Besturen is geen spelletje

Tijd voor volwassen politiek

Na 336 dagen was het over met het kabinet-Schoof. Alleen twee kabinetten van Balkenende zaten korter dan dit kabinet, maar dat waren eigenlijk meer overgangskabinetten. Mogelijk was het kabinet-Schoof ook een soort overgangskabinet. Maar een overgang naar wat?

Mark Frequin is voormalig top­ambtenaar. Op dit moment is hij adviseur en trainer op het gebied van publiek leiderschap, samenspraak en tegenspraak. Voor de ABD stelde hij het Kompas voor Publiek Leiderschap op.

‘Vanaf dag een – te beginnen bij de formatie – was dit een kansloos kabinet’

Zo’n 223 dagen duurde het voordat het kabinet-Schoof van start ging. Ook hierbij is sprake van een plek in de top drie. Gemiddeld duurden formaties na de Tweede Wereldoorlog 103 dagen. Alleen bij twee kabinetten van Rutte duurde het langer dan bij het kabinet-Schoof. De krantenkoppen vatten het als volgt samen:

  • ‘Kabinet ging ten onder aan amateurisme en onvermogen’ (NRC).
  • ‘Een beschamend slecht uitgevoerd experiment’ (De Telegraaf).
  • ‘Een ongelukkig huwelijk vanaf dag 1’ (de Volkskrant).
  • ‘Kabinet, breiwerk vol gaten’ (NRC).
  • ‘Veel geruzie, weinig beleid’ (de Volkskrant).

Vanaf dag een – te beginnen bij de formatie – was dit een kansloos kabinet. De formatie was een grote worsteling: vier partijen aan tafel die elkaar niet vertrouwden. Het leidde tot eindeloze gesprekken en meerdere verkenningen. We waren er allemaal getuige van: uitbarstingen, huilbuien, boosheid en verwijten over en weer. Maar vooral ook: heel veel getwitter op X. Want inmiddels is het gebruikelijk om eerst op X te laten weten wat men vindt, alvorens het met andere partijen te delen.

Experiment? Na lang zoeken was de uitkomst van al het onderlinge gedoe een extraparlementair kabinet met een kort “regeerakkoord”. Een zogenaamd experiment. Nu ben ikzelf een groot voorstander van experimenten, maar hier werd het experiment al bij de start onder water gedrukt. Niks extraparlementair! Vanuit hun achterkamers regeerden de vier fractievoorzitters. In feite bestuurden juist zij het land. Tot verrassing van de ministers namen zij besluiten, die zij veelal niet eens deelden met de door hén gekozen ministers. En dat korte akkoord op hoofdlijnen kwam er ook niet. Het hoofdlijnenakkoord van de vier partijen telde weliswaar nog maar 26 pagina’s, maar het regeerprogramma dat daarop volgde telde nota bene 138 pagina’s. En dan moesten ook nog alle “onrechtsstatelijke opvattingen” van de PVV in de ijskast (of koelkast, naar keuze). Het ging hierbij om het door de PVV terzijde schuiven en negeren van fundamentele principes van de rechtsstaat, zoals rechtszekerheid, rechtsgelijkheid en legaliteit. Geert Wilders heeft deze ‘koelkastopberging’ opgewekt toegezegd. Maar deze leider van een partij met slechts een lid (wat je in andere landen nauwelijks kunt uitleggen), die over het parlement spreekt als ‘nep-parlement’, rechters uitscheldt als de uitspraken hem niet bevallen, journalisten ‘tuig van de richel’ noemt, internationale verdragen terzijde schuift, vriend is van het Russische volk en de EU ziet als een soort vijandige mogendheid, bleef zich vrij voelen om de grenzen van de rechtsstatelijkheid actief op te zoeken.

Demissionair premier Dick Schoof staat de pers te woord na afloop van het debat in de Tweede Kamer over de val van het kabinet. Beeld: ANP Foto

Onbegrijpelijke coalitie Het leverde een onbegrijpelijke coalitie op waarin zelfs een basislijn nodig was voor het waarborgen van de Grondwet, de grondrechten en de democratische rechtsstaat, aldus verkenner Plasterk. Maar met ‘Hoop, lef en trots’ gingen de vier moeizaam samenwerkende en elkaar wantrouwende partijen aan de slag met grootse plannen. Plannen zoals meer bestaanszekerheid, het strengste migratiebeleid ooit, een ander kiesstelsel, voedselzekerheid voor ‘ons allemaal’, een Constitutioneel Hof, Nederland veilig houden en grote impulsen voor woningbouw, energie en infrastructuur.

