Safe space van de macht
Geen samenzwering, maar ook geen tennisclub
Tekst Dave Schut Beeld Hilbert Krane
In besloten genootschappen als De Tafelronde en De Pijp ontmoeten politici, topbestuurders en oud-premiers elkaar zonder pottenkijkers. Vijf jaar lang onderzochten journalisten Birte Schohaus en Bas van Beek hoe deze exclusieve kringen functioneren. Hun bevinding: er worden geen complotten gesmeed, maar de invloed van deze informele netwerken is reëel – en vraagt om meer transparantie.
‘De leden hebben vaak vroege toegang tot informatie’
Het onderzoek van Schohaus en Van Beek leverde een boek op. Onder ons: Achter de schermen bij de genootschappen van de Nederlandse elite. Het zijn exclusieve clubs waar topbestuurders, ministers en oud-premiers elkaar kunnen spreken in een informele setting en vooral zonder pottenkijkers. Toch moeten we ook weer niet te wantrouwig zijn, zegt Schohaus. ‘Wij wilden laten zien: ja, ze bestaan. Het zijn besloten, geheime bijeenkomsten, en dat kan soms problematisch zijn. Maar het zijn geen samenzweringen. Er wordt niet bekokstoofd hoe Nederland eruit moet komen te zien. Al zijn het ook zeker geen tennisclubs, zoals oud-minister van Defensie Kajsa Ollongren – zelf lid van De Tafelronde – haar genootschap omschreef toen we ernaar vroegen.’
Streng en secuur Schohaus en Van Beek doken in tientallen archieven en probeerden voormalige en huidige leden van vijf verschillende genootschappen (naast De Tafelronde en De Pijp ook De Schoorsteen, De Haagse Schouw en Club Rotterdam) aan het woord te krijgen. Zo kwamen ze tot een genuanceerd beeld. Van Beek kwam op het idee voor de zoektocht toen hij zich verdiepte in Frits Böttcher. Böttcher was een klimaatscepticus die, zo bleek later, werd betaald door onder andere Shell. ‘Het mooie van Böttcher is dat hij bijna elk gesprek dat hij met mensen voerde, uitschreef,’ vertelt Van Beek. ‘In zijn archief vonden we mapjes over bijvoorbeeld De Tafelronde. Daar zaten geschiedenisboekjes in, maar ook lijsten van wie aanwezig was bij de bijeenkomsten en soms zelfs wat er was besproken.’ Lid van deze clubs word je niet zomaar, zegt Schohaus. ‘De procedure voor nieuwe leden is heel streng en secuur. Iedereen binnen het genootschap mag nieuwe leden voorstellen, maar vervolgens heeft ook iedereen inspraak. Pas wanneer er een unanieme overeenstemming is, krijgt iemand een uitnodiging. Dan is er dus al een behoorlijke check geweest. Want als een van de leden denkt: oei, die moeten we niet hebben, want die vertelt alles meteen door aan de krant – dan wordt diegene niet eens benaderd.’
‘Voorheen waren vrouwen uitgesloten van deelname’

Birte Schohaus
Levenslang lid Niet alleen moet je als lid de beslotenheid accepteren, je hebt ook een imposant cv nodig. ‘Bij De Pijp kom je van oudsher alleen binnen als je CEO bent van Nederlands grootste ondernemingen,’ zegt Van Beek. ‘De Tafelronde nodigt traditioneel oud-premiers uit. Ook Mark Rutte heeft de uitnodiging inmiddels gekregen. En aanvaard. En wat opmerkelijk is, is dat ze doorgaans levenslang lid blijven van deze genootschappen. Terwijl ze binnen hun carrière ondertussen doorgroeien.’ Dat leidt tot bijzondere situaties. Van Beek: ‘De Tafelronde was op een gegeven moment twee ministers rijk: Ollongren en Robbert Dijkgraaf van OCW. En later kwam daar ook nog demissionair minister Ben Knapen van Buitenlandse Zaken bij. Alle drie waren ze al eerder lid geworden van De Tafelronde, maar dat bleven ze dus toen ze minister werden.’
Dat roept de vraag op wat er precies besproken wordt tijdens die bijeenkomsten. ‘Het draait vooral om de presentaties die worden gegeven,’ legt Van Beek uit. ‘Vaak begint het met een korte borrel waar de leden elkaar kunnen spreken. Dan volgt een diner. En daarna is iemand aan de beurt om een inleiding te geven over een bepaald maatschappelijk probleem. Economische ontwikkelingen, geopolitieke situaties. Of over uitdagingen binnen het bedrijfsleven. Het is dus deels kennisoverdracht.’ Een ander aspect is het delen van persoonlijke ervaringen. Van Beek: ‘Je krijgt verhalen te horen van mensen die midden in het veld staan. Die echt aan de top functioneren. Daarom noemen wij deze genootschappen ook wel de safe space van de elite. Ze weten allemaal dat je daar kunt vertellen wat voor uitdagingen je tegenkomt, bijvoorbeeld als CEO. Je bent met mensen die dezelfde problemen ervaren. Je kunt er openhartig zijn zonder dat dat consequenties heeft.’ De leden zelf waarderen die beslotenheid zeer, benadrukt Van Beek. ‘Dat zeggen ze ook gewoon: als wij diezelfde openhartigheid buiten die genootschappen zouden hanteren, dan staat de nummer 2 van het bedrijf al klaar om onze positie over te nemen. Omdat we zwakte hebben getoond. Of er komen vragen in de pers, of vanuit de politiek, omdat we bepaalde zaken publiek hebben gemaakt.’
