Misbruik van de Woo
‘Als iemand echt geïnteresseerd is, dan zijn er vaak goede afspraken te maken’
Tekst Dave Schut Beeld Shutterstock
Hoe goed en belangrijk de Wet open overheid ook is, er zijn helaas mensen die er misbruik van maken. Lichtpuntje: rechters krijgen hier steeds beter zicht op. In gesprek met Joram de Gans en Arjo Buurma van Vijverberg Advocaten & Adviseurs, die veel ervaring hebben op dit terrein.
‘Je kunt nog steeds geld verdienen aan misbruik van de Woo’
Arjo Buurma kwam 12 jaar geleden al in aanraking met soortgelijk misbruik. ‘De Woo bestond toen nog niet, maar dit probleem begon bij de Wob. Dat ging om verkeersboetes,’ vertelt hij. ‘Er werd niet alleen bezwaar gemaakt tegen die boetes, maar er werden daarnaast allerlei Wob-verzoeken eromheen gedaan. Dat ging maar door. Op zo’n manier dat het lastig werd om die verzoeken goed en tijdig af te handelen.’ De Raad van State schoot uiteindelijk te hulp. ‘Uit het proces bleek heel duidelijk dat deze verzoeken gericht waren op geld verdienen. De Wet dwangsom hield namelijk in dat je geld moest betalen als je te laat reageerde. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties kreeg toen door hoeveel dit kostte. Voor Ronald Plasterk, destijds minister, was dit reden voor een wijziging. De Wet dwangsom was vanaf dat moment niet meer van toepassing op de Wob. En onder de Woo is dit doorgezet.’
Te laat Toch is er nog steeds een mogelijkheid om geld te verdienen aan misbruik van de Woo, zegt Buurma. ‘Je kunt namelijk naar de rechtbank stappen om een bestuursorgaan in gebreke te stellen, als het desbetreffende orgaan te laat op het verzoek reageert. Meestal komt er direct een uitspraak, zonder zitting, en wordt dit beroep gegrond verklaard. Omdat er inderdaad te laat is beslist. Hierbij draagt de rechter het bestuursorgaan op om alsnog te beslissen binnen een bepaalde termijn. Voor elke dag dat je te laat bent, betaal je een dwangsom. Dat kan oplopen tot vijfhonderd euro per dag. Dus ja, dat gaat heel hard. Daarnaast moet je soms ook nog griffierechten en proceskosten betalen.’ Joram de Gans was lange tijd bestuursrechter. Nu geeft hij veel cursussen, onder meer over misbruik van de Woo. ‘Uit verhalen van deelnemers kan ik opmaken dat dit door heel Nederland speelt,’ zegt hij. ‘Het is nog relatief nieuw terrein, dus velen zijn nog aan het onderzoeken hoe ze hiermee om moeten gaan. Ook merk ik dat het probleem nog steeds toeneemt, ondanks alle pogingen van wetgever en rechterlijke macht om dit in te dammen.’ Geld is niet het enige motief voor misbruik, zegt De Gans. ‘Er zijn ook mensen die dit beschouwen als een manier om hun gram te halen op de overheid, om hun persoonlijke frustratie te uiten. Of als politiek pressiemiddel, waar de gemeente Amsterdam mee te maken heeft gehad: iemand wilde dat de gemeente Israël zou boycotten en bleef Woo-verzoeken indienen tot dat gebeurde. Weer een andere categorie is de burger die er een hobby van heeft gemaakt. Die het gewoon heel leuk vindt om veel met de overheid te corresponderen. En dan zijn er nog de zelfbenoemde soevereinen, die zich helemaal onttrekken aan het staatsgezag.’
Procesgedrag Dan de belangrijkste vraag: wanneer is er sprake van misbruik? Hoe kun je dit herkennen? Een van de methoden die rechters nu hanteren, gaat op basis van het procesgedrag, zegt Buurma. ‘Een goed voorbeeld uit eigen ervaring is een Wob-verzoek dat ooit bij het hoofdbureau van de politie werd gedaan. Dat verzoek was niet op tijd afgehandeld, dus kon de politie in gebreke worden gesteld. Maar wat deed deze verzoeker? Die stuurde de ingebrekestelling niet naar het hoofdbureau, maar naar een bijkantoor van de politie. En in dit document stond het oorspronkelijke Wob-verzoek niet eens vermeld, waardoor die koppeling niet gemaakt kon worden. Dus toen vroeg de rechter aan de verzoeker: u heeft toch belang bij een snelle afhandeling? Waarom stuurde u dit dan niet naar het hoofdkantoor? Zo kwam uiteindelijk in de uitspraak te staan dat uit het procesgedrag bleek dat het doel was om dwangsommen te verkrijgen. Misbruik, dus.’ Maar juist het vaststellen van een doel is meestal erg lastig, vult De Gans zijn collega aan. ‘Omdat je bij een Woo-verzoek niet hoeft aan te geven waarom je bepaalde publieke informatie wilt hebben. Soms kan de rechter pas bij een achtste verzoek vragen: wat wilt u hier eigenlijk mee doen? En als er dan een kulverhaal volgt, dan kan eindelijk worden aangenomen dat het om misbruik gaat.’
