Overheid kan veel grotere rol spelen in het ondersteunen van burgerinitiatieven
Creëer fysieke, juridische en beleidsmatige ruimte
Tekst Asha Narain
Beeld Hilbert Krane
Burgerinitiatieven nemen in Nederland steeds vaker het voortouw in het verbeteren van de directe leefomgeving. Van natuurherstel tot korte voedselketens: burgers zoeken naar nieuwe manieren om duurzame verandering te realiseren, vaak door gezamenlijk grond te pachten en projecten op te zetten die de gemeenschap ten goede komen. Toch lopen ze vaak vast in een web van regels, bureaucratie en beperkte toegang tot pachtgrond. Dirk Roep, voormalig hoofddocent rurale sociologie van Wageningen University, ziet burger- initiatieven als een belangrijke drijvende kracht achter maatschappelijke vernieuwing. Hij pleit voor flexibele regels, innovatieve samenwerkingsvormen en een overheid die letterlijk en figuurlijk ruimte biedt aan deze pioniers, onder andere door meer mogelijkheden te creëren voor burgers om landbouwgrond te pachten.
Dirk Roep: 'Ook grote institutionele partijen, zoals pensioenfondsen en verzekeraars, bezitten een groot deel van de landbouwgrond'
‘Burgers lopen vaak vast in een web van regels en bureaucratie’
Het project Herenboeren (https://herenboeren.nl/) laat volgens Roep zien hoe burgerinitiatieven door middel van pachtgrond duurzame landbouw en korte voedselketens kunnen realiseren. Bij Herenboeren nemen burgers in coöperatief verband land in pacht, nemen een boer in dienst en telen hun eigen voedsel. Hierdoor ontstaat niet alleen een gemeenschap die direct betrokken is bij voedselproductie, maar ook een bewustzijn rond seizoensgebondenheid en biodiversiteit. Het is vorm van gemeenschapslandbouw die opgang doet. Dit model draagt bij aan het milieu doordat het gebruikmaakt van minder intensieve landbouwmethoden die de bodemkwaliteit en de omgeving verbeteren. ‘Initiatieven als Herenboeren laten zien dat voedselproductie ook op een milieuvriendelijke manier kan,’ zegt Roep. Toch liep een Herenboeren-initiatief in Ede vast door een wirwar van gemeentelijke regels. ‘Helaas strandde een vergevorderd plan door een opeenstapeling van bureaucratische voorwaarden, terwijl het juist veel voor de omgeving had kunnen betekenen,’ voegt hij toe.
Puntensysteem ‘Een puntensysteem, zoals dat bijvoorbeeld door Brabants Bodem in het Van Gogh Nationaal Park in Noord-Brabant (https://www.vangoghnationalpark.com/nl/homepage/brabants-bodem) wordt toegepast, laat zien hoe het pachtbeleid vernieuwd kan worden,’ legt Roep uit. ‘In plaats van de hoogte van de pachtsom alleen af te stemmen op mogelijke opbrengst van de grond, beoordeelt dit systeem ook de maatschappelijke en ecologische meerwaarde die meer natuurinclusief grondgebruik oplevert. Projecten die bijdragen aan herstel van biodiversiteit door aangepast natuur- en landschapsbeheer krijgen hierdoor voorrang bij het pachten van grond. Zo kunnen initiatieven die meer willen doen dan alleen winst maken, ook een kans krijgen.’ Dit systeem wordt ook door andere provincies, zoals Gelderland, onderzocht. Roep ziet het als een voorbeeld voor de toekomst. ‘Het puntensysteem laat zien hoe we beleid kunnen aanpassen om innovatieve initiatieven te ondersteunen en ruimte te geven aan projecten die zich richten op duurzaamheid en de leefomgeving,’ zegt hij.