Nauwe band Helemaal onschuldig is dit niet, zegt Schohaus. ‘De leden hebben vaak vroege toegang tot informatie. Juist doordat het allemaal mensen zijn die dicht bij het vuur staan, krijgen zij dingen van elkaar te horen die pas later in de krant staan. Dat is een vorm van voorkennis. Topbestuurders kunnen op deze manier onderling aftasten wat er in de verschillende sectoren speelt.’ Een mogelijk risico op bijvoorbeeld belangenverstrengeling wordt door de leden maar al te graag “gedownplayed”, zegt Schohaus. ‘Niet voor niets noemt Ollongren haar genootschap een soort tennisclub. Maar als je doorvraagt, merk je dat sommigen er heus weleens bij stilstaan. Wat ik op zo’n bijeenkomst hoor, zeggen ze dan, neem ik ook weer mee terug naar mijn eigen werkomgeving. En dat is logisch. Je kunt niet zomaar even vergeten wat je hebt gehoord. Daar komt bij dat de leden elkaar gaan vertrouwen. Er ontstaat meestal een nauwe band. Dus ook dat speelt mee, bijvoorbeeld als je elkaar nog eens tegenkomt bij een werkafspraak.’ Dit probleem wordt versterkt doordat deze korte lijntjes voor de buitenwereld vrijwel onzichtbaar zijn, zegt Van Beek. ‘Het is eigenlijk gek dat dat wordt toegestaan. Wanneer je als minister in het bestuur van een scoutingclub zit, zou je dat volgens de meeste wet- en regelgeving moeten vermelden bij je nevenfuncties. Maar zit je in een genootschap met de meest prominente mensen uit het bedrijfsleven en de politiek, dan hoef je het niet te vermelden, want het is geen officiële functie.’ De genootschappen kennen een rijke historie. Ze veranderen wel, door de jaren heen, maar heel langzaam, zegt Van Beek. ‘Voorheen waren vrouwen praktisch uitgesloten van deelname. Bij sommige genootschappen heeft dat echt heel lang geduurd, bij eentje zelfs tot 2017. Er was nogal een vrees dat een mix tussen mannen en vrouwen de onderlinge debatten zouden verstoren. Dat mannen zich anders zouden gaan gedragen.’

Bas van Beek
Oudere mannen Door het levenslange lidmaatschap zijn de meeste mannen, ook nu nog, oudere mannen. Schohaus: ‘We kennen eigenlijk van elk genootschap wel een voorbeeld dat een van de oudere, prominente leden in slaap sukkelde tijdens een etentje. Daar wilden ze wel iets aan doen: er moesten ook jonge mensen bij. Maar dat is nog niet zo makkelijk. Je moet namelijk wel eerst een bepaalde positie hebben verworven. CEO van Heineken ben je niet op je dertigste.’ Wat hier en daar ook verandert, al is het maar een heel klein beetje, is de geslotenheid. Van Beek: ‘Henk Rottinghuis, commissaris bij BAM Groep, is voorzitter van De Pijp en heeft dit op zijn LinkedIn vermeld. En wanneer Klaas Knot als president van De Nederlandsche Bank een presentatie gaf bij De Tafelronde, maakte hij publiekelijk bekend wat het onderwerp was.’ Na vijf jaar wikken en wegen zijn Schohaus en Van Beek enigszins mild geworden over de genootschappen. ‘Op sommige punten hebben we zeker begrip gekregen voor de beweegredenen van de leden,’ zegt Schohaus. ‘We snappen waarom het waardevol kan zijn om je op deze manier te organiseren. Het is voor mensen met zulke prominente functies inderdaad niet makkelijk om vrijuit met gelijkgestemden te praten.’
Risico's Toch neemt dat volgens de journalisten niet weg dat er risico’s zijn. Van Beek: ‘Wij denken nog steeds dat het voor sommige functies bijzonder problematisch is om lid te zijn van zulke genootschappen. Voor toezichthouders bijvoorbeeld, die onafhankelijk moeten blijven.’ Hun voorstel is dan ook simpel: meer transparantie. ‘Geef desnoods op een simpele website alleen aan wie op dat moment de leden zijn.’ Want ook al is het geen samenzwering, er zal echt wel enige invloed worden uitgeoefend, zegt Schohaus. ‘En alleen de schijn van belangenverstrengeling moet je al willen voorkomen.’ ◼
Deel dit artikel