Samenwerk­wijzer

Tekst Pieter Verbeek Beeld ACOI

Het afhandelen van een Woo-verzoek is voor overheden vaak niet eenvoudig. Verzoeken zijn soms lastig om snel en volledig te beantwoorden, terwijl burgers moeite hebben hun informatiebehoefte scherp te formuleren. Volgens het Adviescollege Openbaarheid en Informatiehuishouding (ACOI) kunnen meer contact en samenwerking met de indiener hier verbetering in brengen. Daarom introduceerde het ACOI de Samenwerkwijzer, die ambtenaren stimuleert om het gesprek met verzoekers actief aan te gaan.

‘Het is goed de procedure minder juridisch te maken’

De Samenwerkwijzer moet ambtenaren helpen in het contact met Woo-verzoekers. Soms zijn verzoeken te omvangrijk of is de vraag onduidelijk. Ook weten mensen niet altijd precies wat van hen wordt verwacht als ze een Woo-verzoek indienen. Verder wil het ACOI misbruik of oneigenlijk gebruik van de Woo met de Samenwerkwijzer tegengaan. Door vroegtijdig het gesprek aan te gaan, kan veel onduidelijkheid worden weggenomen. Het instrument geeft ambtenaren vijf uitgangspunten mee om het contact met de Woo-indieners te verbeteren: ze moeten inzetten op goed contact tijdens het hele proces van het Woo-verzoek, de informatiebehoefte van de verzoeker centraal stellen, de verzoeker betrekken bij de selectie van documenten, een Woo-verzoek zo snel mogelijk afhandelen én uitleg geven als informatie niet openbaar wordt gemaakt.

­Toegankelijkheid Maar hoe kunnen beter contact en samenwerking de Woo-processen verbeteren? Ter onderbouwing van de werkwijzer heeft het ACOI de Universiteit van Amsterdam (UvA) onderzoek laten doen naar het gemak waarmee een burger informatie kan vinden over het indienen van een Woo-verzoek. Maarten Marx onderzocht met zijn team 109 willekeurig gekozen bestuursorganen. Uit de resultaten bleek dat veel organisaties hun wettelijke plichten naleven, maar dat de mate van toegankelijkheid verschilt. Sommige overheden benoemen een Woo-contactpersoon met naam en gegevens, terwijl andere vooral een formele route bieden. Een aantal bestuursorganen gaat verder en biedt proactieve hulp. Zij wijst bijvoorbeeld op alternatieve manieren om informatie te verkrijgen, zoals inzage in het eigen dossier of een informeel informatieverzoek. Ook komt persoonlijk overleg met de verzoeker steeds vaker voor. Volgens Marx kan dit het proces aanzienlijk versnellen: ‘Via persoonlijk contact wordt de vraag duidelijker, waardoor er sneller en beter antwoord kan worden gegeven.’ Opvallend is dat kleinere bestuursorganen, zoals middelgrote gemeenten, vaker kiezen voor een persoonlijke benadering dan grote ministeries. Dat komt volgens Marx doordat deze organisaties dichter bij de burger staan en meer ruimte ervaren om laagdrempelig te werken. ‘Het is goed om de procedure minder juridisch te maken. Anders kan een Woo-verzoek al snel uitmonden in eindeloos gedoe.’ Een belangrijke aanbeveling uit het onderzoek vormt de basis van de Samen­werkwijzer: het scherp krijgen van de informatiebehoefte aan het begin van het proces. Marx: ‘Een burger die iets wil weten maar ook niet precies weet wat, en zeker niet hoe hij daarachter moet komen, moet je als overheid helpen. Dat kan alleen als je aan het begin van het proces samen die informatiebehoefte scherp krijgt, zodat je veel beter, sneller en goedkoper een antwoord kunt geven.’ Door in gesprek te gaan, kunnen overheid en verzoeker samen bepalen welke informatie relevant is.

Minder administratielast Soms blijkt dan dat een formeel Woo-verzoek niet eens nodig is, omdat de burger via andere kanalen al voldoende geholpen wordt. Marx: ‘Dit scheelt niet alleen de verzoeker tijd, maar vermindert ook de administratieve last voor de overheid, bijvoorbeeld bij het tijdrovende proces van zwartlakken.’ Het gebruik van de Samenwerkwijzer is niet verplicht, maar wordt wel sterk aanbevolen door zowel het ACOI als het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Door meer te investeren in persoonlijk contact en samenwerking, kunnen Woo-verzoeken sneller, beter en met minder frustratie worden afgehandeld. En dat is weer een stap dichter richting een meer open en toegankelijke overheid. ◼

Deel dit artikel