Grond als schaarste De beperkte toegang tot betaalbare pachtgrond is een groot knelpunt voor burger-initiatieven. De grondprijzen in Nederland zijn zeer hoog, en de concurrentie om landbouwgrond is hevig. Vooral in gebieden met een sterke landbouwtraditie, zoals de Gelderse Vallei en Noord-Brabant, hebben intensieve landbouwbedrijven vaak de middelen om gemakkelijker toegang te krijgen tot pachtgrond. Dit maakt het voor burgerinitiatieven moeilijk om betaalbare grond te vinden voor hun plannen. Bovendien bezitten ook grote institutionele partijen, zoals pensioenfondsen en verzekeraars, een groot deel van de landbouwgrond. Burgerinitiatieven zoals Land van Ons (https://landvanons.nl/) en Lenteland (https://www.lente.land/), die met burgerkapitaal landbouwgrond aankopen en duurzaam beheren, bieden volgens Roep een alternatief. ‘Deze coöperaties geven burgers de kans om direct bij te dragen aan duurzaam bodemgebruik,’ zegt hij. Toch blijft de impact van gemeenschapslandbouw als deze relatief beperkt vanwege de schaarste en hoge prijzen van grond in Nederland.
Deelgenoten Om burgerinitiatieven te helpen bij de toegang tot pachtgrond, ziet Roep kansen in vernieuwende organisatievormen, zoals coöperaties, maatschappelijke bv’s of deelgenootschappen (https://maatschapwij.nu/duurzaam/damaris-matthijsen-economy-transformers/). Deze organisatievormen geven burgers meer zeggenschap en eigenaarschap, waardoor zij makkelijker gezamenlijk pachtgrond kunnen verwerven en inzetten voor hun projecten. In een deelgenootschap dragen bijvoorbeeld alle leden gezamenlijk verantwoordelijkheid, zonder een hiërarchische structuur. Dit model kan burgerinitiatieven flexibeler en duurzamer maken en past goed bij hun maatschappelijke doelstellingen. Ook maatschappelijke bv’s kunnen voordelen bieden, omdat burgers hiermee investeerder of aandeelhouder worden van projecten met een sociaal-maatschappelijke missie. De kracht van nieuwe organisatievormen als coöperaties en deelgenootschappen is dat ze ruimte bieden aan initiatieven zonder de zware structuur van traditionele bedrijven. ‘Burgers krijgen directe invloed en kunnen flexibel reageren op de behoeften van de gemeenschap,’ legt Roep uit. Deze organisatievormen maken het mogelijk om innovatieve projecten te realiseren, zonder vast te lopen in starre regels en structuren.
De overheid als facilitator Roep ziet een bredere beweging ontstaan waarin verschillende burgerinitiatieven elkaar versterken en samenwerken. Door kennis en middelen te delen, kunnen initiatieven meer bereiken en een grotere impact maken. ‘Als burgerinitiatieven in een gebied zich verenigen rond thema’s als zorg, buurtontwikkeling of voedselvoorziening, ontstaat er een sterke beweging die moeilijk te negeren is voor beleidsmakers en gemeenten,’ zegt hij. Deze kruisbestuiving kan volgens hem leiden tot een duurzamer effect en een stevigere basis voor toekomstige veranderingen. Volgens Roep kan de overheid een grotere rol spelen in het ondersteunen van burger-initiatieven door niet alleen fysieke, maar ook juridische en beleidsmatige ruimte te bieden. Hij pleit voor een flexibele benadering van regelgeving door de overheid: ‘Gemeenten en provincies kunnen bijdragen door niet alleen de letterlijke ruimte te bieden, maar ook de regels en processen aan te passen, zodat innovatieve burgerinitiatieven makkelijker worden opgezet en uitgevoerd. Daarbij kunnen projecten die bijdragen aan ecologisch herstel en duurzaamheid, zoals het verminderen van intensieve landbouwmethoden, voorrang krijgen.’
Kruisbestuiving tussen initiatieven kan leiden tot een stevigere basis’
Ruimte en steun voor pioniers Roep gelooft sterk in de kracht van burger-initiatieven als motor voor duurzame verandering en roept beleidsmakers op om pioniers de ruimte te geven. ‘We moeten ruimte bieden voor experiment en innovatie,’ zegt hij. ‘Door nieuwe organisatievormen als coöperaties en deelgenootschappen te omarmen, en door maatschappelijke en ecologische waarden mee te wegen in grondtoewijzing, kunnen overheid en burgerinitiatieven samen bouwen aan een toekomstbestendige samenleving.’ ◼
Deel dit artikel