Wat de overheid kan doen voor zzp’ers
Niet pas bij schulden, maar bij de start
Tekst Dave Schut Beeld Over Rood
Veel zelfstandigen beginnen hun bedrijf vol enthousiasme en vakmanschap, maar belanden toch in financiële problemen. Een gebrek aan begeleiding, ingewikkelde regels en schaamte zorgen ervoor dat hulp vaak te laat komt. Coby Eestermans van Over Rood ziet dagelijks hoe hardwerkende ondernemers kopje-onder dreigen te gaan en hoe vroegtijdige ondersteuning het verschil kan maken.
Coby Eestermans roept ambtenaren op te kiezen voor een vriendelijke benadering
‘De reflex van veel ondernemers is om door te werken’
Over Rood is een vrijwilligersorganisatie die sinds 2012 ondernemers bijstaat die in financiële problemen zijn geraakt. Tweehonderd vrijwilligers, verspreid over twintig locaties door het land, helpen eenmanszaken, kleine vof’s en bv’s die tussen wal en schip dreigen te vallen. ‘Wij richten ons dus echt op de kleine bedrijven,’ zegt Eestermans. ‘Grote bedrijven kunnen gemakkelijker zelf expertise inhuren. Zij hebben ook vaak al een goede accountant.’
In de knel In het begin groeide Over Rood gestaag, maar na corona explodeerde de vraag naar hulp. Eestermans: ‘Vooral in 2022, toen de Belastingdienst alle coronasteun ging terugvorderen, zijn wij veel groter geworden. Toen bleek ineens dat heel veel ondernemers in de knel zaten.’ Over Rood vult volgens haar een leemte in de hulpverlening vanuit de overheid. ‘Ondernemers hebben helaas maar weinig opties. Een voorbeeld: een zzp’er heeft financiële problemen, meldt zich bij daarvoor bij de gemeente, maar moet dan eerst zijn zaken in orde hebben. Terwijl dat nu juist het probleem is. De administratie rammelt, aangiftes zijn niet gedaan, hij weet niet precies hoeveel schulden hij heeft. Dan zegt de gemeente meestal: je administratie moet op orde zijn en alle aangiften ingediend. Dan pas kunnen we je begeleiden naar de schuldsanering.’ Over Rood fungeert als brug tussen het moment dat een ondernemer in de problemen raakt en het punt waarop hij wel officiële schuldhulp kan krijgen. Het beeld van de ondernemer die lange tijd niet werkt en dan pas in moeilijkheden komt, klopt vaak niet met de werkelijkheid, zegt Eestermans. ‘Wat we veel zien, zijn vakmensen die enthousiast beginnen met hun bedrijf. Ze kunnen goed stuken of schilderen, ze weten precies wat ze doen, ze hebben alleen grote moeite met de administratie daaromheen. Ze begrijpen niet wat ze nu precies met hun belastingen moeten.’ Vaak besluiten ze ook nog eens te bezuinigen op een boekhouder, zegt Eestermans. ‘Want ze hebben nog niet zo veel inkomsten. Dat moeten ze allemaal nog opbouwen. Maar na een jaar meldt de Belastingdienst zich: we hebben nog geen btw-aangifte van u gehad. U moet nog inkomstenbelasting betalen. En dan beginnen de problemen zich pas te openbaren.’
Oplossingsroutes De reflex van veel ondernemers is om door te werken. ‘Ze proberen het ene gat met het andere te vullen. Tot het moment dat het niet meer lukt. En dan zijn de schulden al zo hoog opgelopen dat een ondernemer bijvoorbeeld de huur niet meer kan betalen.’ Wanneer zo iemand zich bij Over Rood meldt, is de eerste stap altijd dezelfde. ‘Onze vrijwilligers maken een complete scan van de ondernemer. Een schuldenlijst, een budgetplan. Wat komt er maandelijks binnen, wat gaat eruit en zijn er nog mogelijkheden om de problemen op te vangen?’ Daarna zijn er drie mogelijke routes, legt Eestermans uit. In het eerste scenario heeft de ondernemer voldoende afloscapaciteit. ‘Dan maken wij een mooi aflosplan. We benaderen schuldeisers, treffen regelingen en de ondernemer kan verder.’ Bij de tweede route valt er niets meer te redden. ‘De schulden zijn dan zo hoog dat het bedrijf niet meer levensvatbaar is. Dan begeleiden wij de ondernemer naar persoonlijke schuldhulpverlening.’ De derde route betreft de ondernemers met pech. ‘Zij hebben in de basis een goed bedrijf, alleen hebben ze een moeilijke tijd. Voor hen is er nog wel iets te redden via de gemeente, die bijvoorbeeld krediet kan verstrekken om schulden af te kopen.’
Schaamte Wat Eestermans altijd weer merkt, is dat schaamte een grote rol speelt. ‘Dit zijn mensen die uit passie een onderneming zijn begonnen, met het idee dat ze daarin zullen slagen. En gaandeweg bleek het ze niet te lukken om succesvol te worden. Dat is heel zuur. Als je een baan hebt, kun je gewoon tegen je omgeving zeggen dat je een andere baan gaat zoeken. Maar als ondernemer moet je toegeven: mijn bedrijf is mislukt. Door die schaamte duurt het vaak erg lang voordat ze in actie komen.’ Ze roept bestuurders en ambtenaren op om de samenwerking op te zoeken in deze keten. ‘Bijvoorbeeld de samenwerking tussen gemeente en Over Rood. Als je samenwerkt, is het veel gemakkelijker om iemand te helpen.’ Ook hoopt ze dat ambtenaren kiezen voor de vriendelijke benadering – voor zover ze die mogelijkheid krijgen. ‘Er zijn gemeenten die bewust heel formeel blijven. Dan zegt de ambtenaar gewoon wat de ondernemer moet aanleveren, en dat is het dan. Mist de ondernemer een document, dan kan hij weer acht weken wachten. Ik ben meer van een andere houding: laten we het samen doen. Mensen met financiële problemen zijn vaak lamgeslagen. Ze durven nauwelijks brieven open te maken. Zij hebben niet alleen hulp nodig, ze kunnen ook echt een buddy gebruiken.’
‘Hoe sneller je erbij bent, des te kleiner de lasten’
Beter voorlichting Een andere suggestie is betere voorlichting aan de start. ‘Een inschrijving bij de Kamer van Koophandel gaat nogal snel. Misschien krijg je nog een boekje mee waarin het een en ander wordt uitgelegd, maar verder is er nauwelijks begeleiding. Daar is nog wel een wereld te winnen. En ook de Belastingdienst zou meer preventief kunnen doen, zodra ze iets signaleren.’ Hoe sneller je erbij bent, des te kleiner de lasten, is Eestermans’ overtuiging. ‘Ook de kosten voor de maatschappij zijn dan veel lager. Dus ik ben voorstander van zo vroeg mogelijk handelen. Op de korte termijn kan dat voor de ondernemer vervelend zijn, maar daarna kan hij door met zijn bedrijf. Gemeenten die willen samenwerken, of die niet weten hoe ze ondernemers in nood kunnen helpen, mogen altijd contact met ons opnemen.’ ◼
Deel dit artikel