‘Sommige mensen gebruiken de Woo om hun gram te halen’
‘Een deel van de oplossing ligt toch bij de rechtspraak’
Spanningsveld De gehaaide bureaus die geld willen verdienen, hebben volgens De Gans hun antwoord meestal klaarliggen. ‘Die zijn erop voorbereid. Die zeggen: wij willen dit onderwerp aan de kaak stellen, wij willen er een boek over schrijven. Gelukkig kan de rechter dan doorvragen: oké, hoever bent u met dit boek? Wat staat er precies in? Kan zo’n bureau daar geen antwoord op geven, dan kan de rechter alsnog misbruik van recht aannemen. Maar goed, dan ben je alweer een paar stappen verder, en soms ontbreken de mogelijkheden om deze kritische vragen te stellen.’ Buurma en De Gans willen graag benadrukken dat ze het volkomen logisch vinden dat er zulke hoge eisen worden gesteld aan het vaststellen van misbruik. Buurma: ‘Want het is nogal een zware aantijging. De overheid is van ons allemaal, dus moet iedereen in principe alle documenten van de overheid kunnen inzien. Dat lijkt me een goed uitgangspunt. De uitvoering kan alleen erg lastig zijn. Je moet de informatie opzoeken, beoordelen, persoonlijke gegevens weglakken. Dat kost veel tijd en energie. Er zit dus een spanningsveld tussen enerzijds openheid en transparant – van groot belang voor de democratische rechtsorde – en anderzijds de belasting voor ambtenaren.’ Bij misbruik is deze belasting buitengewoon frustrerend, zegt De Gans. ‘Rechters herkennen dit ook steeds vaker. Ook zij zeggen nu weleens: ik ga uw zaak niet behandelen, want dit is al de honderdste keer dat u bij mij komt. Ik kan mijn tijd beter besteden aan mensen die echt een probleem hebben.’
Belediging en bedreiging Al gaat het niet alleen om tijd. De Gans: ‘We moeten niet onderschatten hoeveel negatieve energie het kost om al die kansloze Woo-verzoeken op te vangen. Vooral mensen die de strijd aan willen gaan met de overheid, kunnen de fatsoensgrenzen soms behoorlijk overschrijden. Tot belediging en bedreiging aan toe. Dat gaat je niet in de koude kleren zitten, als betrokken ambtenaar.’ Bestrijding van misbruik van de Woo hoeft niet alleen van rechters af te hangen, zegt Buurma. Overheidsinstanties kunnen er zelf ook iets tegen doen. ‘Actieve openbaarmaking,’ zegt hij. ‘Dat is natuurlijk ook het hele idee van de Woo. Eigenlijk zegt de wetgever: bestuursorganen, zorg ervoor dat je je informatiehuishouding op orde hebt. Dat alle documenten zijn opgeslagen waar ze thuishoren, dus niet verspreid over allerlei verschillende bestanden en mappen. Dan kun je uit eigen beweging al veel openbaar maken. Waardoor je vrijwel elk Woo-verzoek gemakkelijk kunt afhandelen. Als iemand zegt: ik wil deze informatie hebben, dan hoef je alleen maar te zeggen: prima, die kun je hier vinden.’ Buurma heeft nog een tip: ‘Als iemand echt geïnteresseerd is in stukken, dus als er geen sprake is van misbruik, dan zijn er vaak goede afspraken met zo iemand te maken. Een journalist die een deadline heeft, krijgt bijvoorbeeld eerst honderd documenten voor dat artikel en de rest op een later moment. Het eerste advies dat wij op onze Woo-cursus geven, is dan ook: neem contact op. Dat werkt vaak het beste.’
Lat lager Ook hobbyisten zijn hier doorgaans gevoelig voor, zegt De Gans. ‘Als je uitlegt dat al die Woo-verzoeken veel tijd en geld kosten, dan kun je al snel tot een afspraak komen. Hooguit twee verzoeken per maand, bijvoorbeeld. Dit vergt maatwerk, maar je moet het wel proberen. Behalve bij verdienbureaus, uiteraard. Daar moet je juist niet te veel energie in steken.’ De Gans ziet niet zo snel een andere manier om het probleem van misbruik aan te pakken. ‘Wij zijn ook zeker niet tegen de Woo. Deze wet is een groot goed, het is belangrijk dat de burger de overheid kan controleren. Waarschijnlijk ligt een deel van de oplossing toch bij de rechtspraak, die misbruik steeds beter herkent. De lat lijkt iets lager komen te liggen. Waar je vroeger duizend Woo-verzoeken kon indienen voordat er misbruik werd aangenomen, gebeurt dat nu bij honderd, tien of zelfs al de eerste keer.’ ◼
Arjo Buurma
Joram de Gans
Deel dit artikel