Transparantie in Caribisch Nederland
‘Ook daar heeft men recht op toegang tot de eigen kennis’
Tekst Dave Schut Beeld Luis Anibal Villegas
Hoe vanzelfsprekend is transparantie in het Caribisch deel van het Koninkrijk? Zijn er grote verschillen met de rest van Nederland? Ja, zegt jurist en journalist Luis Anibal Villegas. De eilanden zijn kleine werelden op zichzelf, waar bijvoorbeeld taalbarrières en digitale complicaties een rol spelen.
Luis Anibal Villegas: ‘Bij de overheid in het Caribisch deel van Nederland ontbreken specialisten die zich uitsluitend bezighouden met openbaarheid’
‘Je bent vaak persoonlijk afhankelijk van een ambtenaar of minister’
‘Er is in het Caribisch deel een grote informatiebehoefte vanuit de samenleving,’ zegt Luis Anibal Villegas. ‘Dat heb ik wel gemerkt toen ik daar werkte. Helaas is er ook een groot informatietekort vanuit de overheid. En in die tussenruimte bevinden zich de journalisten. Zij proberen in die informatiebehoefte te voorzien, maar lopen daarbij aan tegen een overheid die vaak niet transparant wil of kan zijn. Dat merkte ik zelf wanneer ik Lob-verzoeken (Landsverordening openbaarheid van bestuur) deed, de Caribische variant van Wob-verzoeken (Wet openbaarheid van bestuur).’ Anibal Villegas is geboren in Venezuela en kwam als migrant naar Aruba, waar hij aan de slag ging als journalist. Later haalde hij zijn bachelor rechten aan de Universiteit van Amsterdam en nu studeert hij dus aan de VU. Zijn juridische achtergrond heeft zijn betrokkenheid bij transparantie in het Caribisch deel alleen maar versterkt. Terwijl in de rest van Nederland de plicht tot openbaarheid inmiddels algemeen bekend en breed geaccepteerd is, ligt dat op de eilanden anders. ‘Op Aruba gebruikt men de term cultura di miedo, oftewel een cultuur van angst. Veel mensen durven zich niet uit te spreken over welk onderwerp dan ook, omdat zij bang zijn daarvoor gestraft te worden. Die straf hoeft niet eens erg te zijn, maar het speelt wel mee.’
Kleinschaligheid Dat komt deels door de kleinschaligheid van de eilanden, zegt Anibal Villegas. ‘Het zijn echt kleine werelden. Je bent vaak persoonlijk afhankelijk van een ambtenaar of zelfs van een minister. Dat speelt daar een veel grotere rol dan in de rest van Nederland. En ik spreek uit ervaring, want als journalist en vreemdeling midden in een naturalisatieprocedure was ik zelf ook kwetsbaar. Dan vond ik een bepaald onderwerp bijvoorbeeld heel interessant, maar stelde ik me toch iets minder kritisch op dan ik graag zou willen.’ Voor de krant Bon Dia Aruba schreef Anibal Villegas veel over asielzoekers, met name Venezolaanse asielzoekers. Op een dag merkte hij hoezeer die onderlinge afhankelijkheid doorwerkt in de hele informatieketen. ‘Van mijn eigen leidinggevenden kreeg ik niet per se kritiek. Maar via een andere hoofdredacteur met wie ik toevallig bevriend was, hoorde ik wel het een en ander. Die zei: “Ik heb via via gehoord dat ze niet zo tevreden zijn over die artikelen.” En dat is dan meteen ingewikkeld, binnen een kleine gemeenschap waar de overheid veel te zeggen heeft. De overheid koopt ook advertenties in, dus de financiële belangen van een krant als Bon Dia Aruba zetten druk op de redactionele onafhankelijkheid. Op ieder moment kun je gebeld worden door bijvoorbeeld pr-medewerkers die klagen namens hun instanties.’
Uitkomst De plicht tot transparantie zou in veel gevallen uitkomst kunnen bieden, denkt Anibal Villegas. Alleen sluit het Nederlandse systeem niet per se aan op de lokale context. ‘Wat ze in het Caribisch deel hebben, de Lob, is eigenlijk gewoon een copy-paste van de Wob. Maar ik denk dat de overheden te veel van elkaar verschillen om dat zomaar over te nemen, zeker wat betreft de schaal.’ Daarnaast ontbreken er specialisten die zich in het Caribisch deel vanuit de overheid uitsluitend bezighouden met openbaarheid, zegt hij. ‘Als je een aanvraag hebt, is er niemand die tegen je kan zeggen: oké, je moet bij deze persoon zijn, want hij is de Lob-medewerker van het ministerie. Er zijn alleen algemeen juristen. En ook dat zijn er bij de ministeries maar een paar. Bovendien moet formeel de minister elk Lob-verzoek beoordelen, terwijl de documenten vaak bij verschillende departementen liggen. Dat maakt het in de praktijk al snel ingewikkeld.’ Dan zijn er nog de digitale complicaties. ‘Eigenlijk is er überhaupt nauwelijks digitale toegang tot documenten,’ stelt Anibal Villegas. ‘Er wordt nu wel geprobeerd om daarvoor iets op te zetten, maar dan gaat het vooral om interne werkprocessen. Er zijn geen systemen die een willekeurige burger kunnen helpen om iets op te zoeken.’
