Meertaligheid en participatie
Iedere stem gehoord
Tekst Maurits van den Toorn Beeld Hilbert Krane
De Haagse Hogeschool en de gemeente Den Haag hebben een onderzoeksvoucher gekregen met hun onderwerp Meertaligheid in burgerberaden: onderbouwde keuzes voor inclusieve participatie. Er is veel aandacht voor de diversiteit bij het vinden van deelnemers bij burgerberaden. Er wordt een zorgvuldig proces van loting uitgevoerd om een representatieve groep samen te stellen. Als je een diverse deelnemersgroep bij elkaar hebt, moet vervolgens ook het proces inclusief zijn. Ieders stem moet worden gehoord, ook als de deelnemers verschillende talen spreken. De centrale vraag van het onderzoek is: hoe kunnen participatieprofessionals onderbouwde keuzes maken voor het omgaan met meertaligheid voor een inclusief burgerberaad?
Christine Bleijenberg (l.) en Juliet van Viersen
‘Taal heeft effect op hoe we de wereld zien’
‘Bij burgerberaden gaan de deelnemers met elkaar in gesprek, waarna ze met adviezen aan de politiek komen. Het gaat vaak over de fysieke leefomgeving. Inclusie, waaronder meertaligheid, is een voorwaarde voor de legitimiteit ervan,’ verduidelijkt Juliet van Viersen, onderzoeker aan de Haagse Hogeschool; ze is communicatiewetenschapper met speciale belangstelling voor meertaligheid. ‘In de grote steden is een burgerberaad per definitie meertalig; momenteel worden er experimenten uitgevoerd om taalverschillen te overbruggen en te zorgen dat iedereen gelijkwaardig kan deelnemen. Dat kan door teksten te vertalen, de inzet van tolken of het gebruiken van een gemeenschappelijke taal (lingua franca), meestal Engels. Wij doen onderzoek naar al die middelen en het effect ervan op inclusie.’ Taal is heel belangrijk, het is niet alleen een manier van communiceren, maar heeft ook effect op de manier waarop we de wereld zien, de manier waarop we beslissingen nemen en is gebonden aan cultuur en identiteit. Het kiezen voor een specifiek middel is dus complex en niet one size fits all.’ Van Viersen: ‘Bij het gebruik van een andere dan de eigen taal moeten mensen goed luisteren; het gesprek kan daardoor beter worden. Daar staat tegenover dat mensen wel in staat moeten zijn om complexe onderwerpen in het Engels te bespreken, het gaat om iets anders dan een kop koffie bestellen. Mensen kunnen zich in een burgerberaad over een complex onderwerp geremd voelen om iets in te brengen in een gesprek. Daarnaast betekent een gemeenschappelijke taal spreken niet dat je elkaar volledig begrijpt. Niet-moedertaalsprekers (bijvoorbeeld van het Engels) vangen niet alle nuances van de taal op en kunnen ze ook niet allemaal uitdrukken. Nuances kunnen echter cruciaal zijn voor het begrijpen van een boodschap: er kunnen makkelijk misverstanden ontstaan.’ Ze gaat verder: ‘Gemeenten doen echt moeite om mensen met verschillende taalachtergronden bij het burgerberaad te betrekken, ook al is de inzet van bijvoorbeeld tolken erg kostbaar. Dat wordt door de deelnemers ook erg gewaardeerd, bleek uit de gesprekken met een aantal deelnemers aan het eerste burgerberaad dat we onderzoeken.’
Volwaardig meedoen Inclusie wordt heel belangrijk gevonden. De deelnemers aan een burgerberaad worden door loting aselect uitgekozen; gemeenten hebben daar inmiddels veel ervaring mee. Maar daarna moet je ervoor zorgen dat ze volwaardig mee kunnen doen. Christine Bleijenberg (associate lector Urban Governance aan de Haagse Hogeschool): ‘Ons onderzoek naar meertaligheid is maar een puzzelstukje in het inclusiever maken van gesprekken. Een goede gespreksleider die ervoor zorgt dat iedereen tot zijn recht komt is ook heel belangrijk. En denk ook aan het invoeren van minder talige werkvormen, zoals tekeningen maken of op excursie gaan. Ook dat kan de inclusie bevorderen.’ Het onderwerp is in dit verband grotendeels nog onbekend terrein. Het is nog niet duidelijk wat goed werkt als het gaat om inclusie. Van Viersen: ‘Er is meer empirisch onderzoek nodig op het gebied van meertaligheid om meer te kunnen zeggen over het effect of de betekenis van meertaligheid in een inclusief participatieproces. We zijn nog in het stadium van data verzamelen. We verwachten daarmee in maart of april komend jaar klaar te zijn en hopen voor de zomer van 2025 de eerste inzichten te kunnen delen.’
‘Meertaligheid is ook een verrijking’
Een burgerberaad is een participatievorm waarbij een grote groep burgers (bijvoorbeeld 150) wordt ingeloot om mee te praten over een belangrijk maatschappelijk thema. Deze groep vormt een afspiegeling van de samenleving. Deelnemers komen een aantal keren bij elkaar om over het thema te praten onder begeleiding van neutrale gespreksleiders. Deelnemers krijgen informatie en ze kunnen deskundigen horen en vragen stellen. Uiteindelijk komt de groep tot een advies over het thema. In gemeenten en provincies is de afgelopen jaren al een groot aantal burgerberaden georganiseerd. In januari wordt het eerste landelijke burgerberaad georganiseerd, het Nationaal Burgerberaad Klimaat.
Nationaal Burgerberaad Klimaat Bleijenberg: ‘We gaan kijken hoe professionals en gemeenten ermee omgaan. Zetten ze bijvoorbeeld de informatie in meer talen op hun website, zetten ze tolken in? En door middel van observaties en interviews willen we te weten komen hoe de deelnemers de bijeenkomsten ervaren. We gaan vier burgerberaden bekijken, drie in verschillende gemeenten en het Nationaal Burgerberaad Klimaat dat binnenkort van start gaat.’ Van Viersen is in ieder geval optimistisch: ‘Zie meertaligheid niet alleen als iets wat overbrugd moet worden, deelname van al die mensen met hun verschillende talen en achtergronden in een burgerberaad is ook een verrijking. Iedere stem wordt zo gehoord.’ ◼
Het onderzoek wordt mogelijk gemaakt door de Hanzehogeschool Groningen, de Erasmus Universiteit Rotterdam, het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Voor meer informatie, ga naar www.kennisknooppuntparticipatie.nl.
Deel dit artikel