Europa maakt digitale doorstart

Er is een wereld te winnen

Tekst Dave Schut Beeld Gideon Borman

We lopen achter, als Nederland. En als Europese Unie. De succesvolste technologiebedrijven komen vooral uit China en de Verenigde Staten. Toch zijn er hoopvolle signalen, zeggen twee kenners. Want er lijkt nu echt iets te veranderen.

‘Hoe heeft de EU het zover laten komen?’

Het gesprek begint zorgwekkend, wanneer we Paul Timmers vragen naar de digitale autonomie van Nederland en Europa. We zijn nog altijd grotendeels afhankelijk van buitenlandse technologie, is zijn oordeel. Timmers was directeur digitale samenleving voor de Europese Commissie en is momenteel onderzoeker aan de Katholieke Universiteit Leuven. Zomaar een voorbeeld. ‘Per jaar koopt Europa voor bijna 250 miljard aan clouddiensten in de Verenigde Staten. Dat staat gelijk aan 1,9 miljoen banen die ook in Europa gecreëerd hadden kunnen worden. We zijn voor 70 tot 80 procent digitaal afhankelijk van het buitenland. Zo vernietigen we eigenlijk de toekomst van onze kinderen.’ Bijkomend probleem is dat deze grote techbedrijven hun machtspositie mis­bruiken, zegt Timmers. ‘Ze hebben enorm diepe zakken en altijd mogelijk­heden om andere partijen te dwingen zich naar hun regels te voegen.’

Normen en waarden Ook Haroon Sheikh, die multidisciplinair onderzoek doet naar vraagstukken rond de internationale orde en nieuwe techno­logieën, maakt zich zorgen om die afhanke­lijkheid. Hij somt enkele schrijnen­de gevallen op. ‘Trump die Microsoft heeft bevolen om de mensen van het Inter­nationaal Strafhof uit te sluiten. Starlink dat dreigde om Oekraïne van satelliet­communicatie af te sluiten. China dat cruciale metalen en magneten niet meer exporteert.’ Digitale autonomie gaat niet alleen om de economie, benadrukt Sheikh. ‘Het draait ook om normen en waarden die in de technologie zijn ingebouwd. De buitenlandse AI die wij gebruiken, is ongetwijfeld bevooroordeeld. En daar hebben wij niets over te zeggen.’

Geduldig kapitaal Je zou denken dat de EU dit had kunnen verwachten. Hoe hebben we het dan toch zover laten komen? ‘Dat is een vorm van naïviteit geweest,’ zegt Timmers. ‘Europa heeft niet voldoende ingeschat hoe belangrijk die digitale afhankelijkheden van het buitenland in geopolitieke zin zouden worden. Er werd vooral vastgehouden aan het idee van globalisering en een open economie. Sinds 2017 is daar verandering in gekomen.’ Sheikh wijst op het gebrek aan wat hij noemt ‘geduldig kapitaal’. ‘Digitale technologie heeft vaak een winner takes it all-karakter. Dat betekent dat je ongelooflijk lang moet investeren, en ook verlies moet kunnen en durven lijden, voordat je een succesvol businessmodel hebt. De Amerikanen hebben venture capital, oftewel durfkapitaal. De Chinezen hebben een overheid die bereid is jarenlang verlies gewoon te accepteren. In Europa zijn we hier nooit zo goed in geweest.’ Toch moet de traagheid van Europa ook niet worden overdreven, meent Timmers. ‘Europa kan wel degelijk snel handelen. Dat hebben we bijvoorbeeld gezien bij de covidcrisis. Binnen slechts een paar weken besloten we over te gaan tot gezamenlijk inkopen van vaccins.’

