Gemeente Huizen
Participatiecoach als aanspreekpunt
Tekst Dave Schut Beeld Gemeente Huizen
De gemeente Huizen is een van de koplopers in de Barometer Burgerparticipatie van dit jaar. Huizen ziet participatie niet als een project, maar als een mentaliteit. Op elk dossier kan samenwerking met de inwoner worden gezocht. Participatiecoach Demetrio Erken en communicatieadviseur Michel van den Bergh proberen dit in goede banen te leiden.
‘Zelfs als je een wens niet kunt honoreren, kun je wel luisteren’
‘Wij zien participatie als een mindset die je op elke afdeling nodig hebt,’ zegt Michel van den Bergh. ‘Daarnaast is er natuurlijk gewoon beleid vereist. En uitvoering. Collega’s met vragen over participatie moeten daarom ergens terechtkunnen. Demetrio is hier als participatiecoach het aanspreekpunt voor.’ Demetrio Erken beschouwt participatie als iets dat steeds weer terugkeert. ‘Het is een blijvende afstemming met inwoners,’ zegt hij. ‘Je voortdurend afvragen: bewegen we de juiste kant op? Zo ja, dan gaan we verder. Zo nee, dan is het tijd voor aanpassing.’ Volgens Erken moet participatie van twee kanten komen. ‘Het is een dialoog tussen gemeente en inwoner. Als je als ambtenaar zo’n gesprek ingaat met een agenda, dan wordt het al gauw ongemakkelijk. De inwoner voelt dat. Het moet juist een open dialoog zijn die verschillende richtingen op kan gaan. Beide partijen moeten bereid zijn om van gedachten te veranderen.’
Wijkpeiling Met enige regelmaat houdt Huizen een zogeheten Wijkpeiling. Van den Bergh: ‘Dat is een digitale enquête door de hele gemeente. We nodigen mensen per brief uit om mee te doen. Zo kunnen we achterhalen hoe zij hun wijk ervaren. Wat waarderen ze? Wat kan er beter? Onder de noemer Bestuur & Inwoners in gesprek gaat het college ook zelf de wijken in. Daarnaast organiseren we wijkavonden, waarvoor we aan de hand van de peiling een wijk selecteren. Bewoners gaan dan in gesprek met het voltallige college. Eerst willen we horen wat er goed gaat. Inwoners plakken bijvoorbeeld post-its met complimenten op de rug van een wethouder. Dat is heel leuk om te zien, zo begin je positief. Maar daarna mag er ook zeker een kritische noot worden gekraakt. Vaak gaat dat om verkeerssituaties of kleine vormen van overlast. Zo leren wij een wijk steeds beter kennen. En andersom: de inwoners leren ook de gemeente kennen.’ Alle inbreng gaat vervolgens mee terug naar de organisatie, zegt Van den Bergh. ‘Dat sturen we naar de teams die bij het desbetreffende onderwerp betrokken zijn. Van sociaal domein tot openbare orde en veiligheid. Zodat zij inzicht krijgen in wat onze inwoners van ons denken en verwachten.’ Van den Bergh benadrukt dat verwachtingsmanagement belangrijk is, op zo’n wijkavond. ‘Lang niet iedere wens kan meteen worden vervuld. Dat moet je er ook zeker bij vertellen. Je moet kunnen uitleggen waarom iets niet kan, of nog niet kan.’
Participatiegids Erken heeft ook contact met inwoners buiten zulke avonden, vertelt hij. ‘Als zij een initiatief opzetten, ga ik bijvoorbeeld even langs voor een praatje. Zodat ik ze daarbij kan helpen. Laatst was er een Halloweenfeest. Dat was nogal uitgebreid, dus daar was toestemming voor nodig. Toen was ik de schakel tussen de initiatiefnemers en de afdeling vergunningen. Verder zijn er buurtbarbecues, Burendag, ja, er is van alles. Heel divers.’ Op de vraag hoe inwoners weten dat ze contact met Erken kunnen opnemen, tovert hij een folder tevoorschijn. ‘Kijk, dit is de participatiegids. Die heb ik samen met collega’s geschreven. Dit komt voort uit een beleidsnota, maar inwoners hebben natuurlijk lang niet altijd zin en tijd om zo’n nota te lezen. Deze gids is een laagdrempelige samenvatting. Een stappenplan voor als je wilt participeren. Mijn gegevens staan er ook op, zodat inwoners weten dat ze bij mij terechtkunnen.’
Andere houding Ook ambtenaren hebben vaak genoeg vragen voor Erken, zegt hij. ‘Enerzijds is participatie voor ambtenaren heel natuurlijk. Zelfs logisch. Vooral collega’s die hier al langer werken vinden het de normaalste zaak van de wereld. Die zeggen: als ik iets ga doen in de openbare ruimte, dan is het eerste wat ik doe: met de inwoners in gesprek gaan. Maar anderzijds is deze vorm van participatie natuurlijk wel intensiever.’ Dat vergt een andere houding. ‘Je moet bijvoorbeeld weleens iets uit handen geven, ook al voelt dat gek, vanuit je expertise. Soms is de technisch beste oplossing bijvoorbeeld niet de oplossing die voor inwoners het meest wenselijk is. Dan is het belangrijk om niet je zin door te drammen, maar om echt te luisteren. Dat kan best lastig zijn.’
‘Het gaat al snel mis, als je achterover gaat leunen’
Grenzen Maar ook voor inwoners zijn er natuurlijk grenzen aan participatie, zegt hij er meteen bij. ‘Vanuit de gemeente stel je een kader op. Er zijn regels waar we ons aan te houden hebben. Sorry, zeg je dan, hier kunnen we het niet over hebben. Ja, dat is dan misschien even slikken.’ Van den Bergh voegt daar weer een nuance aan toe: ‘Zelfs als je een wens niet kunt honoreren, kun je er wel naar luisteren. Je zult nooit 100 procent tevreden inwoners hebben. Dat kan gewoon niet. Er zijn altijd verschillende belangen. Maar je moet wel aan iedereen kunnen uitleggen hoe je als gemeente tot een besluit bent gekomen, daar mag eigenlijk geen kritiek op zijn. Als iemand zegt: ik ben niet gehoord, ik heb het gevoel dat mijn argumenten, mijn stem, mijn sentiment niet wordt begrepen, dan betekent het dat wij iets verkeerd hebben gedaan. Dan is het aan ons om dat de volgende keer beter te doen. Maar als iemand zegt: ik heb mijn zin niet gekregen – ja, dat kan natuurlijk gebeuren.’
Werk aan de winkel Dat brengt Erken op iets anders dat hij graag wil zeggen. Hoewel hij trots is dat Huizen zich koploper mag noemen, wil hij waken voor borstklopperij. ‘We zijn natuurlijk vereerd, laat ik dat vooropstellen. Maar tegelijkertijd weet ik: we hebben nog grote stappen te zetten. Er is echt nog heel veel werk aan de winkel.’ Van den Bergh knikt. ‘Als je bij participatie achterover gaat leunen en denkt: nu hebben we het wel zo’n beetje voor elkaar, dan gaat het mis. De gemeente Huizen is een lerende organisatie. Elke participatieronde begrijpen we dit proces weer een beetje beter.’ ◼
Deel dit artikel