Balans opmaken Na 336 dagen missionair kabinet kan de balans worden opgemaakt. Kort gezegd: we staan er slechter voor dan bij de start van het kabinet. Stikstof niet opgelost, woningbouw vertraagd, energie gaat op slot, infrastructuur loopt tegen grote onderhoudsvragen aan, natuur nog geen plan, boeren in onzekerheid, kosten voor de zorg stijgen, onderwijs onder druk… Kortom: een pijnlijke balans. En daar staan alleen wat slappe ballonnetjes tegenover, zoals op twee wegen 130 km rijden, rode diesel voor tractoren (oh nee, zelfs dat is nog niet gelukt), geen dagje uit voor jonge asielzoekers naar de Efteling, een financiële impuls voor de spoorlijn Emmen–Stadskanaal (wat wel ten koste ging van de Lelylijn, die was toegezegd), en huurbevriezing (wat weer ten koste ging van het investeren in woningen voor toekomstige huurders).

Geestig en pijnlijk En dan valt het kabinet over de beperkingen in de asielstroom. Wat geestig, maar ook pijnlijk is. Want daar waren ze het juist wel over eens. Niet over alle maatregelen natuurlijk, want in het lijstje van Wilders stonden niet alleen realiseerbare opties. Dit leidde bij de drie overgebleven partijen – VVD, NSC en BBB – tot de verbaasde reactie dat ze het grotendeels toch eens waren. Maar ja, toen had Geert Wilders de stekker er al uitgetrokken. Stekker eruit? Er was geen sprake van een ordentelijke elektrische verbinding. Het was niet meer dan een wankel contact – of zoals onze oosterburen zeggen: ein Wackelkontakt. Waarna er ook nog een gevecht ontstond over welke partij de asielportefeuille mocht hebben. Met als resultaat het opknippen in drie stukken. Wat een waanzin. Ministeries worden opgeknipt, opgeheven en opgericht door partijen die denken dat zij in een Lego-paradijs zitten. Stop daarmee.

Hoe nu verder? Met grote waarschijnlijkheid gaan we nog een jaar tegemoet voordat er een nieuw kabinet zal zitten. We beginnen al met bijna vijf maanden voordat er verkiezingen zijn. Daarna volgen vast nog vele maanden formeren. Dit demissionair kabinet zal, denk ik, nog wel een klein jaar blijven zitten. Verkiezingen en formatie zullen wederom in het teken staan van beloften – beloften die later niet waargemaakt kunnen worden. We kunnen ons weer opmaken voor een eindeloze reeks van ‘wat wij voor de gewone burger, de man in de straat en de mensen in de wijken’ gaan betekenen. Wanneer wordt nu eens hardop gezegd dat besturen betekent dat er ongemakkelijke beslissingen moeten worden genomen? Grote vraagstukken als de toekomst van de natuur, duurzame energie, beter onderwijs, een ander belastingstelsel, het afschaffen van de stapeling van toeslagen via een soort basisinkomen, ordening van de ruimte, het echt versnellen van woningbouw, oplossingen voor groeiende sociale ongelijkheid … die vragen om lastige besluiten. En dat graag door bestuurders die van wanten weten. Bestuurders met een rechte rug en met ervaring. Niet zoals het amateurisme dat in de afgelopen periode welig tierde. Amateurisme heeft zijn charme – het betekent immers ‘liefde voor’ – maar alstublieft: mag het landsbestuur weer wat professioneler?

Hou op met loze beloften Hou vooral op met beloften die niet kunnen worden waargemaakt. Hou zeker op met anderen daar de schuld van geven. En behandel kiezers weer serieus. Het gaat bij het besturen van het land niet om het uitdelen van cadeautjes. Vrijwel iedereen snapt dat het bij het landsbestuur niet gaat om ‘wat kunt u voor mij doen?’, maar om het algemeen belang. En algemeen belang betekent het afwegen van vaak tegenstrijdige belangen en het maken van lastige keuzes op de lange termijn. Dat snapt (vrijwel) iedereen! Vandaar mijn omproep aan Den Haag: stop met experimenteren. Stop dat weer in de ijskast – of beter nog: in de vriezer. Nederland verdient beter. ◼

‘Verkiezingen en formatie zullen wederom in het teken staan van beloften’

Deel dit artikel