Papiaments En wat daar nog bijkomt, is de taal. Op Aruba zijn officiële documenten vaak in het Nederlands, terwijl burgers onder elkaar Papiaments spreken. ‘Alle wetgeving, en alle officiële overheidsberichten, zijn geschreven in formele, juridische, Nederlandse taal. Maar op straat praat niemand zo. Dus je kunt die documenten eigenlijk alleen echt goed begrijpen als je zelf Nederlandstalig bent, of als je in Nederland hebt gewoond. Of als je van een ander eiland komt, waar vaker Nederlands wordt gesproken.’ Hij vergelijkt het met een arbeidsmigrant die naar Amsterdam komt en die geen Nederlands spreekt. ‘Die weet niet eens wat zijn rechten zijn. Iets vergelijkbaars gebeurt dus op Aruba, alleen dan andersom: de bewoners zelf kennen hun rechten niet goed. Ze kunnen natuurlijk wel Nederlands; ze kunnen prima een gesprek voeren. Maar als het gaat om beleidsstukken en beleidsvragen, dat soort dingen... Voor veel mensen gaat dat gewoon niet.’ Dat de bevolking lang niet alle informatie kan benutten, ligt volgens Anibal Villegas niet alleen aan de Caribische overheidsinstanties. Er gaat ook iets mis bij het delen van informatie vanuit Den Haag, zegt hij. ‘Ik ben via de site van de overheid nog geabonneerd op alle Wob-aanvragen die het Caribisch deel betreffen. Er wordt de laatste jaren best vaak een beroep gedaan op documenten die hier in Nederland liggen, maar die een onderwerp behandelen dat vooral het Caribisch deel aangaat.Dat zijn meestal grote onderwerpen, zoals de afvalproblematiek op Bonaire en klimaatbeleid. Of de Tijdelijke Werkorganisatie van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, een speciale uitvoeringsorganisatie die ervoor zorgt dat Nederlandse beleidsdoelen op een bepaalde manier op de eilanden worden uitgevoerd.’ Wat Anibal Villegas heeft verbaasd, is dat Nederlandse ministeries deze documenten behandelen alsof het puur Nederlandse aangelegenheden zijn. ‘Ze hanteren dezelfde weigeringsgronden als bij andere verzoeken. Een daarvan is bijvoorbeeld: als het belang van de staat een rol speelt, dan kan openbaarmaking worden geweigerd. Maar dat is zo’n brede definitie, dat kun je op uiteenlopende manieren opvatten. En het gevolg is dat ze van alles weglakken uit documenten terwijl dat informatie is over het Caribisch gebied. Het zou dus ook om het belang van het Caribisch gebied moeten gaan, in de beoordeling. Maar dat gebeurt niet. Dat vind ik heel vreemd. Wat mij betreft hebben de burgers in het Caribisch deel recht op hun eigen documenten.’
‘Er gaat ook iets mis bij het delen van informatie vanuit Den Haag’
‘Kansen om zaken te verbeteren worden helaas te weinig benut’
Kansen voor verbetering Anibal Villegas ziet kansen voor verbetering, maar hij vindt ook dat die te weinig worden benut. ‘Zo’n kans was er bijvoorbeeld bij het landspakket. Dat waren de afspraken tussen Nederland en de eilanden na de coronaleningen. Nederland was van plan meer te gaan investeren in de eilanden. Tijdelijk, met het idee: wij ondersteunen jullie nu, zodat jullie later meer zelf kunnen regelen. Nou, waarom was transparantie geen onderdeel van deze afspraak? Iedereen weet dat daar nog veel te winnen valt. Het is een structureel probleem, de journalistiek lijdt eronder. De Nederlandse overheid had kunnen zeggen: we weten dat jullie een openbaarheidswet hebben, en dat die momenteel nauwelijks is uit te voeren. Ook daarin gaan we jullie ondersteunen.’ Al vindt hij ook dat de eilanden er zelf actiever achteraan kunnen gaan. ‘Gewoon door te zeggen: dit levert problemen op, kunnen jullie misschien iets voor ons betekenen? Dat gebeurt nu te weinig. Ik vrees dat daaruit blijkt dat het geen prioriteit heeft. Misschien hebben ze er wel vrede mee dat ze vrijwel nooit op tijd een besluit kunnen nemen naar aanleiding van een Lob-verzoek.’
Informatieachterstanden Voor Anibal Villegas behelst dit thema veel meer dan alleen het controleren van de overheid. ‘De burgers van de eilanden – van Aruba, Curaçao, Sint Maarten, Bonaire, Saba, Sint Eustatius – hebben een grote informatieachterstand. Niet alleen juridisch, maar ook historisch.’ Die achterstand heeft diepe wortels, zegt hij. ‘De eilanden zijn geworden zoals ze nu zijn door het Nederlandse kolonialisme. Zoals er nu soms iets wordt weggelakt in het kader van een Lob-verzoek, is er in de geschiedenis ontzettend veel weggeveegd – of überhaupt nooit opgesteld. Daar komt die informatiebehoefte van de burgers vandaan. Zelfs culturele praktijken verdwijnen nu omdat de oudere generatie komt te overlijden zonder ooit de kans te hebben gekregen die kennis op schrift door te geven. De nieuwe generaties verdienen beter.’ Anibal Villegas ziet overheidstransparantie als onderdeel van dat grotere verhaal. ‘Het recht op toegang tot de eigen kennis, daar zou het om moeten gaan. Dat is een ambitieus doel, maar wel de moeite waard. Mijn hoop voor de toekomst zou zijn dat de Caribische volkeren steeds meer van hun recht op zelfkennis gebruik kunnen maken.’ ◼
Deel dit artikel