Maatwerk in Mook en Midddelaar

Tekst Rutger van den Dikkenberg Beeld Gemeente Mook en Middelaar

Het kleine Mook en Middelaar trekt bij veel trajecten samen met de inwoners op. De gemeente wil nadrukkelijk samen­werken met de dorpen. Tien spelregels moeten houvast bieden.

‘Elk onderwerp vraagt om een andere aanpak’

In het kader van de Barometer Burgerparticipatie onderzoeken uitgever Publiek Denken en onderzoekspartners INVIOR full contact jaarlijks hoe gemeenten en inwoners in Nederland burgerparticipatie ervaren en vormgeven. Ook worden de koplopers benoemd: gemeenten die inspireren met hun aanpak en voorbeelden uit de praktijk. Dit jaar worden er vier koplopers uitgelicht, maar er zijn er meer.

Mook en Middelaar, in het meest noordelijke puntje van Limburg, telt 8.000 inwoners. De lijntjes zijn er kort. Veel inwoners kennen wel een van de drie wethouders, de burgemeester of een raadslid. De bestuurders worden regelmatig door inwoners aangesproken, in de supermarkt bijvoorbeeld. ‘We hebben heel betrokken inwoners. En omdat het hier zo klein is, is het heel makkelijk om hier even iemand aan zijn jasje te trekken’, zegt Feline Broeders, adviseur inwonerparticipatie van de gemeente. Misschien juist wel daarom, beaamt ze, heeft Mook en Middelaar drie jaar geleden duidelijke participatieregels vastgesteld. ‘Het is voor ons heel prettig om duidelijk te hebben hoe we met dit soort zaken omgaan. Iedereen weet wat zijn of haar rol is, en wat hij van de anderen kan verwachten.’

Tien regels De participatieverordening kwam er na de vorige gemeenteraadsverkiezingen, in 2022. Centraal hierin staan tien spelregels die het proces in goede banen moeten leiden. ‘Die kaders aan de voorkant van het proces zijn heel belangrijk’, zegt Broeders, ‘omdat ze zorgen voor een eenduidig beeld.’ Door de spelregels weten het college, de raad en de medewerkers wat er van hen verwacht wordt. ‘Daardoor is het traject voor de inwoners ook een stuk duidelijker.’ Zo is in de spelregels vastgelegd dat inwonersparticipatie wordt gebruikt wanneer het onderwerp burgers direct raakt, en er ook voldoende ruimte is om een traject te starten, zowel juridisch als in tijd en middelen. ‘We proberen zo veel mogelijk aan participatie te doen. Maar er moet wel wat te kiezen zijn voor de inwoners’, zegt Broeders. ‘Dus voorstellen moeten niet al dichtgetimmerd zijn voordat we ze voorleggen.’ Burgers worden zo vroeg mogelijk betrokken, en er moet duidelijk worden gecommuniceerd over de uitkomsten van het traject, en over wat de gemeente ermee doet. En de gemeente ‘biedt in houding en gedrag zo veel mogelijk ruimte voor inbreng en initiatieven van burgers’.

Platform Het platform MaasBuren.nl speelt een belangrijke rol in het contact met de inwoners. Op de site wordt inwoners onder meer gevraagd om mee te denken over allerlei plannen van de gemeente. De herinrichting van straten en speeltuintjes, de aanpak van ondermijning en de totstandkoming van het duurzaamheidsbeleid zijn allemaal via het platform aan de inwoners voorgelegd. De gemeente koos er daarbij nadrukkelijk voor om de participatietrajecten niet enkel op de eigen website te publiceren, legt Broeders uit. ‘We willen samenwerken met de inwoners. Naast hen staan, en niet alleen de afzender zijn. Op MaasBuren zijn we gelijkwaardig. Inwoners en andere organisaties kunnen daar ook dingen op plaatsen.’ ‘Daarnaast geeft de Praat mee-pagina op MaasBuren ons als ambtenaren ook veel houvast’, zegt Broeders. ‘We vertalen onze participatieplannen, die anders in de kast zouden belanden, naar een online participatieplan dat alle inwoners kunnen zien. Dat houdt ons scherp.’

Kerkstraat Het onderwerp bepaalt hoe Mook en Middelaar omgaat met participatie. Het is maatwerk, zegt Broeders. ‘Elk onderwerp vraagt om een andere aanpak. Daarom zoeken we steeds naar de vorm die past bij het moment, en bij de mensen. Bij de herinrichting van de Kerkstraat hebben we iedereen in de buurt een brief gestuurd met een QR-code erop, gelinkt aan de site. Zo konden ze heel makkelijk meedoen. Bij een breder onderwerp, zoals het duurzaamheidsbeleid of de omgevingsvisie, is het lastiger om inwoners te bereiken. Omdat de onderwerpen zo kunnen verschillen, is het maken van een passend participatieplan zo belangrijk.’

Stille meerderheid Een ander vraagstuk is de vraag hoe je ervoor kunt zorgen dat alle betrokkenen evenveel meedoen. ‘Hoe bereiken we nou die stille meerderheid? Dat blijft een uitdaging. We willen inzicht krijgen in de verschillende belangen die er spelen, maar dat lukt nog niet altijd. Er zijn altijd groepen die minder vertegenwoordigd zijn. Dat geven we ook mee aan het college en de raad: weeg dat mee.’ Bij participatietrajecten over duurzaamheid, zegt Broeders, ‘doen veel mensen mee die heel erg bevlogen zijn, en betrokken bij het onderwerp. Mensen die niks met het onderwerp hebben, komen ook niet naar een inwonersavond. De uitkomst van zo’n traject is dan dat de uitkomst heel ambitieus is. Dat is wel een dilemma voor de gemeente. Uiteindelijk is een zorgvuldige afweging door de raad en het college dan heel belangrijk. Als ambtenaren moeten we daarom de resultaten heel zorgvuldig in kaart brengen, zodat de raad of het college een zorgvuldige afweging kan maken. En soms komen kan dit ook betekenen dat er nog aanvullende participatie nodig is.’

Feline Broeders

Cultuuromslag De nieuwe manier van werken vraagt nog wel een cultuuromslag bij de gemeente, weet Broeders. De ambtenaren en bestuurders onderschreven de nieuwe koers, maar het duurt even voordat die ook echt bij iedereen tussen de oren zit, zegt ze. Broeders organiseerde trainingen en blijft workshops geven. ‘Het vergt blijvend onderhoud, je moet het blijven herhalen. En we moeten elkaar daar ook op blijven aanspreken.’ Broeders en haar collega delen elke vrijdag bijvoorbeeld een participatietip, om collega’s scherp te houden. ‘Dat is een heel informele manier van werken. Als collega’s maandag weer vol goede moed beginnen, kunnen ze die tip weer in hun werk meenemen.’ Essentieel voor het slagen van een participatietraject is de houding van de gemeente, zegt Broeders. ‘Als we voorafgaand aan een proces een goed plan hebben, en de verwachtingen helder, dan kan een participatietraject echt goed gaan. Maar dan moet je wel luisteren naar de inwoner. Zij weten het beste wat er in hun wijk speelt. Als overheid moet je daarin kunnen meebewegen.’ ◼

Deel dit artikel