Wat zie je eigenlijk?

Tussen waarnemen en verstaan ligt het gesprek

Tekst Guido Rijnja Beeld Shutterstock

Hoe vaak denken we dat we hetzelfde waarnemen, terwijl we langs elkaar heen kijken? In dit essay onderzoekt Guido Rijnja hoe echte verbinding ontstaat: niet via feiten alleen, maar via verhalen die raken, percepties die wringen en gesprekken die betekenis geven. Want wat zie je eigenlijk – en wie ziet jou?

‘Argumenten zijn alleen interessant voor wie er naar op zoek is’

‘Ja, schitterend’, zegt de Wageningse hoogleraar communicatiewetenschappen, met wie ik vanuit de trein op de Waalbrug naar Nijmegen blik. ‘Mooi hè’, heb ik kort daarvoor gezegd. Nadat we even zwijgen, vraagt hij: ‘Wat zie je eigenlijk?’ Hij blijkt geraakt door een schip dat op de brug komt afgevaren, terwijl ik me vergaap aan de huizenrij in de lage zon. We stellen vast hoe grappig het is om af te stemmen, zonder verbinding te maken. Cees van Woerkum is inmiddels met emeritaat en het was niet de eerste keer dat hij me verraste. Geraakt als hij was door percepties. Die sterker zijn dan feiten, want ‘argumenten zijn alleen interessant voor wie er naar op zoek is’. Dat had hij me eerder een keer voorgehouden. Althans, dat wist ik mij te herinneren, want toen ik het voorval opwierp, had hij er zogezegd geen actieve herinnering aan. Maar ontkennen, nee, hij had het gezegd kunnen hebben. Wat weer haarfijn het onderscheid toonde tussen het begrip ‘waarheid’ en die raadselachtige pendant ‘waarachtigheid’, dat staat voor dat iets waar zou kunnen zijn.

Schuren Waar een generaal bij Defensie, die ooit het judaïsme bestudeerde, me eens op wees toen ik hielp om voor zijn dienstonderdeel een corporate story te maken. Verhalen moeten schuren, wist hij: sterker nog, zo zijn parabels in de bijbel ontstaan. Salomon kwam tot zijn beroemde oordeel toen twee vrouwen het moederschap over een kind claimden, doordat de echte moeder bij zijn suggestie om het kind in tweeën te hakken opveerde en het kind aan de ander schonk – opdat haar lieve boreling zou blijven leven. Niet de kwestie, noch het oordeel, maar het gesprek wat hierdoor bij lastige dilemma’s kon ontstaan: daarin schuilde de kracht van het verhaal. ‘There’s no good story without conflict’, zou toneelschrijver Bernard Shaw eeuwen later zeggen: alle grote verhalen laten zien dat een vertelling van betekenis is zodra wordt doorverteld dat het schuurt, de held door het putje gaat en iets of iemand zich ontpopt als helper. Die even meeloopt en verder helpt brengen waar eerst geen woorden voor waren of beelden tekort­schoten. Wat Sam was voor Frodo en Vergilius voor Dante.

Kracht van doorvertelling Zonder verhaal geen verbinding dus, en niet de feitelijke waarheid maar de kracht van de doorvertelling doet ertoe. Ook wel bekend als: het gesprek. Zoals de verbinding van twee mannen in de trein niet tijdens de waarneming tot stand kwam, maar in de fase daarna: toen ze betekenis wisten te geven aan de informatie, toen er ruimte was voor dialoog, door fysicus en filosoof David Bohm zo raak gedefinieerd als ‘de rede door het gesprek stroomt’. De hiervoor genoemde Van Woerkum was eens door een provinciebestuur uitgenodigd om mee te denken over haperende ruilverkaveling: het lukte maar niet om boeren aan tafel te krijgen voor herverdeling van landbouwgrond. Hij overnachtte in een lokale herberg en hoorde ’s avonds een gezelschap boeren soebatten. Voornaamste zorg: de opvolging van het bedrijf. Hun kinderen deden niet wat zij wel hadden gedaan: je vader opvolgen in het bedrijf. Dieper­liggende zorg: zicht op een pensioen als de oude dag aanbreekt. De een had al eens aangeklopt bij de bank, de ander zei zich nog te oriënteren. En oh ja, wist ook nog iemand te vertellen, die ruilverkaveling kwam eraan. Daar deden ze moeilijk over bij de provincie. Ach ja, ze zouden wel zien: er waren belangrijkere dingen aan de orde… De prof zou de provincie helpen om oog te krijgen voor wat de boeren echt beroerde, en toen vervolgens het contact met de bank werd versterkt en perspec­tieven in beeld kwamen, ontstond ander contact dan als het alleen over ruilverkaveling was gegaan.