Nederlandse soevereiniteit Ook Sheikh zegt dat het wel meevalt met die trage bureaucratie. ‘Europese samenwerking heeft ook tot Airbus geleid, de vliegtuigbouwer die nu sterker is dan Boeing. Europa maakt veel meer auto’s dan de VS, veel meer schepen dan de VS. We hebben in de digitale sector gewoon nooit echt de ambitie gehad om de krachten te bundelen. Maar dat is nu aan het verschuiven.’ Er zijn burgers die zich afvragen of Europese samenwerking niet ten koste gaat van de Nederlandse soevereiniteit. Timmers denkt van niet. ‘Het versterkt elkaar juist. Beide partijen hebben er baat bij. Dat komt omdat de digitale problemen per definitie grensoverschrijdend zijn. Je kunt jezelf als Nederland niet beschermen tegen cyberdreigingen, dat kan alleen als je intensief samenwerkt met andere landen.’

Politieke scheidslijnen Opvallend is dat Europese digitale autonomie dwars door politieke scheidslijnen draagvlak vindt. Timmers noemt het manifest Ons Digitaal Fundament, dat werd gesteund door bijna alle Nederlandse politieke partijen, met uitzondering van PVV en FvD. ‘Van GroenLinks-PvdA en D66 tot BBB en JA21, ze hebben allemaal getekend. Dat is toch wel een positief gegeven.’ Sheikh benadrukt dat Nederland binnen Europa een sterke positie heeft. ‘Op veel domeinen van de digitale wereld is Nederland best een grote speler. Het domein van de chips is evident, met ASML, maar ook op het gebied van platformen en applicaties spelen we een rol. Booking.com is begonnen als een Nederlands bedrijf. Just Eat Takeaway. Adyen. Ook hebben we vooraanstaande AI-wetenschappers.’ Sinds 2017 werd digitale autonomie al steeds iets belangrijker in Europa, maar sinds de tweede verkiezing van Trump gaat het ineens snel, zegt Timmers. ‘Het bewustzijn is enorm toegenomen. Er is nu veel meer aandacht voor Europese oplossingen dan voorheen. Ook in Nederland. Overheden die nieuwe technologische inkopen moeten doen, denken nu eerder aan Europese alternatieven.’

Defaitisme Zowel Timmers als Sheikh is enthousiast over EuroStack, een brede coalitie van juristen, academici, politici en bedrijven om een sterk Europees digitaal ecosysteem te creëren, waar Sheikh aan meewerkt. ‘EuroStack wordt nu steeds breder omarmd,’ zegt hij. ‘Dat is voor mij een teken dat het de goede kant op gaat.’ Toch is er nog steeds een wereld te winnen, zegt Timmers. Hij pleit bijvoorbeeld voor een digitale autonomietoets bij grote overheidsprojecten. ‘Dat kan op nationaal niveau. Zodra je bij belangrijke publieke voorzieningen nieuwe ict wil inkopen, zou je eigenlijk altijd zo’n autonomietoets moeten doen.’ Sheikh waarschuwt voor defaitisme. ‘We horen nog te vaak dat we niks in huis hebben, als Europa. Dat we niks betekenen. Dat is gewoon niet waar. Europa maakt nog altijd 9 procent van de chips wereldwijd. ASML is echt onmisbaar. En op het gebied van mobiele netwerken zijn Ericsson en Nokia nog altijd wereldspelers.’

‘EuroStack wordt nu steeds breder omarmd’

Sterker En voor wie toch nog vreest dat Europese samenwerking de nationale soevereiniteit bedreigt, heeft Sheikh een helder antwoord. ‘Het is nog steeds veel minder erg om van een Frans bedrijf afhankelijk te zijn dan van een Amerikaans bedrijf. Omdat we als Europa uiteindelijk wel grip hebben op die Franse bedrijven. We zitten in een gemeenschap, we nemen samen besluiten.’ ‘Door Europese samenwerking wordt de nationale soevereiniteit alleen maar groter,’ zegt Timmers. ‘En Europa als geheel staat dan sterker in de wereld. Het is win-win.’ ◼

Deel dit artikel