en om het eindresultaat te controleren. Terwijl ik dit schrijf loopt de cursor van Copilot van Microsoft, vooralsnog ongebruikt, met deze tekst mee. Iedereen kan er z’n voordeel mee doen, niet alleen de beter opgeleiden. Zou Karl Marx een dag op aarde terugkeren, dan zou hij zich – naast het zien van veel ongerief – verwonderen over de maat­schappelijke kansengelijkheid die AI ons brengt.

Ver weg Driekwart eeuw geleden was dat allemaal nog heel ver weg. Zo trof ik enkele jaren geleden in de inboedel van mijn overleden moeder een eendelige encyclopedie uit 1946 aan. Daarin kon de toenmalige wereld nog handzaam in 797 pagina’s worden beschreven. Ik lees er nog geregeld in. Over aseptisch, over havezates, over pilaarheiligen, over grasland, niet te verwarren met bouwland, over sacramentaliën. Waar blijft de tijd? ◼

Deel dit artikel