Betekenisvolle participatie
Moventem en EMMA werken aan praktisch instrument
Tekst Dave Schut Beeld Hilbert Krane
Een van de onderzoeksvouchers van het Kennisknooppunt Participatie gaat naar EMMA en Moventem. Deze onderzoeks- en adviesbureaus brengen gezamenlijk in kaart welke competenties van professionals en omstandigheden binnen organisaties bijdragen aan betekenisvolle participatie.
Nina Breedveld: ‘Betekenisvolle participatie vraagt om mensen die luisteren, verbinden en durven leren
Toen ze de oproep van het Kennisknooppunt zagen, waren ze meteen enthousiast, zegt Nina Breedveld, onderzoeker bij EMMA. ‘Dit onderzoek past helemaal in ons straatje.’ EMMA is gespecialiseerd in burgerparticipatie, (toegepast) wetenschappelijk onderzoek en het maken van inspirerende content. ‘Het Kennisknooppunt is op zoek naar een overzicht van competenties van een participatieprofessional en een overzicht van alle elementen die je als organisatie nodig hebt om participatie succesvol op te zetten en uit te voeren. Dat is precies waar wij ons iedere dag mee bezighouden.’
Concrete competenties Het onderzoek is al in volle gang. Breedveld: ‘We hebben literatuur bestudeerd om onder andere te kijken wat kritieke factoren zijn voor succesvolle participatie. Ook hebben we een grondige analyse gemaakt van participatieprojecten waar EMMA en Moventem zelf aan hebben meegewerkt, van kleinschalige inspraakavonden tot intensieve burgerberaden.’ Vervolgens zijn de projectleiders en opdrachtgevers van deze projecten uitgebreid geïnterviewd. ‘We wilden weten wat er goed en minder goed ging bij deze projecten, of ze iets misten vanuit hun organisatie en wat de reden was dat ze EMMA of Moventem hadden gevraagd ter ondersteuning. Wat konden wij bieden dat ze zelf niet in huis hadden? Uit alle antwoorden kunnen we afleiden wat je nodig hebt als professional en als organisatie.’ Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. De antwoorden kunnen niet zomaar in een tabel onder elkaar worden gezet, het moet een handig overzicht worden, legt Breedveld uit. ‘Het is een hele uitdaging om al die interviewdata om te zetten in een eindproduct – in dit geval een matrix – met concrete competenties. Als team hebben we eerst alle transcripten nauwkeurig gecodeerd, zodat we vervolgens de patronen konden analyseren.’
‘Dit onderzoek past helemaal in ons straatje’
Hannemarie Hardeman: ‘Meer begrip leidt tot betere keuzes; dat geldt ook voor participatie’
Betere keuzes Ook Moventem, een bureau voor onderzoek, advies en participatie in de (semi-)publieke sector, heeft veel ervaring op dit terrein. ‘Al bijna 20 jaar zet Moventem zich in voor een welvarend, duurzaam en inclusief Nederland,’ zegt Hannemarie Hardeman, senior onderzoeker en MT-lid bij het bureau. ‘Meer begrip leidt tot betere keuzes, is het adagium.’ Hardeman legt uit hoe ze te werk gingen na de interviews. ‘Eerst moet je nagaan hoe vaak iets terugkomt. Wordt een competentie een keer genoemd in een enkel interview, of komt die iedere keer weer voorbij? Ook worden soms vergelijkbare dingen gezegd, maar op een net iets andere manier. Dan moet je beoordelen of het om dezelfde competentie gaat, of dat er een nuanceverschil is.’
Sociale voelsprieten Het gaat niet alleen om praktische vaardigheden en kennis, benadrukt Breedveld. Houding is net zo waardevol. ‘Het is voor een professional bijvoorbeeld hartstikke belangrijk om sociale voelsprieten te hebben. Alleen wanneer je een groepsdynamiek goed aanvoelt, kun je gesprekken op de juiste manier begeleiden. Dan moet je bijvoorbeeld ook oog hebben voor non-verbale communicatie.’ En iedere fase van een traject vraagt weer om andere kwaliteiten, vult Hardeman aan. ‘In de ontwerpfase moet je bijvoorbeeld beschikken over bestuurlijke sensitiviteit. Maar als je het proces begeleidt, is het handig als je weet hoe je verschillende werkvormen op een creatieve manier kunt inzetten.’ Soms waren de bevindingen verrassend luchtig. ‘Humor werd een aantal keer genoemd,’ zegt Hardeman. Hoe goed je als individuele professional ook bent, je hebt ook iets van je organisatie nodig. Breedveld: ‘Alleen al om de resultaten van participatie goed te verwerken, om opvolging te borgen en om afspraken met inwoners na te kunnen komen. Andersom geldt dat net zo goed. Wanneer alle middelen, kaders en afspraken binnen een organisatie in orde zijn, moet je nog steeds de juiste personen hebben die het participatieproces opzetten en begeleiden.’
‘Dit onderzoek past helemaal in ons straatje’
‘Iedere fase van een traject vraagt om andere kwaliteiten’
Conceptvorm De twee overzichten, van professional en organisatie, zijn er inmiddels in conceptvorm. Het zijn uitgebreide matrices geworden. Logisch, gezien de complexiteit. ‘Nu volgt de toetsing,’ zegt Breedveld. ‘Op een congres in de Jaarbeurs presenteren we ons werk aan andere professionals. Dus ook aan mensen die niet bij ons onderzoek betrokken zijn geweest. Zij kunnen erop reflecteren, waar wij dan weer nieuwe inzichten door opdoen.’ Daarnaast krijgen alle respondenten de matrices te zien, plus alle collega’s binnen beide bureaus. Begin volgend jaar worden dan ook nog gemeenten gevraagd om de bevindingen te toetsen en waar nodig aan te vullen. ‘Het streven is om daarna de matrices nog verder te verfijnen,’ zegt Breedveld. ‘Dan kunnen we ook onderscheid maken tussen de drie verschillende niveaus van de professional: junior, medior en senior.’
Bundelen De onderzoekers pretenderen overigens geen baanbrekende nieuwe inzichten te leveren. ‘Er is juist al erg veel bekend over succesvolle participatie,’ zegt Breedveld. ‘Het is onze ambitie om dat allemaal te bundelen. De kennis die er is, willen we in een mooi overzicht bundelen. Dat is al heel wat.’ Uiteindelijk moet het een praktisch instrument worden. De matrices zijn dan bijvoorbeeld bruikbaar bij de selectie van nieuwe medewerkers, bij zelfevaluatie, of wanneer een gemeente externe ondersteuning zoekt. Breedveld: ‘Het moet dus niet alleen een verzameling aan informatie zijn, het moet ook echt makkelijk toepasbaar worden.’ ‘Het kan ook nuttig zijn voor opleidingen,’ vult Hardeman aan. ‘Bij veel gemeenten wordt iemand met een andere expertise, zoals een communicatiemedewerker, bijgeschoold tot participatieprofessional. Dan is het heel fijn om zo’n matrix te hebben.’ Het project waarvoor ze de onderzoeksvoucher hebben gekregen, loopt tot april volgend jaar. Dan moeten de definitieve matrices klaar zijn. Twee op het oog simpele tabellen die het resultaat zijn van tientallen interviews, honderden uren analyse en de gebundelde kennis van tientallen jaren ervaring in burgerparticipatie. ◼
Deel dit artikel