Gemeente Eemsdelta
Burgerparticipatie zonder einddatum
Tekst Asha Narain Beeld Gemeente Eemsdelta
In Eemsdelta heeft burgerparticipatie de afgelopen jaren een sterke ontwikkeling doorgemaakt. Wat begon als een vernieuwende aanpak om inwoners meer verantwoordelijkheid en invloed te geven, is nu verankerd in het gemeentelijk beleid. Het is een van de redenen dat Eemsdelta een van de koplopers is in de Barometer Burgerparticipatie. Een interview met Sarah Spinder, adviseur gebiedsgericht werken & participatie.
‘Hoewel de vooruitgang duidelijk is, zijn er ook uitdagingen’
Vorig jaar behoorde Eemsdelta ook al tot de koplopers in de Barometer. Sindsdien heeft de gemeente op het gebied van burgerinitiatieven een flinke ontwikkeling doorgemaakt. Volgens Sarah Spinder ontstaan er steeds grotere plannen vanuit de inwoners. ‘De subsidieregeling zal nog verlengd worden met 3 miljoen euro, wat ons in staat stelt om meer initiatieven te ondersteunen en uit te voeren,’ aldus Spinder. De voortgang is merkbaar: waar initiatieven voorheen vaak kleinschalig waren, zien we nu dat inwoners steeds grotere projecten aandurven.
Uitdagingen en samenwerking Hoewel de vooruitgang duidelijk is, zijn er ook uitdagingen. Een daarvan is de samenwerking met andere overheden zoals de provincie, het waterschap en zelfs het rijk. ‘We gaan helaas niet altijd over alle gronden en ontwikkelingen in onze gemeente. Dit maakt het soms lastig om projecten soepel te laten verlopen,’ zegt Spinder. ‘Het betrekken van andere overheden kan complex zijn, maar het gaat steeds beter doordat zij het voordeel inzien van onze lokale kennis en contacten met inwoners.’ ‘Daarnaast zijn we nog steeds onderweg naar een nieuwe realiteit. We leren en werken door het te doen, waardoor processen soms nog niet altijd zorgvuldig worden uitgevoerd. Wanneer dat gebeurt, grijpen het college, de directie en de interne ondersteuning direct in om verbeteringen door te voeren.’
Participatie structureel verankerd Een van de grootste successen van het participatiebeleid in Eemsdelta is dat participatie nu structureel verankerd is in het gemeentelijk beleid. Dat beleid kent geen einddatum en is dus een blijvend onderdeel van de werkwijze van de gemeente. ‘We hebben duidelijke doelen gesteld waaraan we samen met de gemeenteraad werken,’ zegt Spinder. ‘Evaluatiegesprekken en participatie als vast onderdeel van raads- en collegevoorstellen zorgen ervoor dat het onderwerp levend blijft, ook bij wisselingen in het bestuur.’ Ze benadrukt ook het belang van opleiding en continue bewustwording. ‘We blijven mensen opleiden, zeker nieuwe medewerkers. Daarnaast nemen we de gemeenteraad jaarlijks mee naar buiten om samen met actieve inwoners in gesprek te gaan. Dit houdt participatie actueel en relevant.’
Vertrouwen tussen inwoners en bestuur Sinds de invoering van het gebiedsgericht werken is het vertrouwen tussen inwoners en de gemeente merkbaar verbeterd. Dit blijkt uit de tweejaarlijkse onderzoeken die Eemsdelta uitvoert om de samenwerking tussen inwoners en de gemeente te monitoren. ‘We zien een positieve ontwikkeling in de tevredenheid van inwoners,’ vertelt Spinder. ‘De kunst is om als ambtenaar de menselijke kant voorop te zetten en zij aan zij met inwoners te werken aan plannen die hun leefwereld raken.’ Om participatie zo breed mogelijk te maken, zet de gemeente zich in om verschillende groepen inwoners te betrekken. Voor kwetsbare groepen werkt de gemeente met ervaringsdeskundigen. ‘Het is echter belangrijk om te vermelden dat inwoners met veel sociale problemen de leefbaarheid niet als prioriteit zien, waardoor samenwerken met de gemeente voor hen vaak geen prioriteit heeft,’ merkt Spinder op. Jongeren worden actief betrokken via de jongerenorganisatie en kindergebiedsregisseurs, evenals via samenwerkingen met lokale scholen en de campus. ‘Het is van belang dat ook deze groepen zich gehoord voelen en de kans krijgen om deel te nemen aan participatieprocessen.’
‘De kunst is om als ambtenaar de menselijke kant voorop te zetten’
Rol van gebiedsregisseurs De gebiedsregisseurs spelen een belangrijke rol in het succes van de participatie in Eemsdelta. Zij kennen de inwoners, de structuren in dorpen en wijken, en hebben een uitgebreid netwerk binnen de gemeente. ‘Gebiedsregisseurs zijn het eerste aanspreekpunt voor inwoners bij participatieprocessen,’ legt Spinder uit. ‘Ze verkennen samen de mogelijkheden, betrekken experts van de gemeente en helpen bij het verkrijgen van subsidies. Hun bijdrage is essentieel om bewoners-initiatieven succesvol te maken.’ Met het oog op de toekomst staan er meerdere participatieprojecten op de planning. Inwoners zullen bijvoorbeeld betrokken worden bij de bouw van een huis van cultuur en bestuur, de verdubbeling van een weg en het opstellen van een omgevingsvisie en -plan. ‘We werken met een participatieformat, waarbij we inwoners vanaf het begin betrekken,’ vertelt Spinder. ‘In sommige gevallen wil de gemeenteraad zelfs vooraf weten hoe we te werk gaan.’ Om de kwaliteit van participatie te waarborgen, worden medewerkers opgeleid in zorgvuldige participatieprocessen. Daarnaast is er input van inwoners gevraagd om te bepalen welke onderwerpen zij belangrijk vinden om over mee te praten, zodat participatie goed aansluit bij de behoeften van de gemeenschap. Een mogelijke uitdaging in de toekomst is het zogenaamde “ravijnjaar”, waarin de gemeente te maken krijgt met financiële beperkingen. Toch verwacht Spinder dat participatie niet zal lijden onder deze bezuinigingen. ‘We werken aan werkprocessen waarin participatie standaard is opgenomen, zonder dat dit afhankelijk is van een specifiek budget. Eventuele kosten worden uit projectgelden gedekt, waardoor participatie veerkrachtig blijft, zelfs tijdens financiële uitdagingen.’
Advies aan andere gemeenten Op de vraag wat andere gemeenten kunnen leren van de aanpak in Eemsdelta, geeft Spinder duidelijk advies: ‘Participatie is een middel om beter samen te werken met inwoners, en dat vraagt een investering in het DNA van de organisatie. Het begint niet bij beleid, maar bij het voelen van het belang van samenwerking. Raad, college en directie moeten samen deze beweging ondersteunen. Daarnaast zijn functies en hulpmiddelen nodig om medewerkers te helpen hun werk anders te doen, met meer focus op de menselijke kant van bestuur.’ ◼
Deel dit artikel