Guido Rijnja is adviseur communicatiebeleid bij de Rijksvoorlichtings­dienst. Hij is bijna met pensioen. Hij werkte eerder bij de ministeries van BZK, J&V, de gemeenten Den Haag en Rotterdam en de VNG. In 2012 schreef hij een proefschrift over ambtelijke omgang met tegenspel, Genieten van weerstand. Hij is dol op dilemma’s en de logica daarvan.

Verbinding door interactie Als Noëlle Aarts begin juni dit jaar afscheid neemt als hoogleraar socio-ecologische studies aan de Radboud Universiteit komen verwante vertellingen op tafel. Ooit trad ze als onderzoeker en docent in Wageningen in de sporen van Van Woerkum. In haar werk zijn krachtige lijnen te vinden die de bron van haar inspiratie verraden. ‘Verbinding ontstaat in interactie’, houdt ze de volle zaal voor: ‘Alleen in gesprekken zijn we in staat om te herkennen wat er echt toe doet.’ Je kunt er ook Nobelprijswinnaars Tversky en Kahneman bijhalen, die ontdekten dat we voor maar liefst 95 procent van onze reacties op percepties afgaan, om pas daarna van dit impulsieve ‘systeem 1’ naar het rationele ‘systeem 2’ over te gaan. Johan Remkes kwam met zijn analyse van de stikstofaanpak tot niet heel andere bevindingen dan het landbouwministerie met alle technologische adviseurs boven tafel had kunnen krijgen. Maar hij was begonnen met te luisteren naar wat agrarische ondernemers primair bezighield. Als ‘onafhankelijk gespreksleider’ (de titel koos hij weloverwogen) luisterde hij tevoorschijn dat ze niet zaten te wachten op weer een hotemetoot die uitlegt hoe schadelijk de uitstoot en de neerslag van stikstof is. Dat wisten ze wel. Hij schrijft: ‘Bovendien – misschien wel het belangrijkste – moet er echte erkenning zijn van de emoties en woede. Dat krijg je nooit goed op papier, maar de kern is dat een groot deel van de boeren én inwoners van het landelijk gebied zich zwaar tekort gedaan (en soms zelfs bedonderd) voelt en naar mijn inzicht ook tekort gedaan is. Hoewel wetsovertreding en intimidatie altijd afgekeurd moeten worden, ben ik enorm geschrokken van de oprechte wanhoop die in de ogen van redelijke mensen te zien is. Dat hier heftige emoties uit volgen, begrijp ik wel.’

‘Alleen in gesprekken kunnen we herkennen wat er echt toe doet’
‘Waar je met je hoofd niet bijkunt, zijn argumenten heilloos’

Evenredigheid, openbaarheid, vertrouwen Noëlle Aarts hoor ik iets verwants zeggen: wie niet op percepties aansluit, rekent buiten de waard. Om te beginnen “buiten de waarden”, waarvan we weten dat die ons handelen altijd sturen en misschien daarom voor iedere overheidsdienaar zijn gebeiteld in de Algemene beginselen van behoorlijk bestuur: fair play, evenredigheid, openbaarheid, vertrouwen. ‘Alles begint bij contact’ heet een programma van de Voorlichtingsraad. Onder deze vlag proberen de gezamenlijke communicatiedirecties van de ministeries bij alle doen en (steeds meer) laten van de overheid te beginnen met wat het begrip contact letterlijk belooft: aanraakbaarheid. Ooit het gedicht van Lucebert gelezen voorbij de bekende beginregel? Na ‘Alles van waarde is weerloos’ volgt de zin ‘Wordt van aanraakbaarheid rijk’. Rijk met een kleine letter: natuurlijk. Bescheidenheid staat er niet letterlijk tussen bij de beginselen van behoorlijk bestuur, hoewel détournement de pouvoir er wel naar knipoogt. En waarmee begint contact? Met erkenning: de ervaring dat iemand je echt ziet staan – met wat er voor jou op dat moment toe doet. Waar je met je hoofd niet bijkunt, zijn argumenten heilloos. Ruim baan voor degene die alle zintuigen weet te benutten. De goede vraag stelt: wat zie je eigenlijk? En dan het gesprek z’n werk laten doen. ◼

Deel dit artikel