Gemeente Dordrecht
Met vallen en opstaan
Tekst Dave Schut Beeld ANP Foto
Participatie is lang niet altijd makkelijk, weet ook de gemeente Dordrecht. Geef ambtenaren de ruimte om er steeds beter in te worden, zegt opgavemanager participatie Martine Breedveld.
‘Door participatie maak je simpelweg betere, effectievere keuzes’
Martine Breedveld noemt de huidige relatie tussen overheid en inwoner ‘iets fundamenteel uitdagends’. ‘Dat geldt voor Dordrecht,’ zegt ze, ‘maar ook voor alle andere gemeenten. Het is niet meer vanzelfsprekend dat overheid en inwoner bondgenoten zijn. Het is aan ons om ervoor te zorgen dat de inwoner zich weer gezien, gehoord en geholpen voelt.’ Maar het is meer dan dat, voegt ze er snel aan toe. ‘Het is ook aan de ambtenaar om zich te realiseren dat plannen, beleid en besluitvorming sterker worden wanneer inwoners erbij worden betrokken. Niet alleen om het gevoel van betrokkenheid te creëren – en ook niet alleen om draagvlak te verkrijgen. Door participatie maak je simpelweg betere, effectievere keuzes.’
Kunstje Dit inzicht is volgens Breedveld noodzakelijk om te voorkomen dat participatie slechts aankleding blijft. ‘Wij willen graag dat de gemeente Dordrecht zichzelf bewijst als een toegankelijke en betrouwbare partner. Dan mag je participatie niet als een soort kunstje zien, of als iets dat er nu eenmaal bij hoort.’ Niet voor niets heeft Dordrecht een wethouder specifiek aan dit thema verbonden: Tanja de Jonge. ‘Het is fijn om een boegbeeld te hebben,’ zegt Breedveld. ‘De Jonge is zelf recent gepromoveerd op stakeholdermanagement. De kern van haar proefschrift is zeer relevant. Bij de uitvoering van een project heb je al snel de neiging om zelf te bepalen wie je stakeholders zijn. Terwijl die wijsheid nu juist in de gemeenschap zit. Ook mensen van wie je het niet meteen zou verwachten, kunnen zich identificeren als stakeholder. De Jonge kan dit soort inzichten aan ons overdragen.’
Nieuwe spelregels Al zijn inzichten alleen natuurlijk niet genoeg, zegt Breedveld. ‘Dan kan het in de praktijk nog steeds gebeuren dat je denkt: verdorie, we hebben het druk zat; als we nu gewoon kiezen voor informeren, dan is dat wel even genoeg. Daarom hebben we een speciaal kennis- en expertiseteam opgericht rond participatie. Dit team bevat collega’s uit verschillende gebieden zoals sociaal domein, ruimtelijk domein en communicatie. Ook schakelen we ervaringsdeskundigen in, bijvoorbeeld bij het schrijven van een nieuwe aanpak voor diversiteit en inclusie.’ Volgens Breedveld moet een gemeente altijd verder durven kijken dan alleen de eigen organisatie. ‘Je kunt op het stadskantoor van alles bedenken, maar de wijsheid bevindt zich nu juist in de samenwerking met de inwoner. Daarom hebben we inwoners ook gevraagd naar hun visie op participatie via het digitale platform Doe Mee Dordrecht. Zo is er een klankbordgroep ontstaan van inwoners uit verschillende wijken, met verschillende leeftijden, achtergronden en ervaringen.’ Binnen de organisatie is er voortdurend evaluatie. ‘Ambtenaren hebben inmiddels een stuk of acht zogeheten lessons learned-sessies gehad. Daarin vertellen ze hoe ze vinden dat het tot nu toe gaat. Hoe zij participatie invullen, wat al goed gaat, waar ze tegenaan lopen, wat beter kan. Op basis daarvan kunnen we steeds nieuwe spelregels – om het zo maar even te noemen – voor participatie opstellen.’
Nieuwe ontdekkingen Breedveld benadrukt dat participatie niet in een keer goed gaat. ‘Je krijgt dit niet van de ene op de andere dag in de vingers. Er is heel veel te leren. Daarom is het zo belangrijk om open te staan voor nieuwe ontdekkingen. Maar daar moeten ambtenaren dan ook de ruimte voor krijgen.’ Momenteel experimenteert Dordrecht met vernieuwende vormen van burgerparticipatie. ‘Een goed voorbeeld is een aankomende bezuinigingsopgave. Hiervoor hebben we honderd willekeurige inwoners geselecteerd om mee te denken. We zijn vanaf het begin helder geweest: uiteindelijk is het aan de raad om de besluiten te nemen. Maar we wilden wel weten wat zij vinden. Wat volgens hen het belangrijkst is om te behouden, als zij het voor het zeggen hadden. Dat is als advies naar de raad gegaan.’ Ook gesprekken met raadsleden, scholieren en zogenaamde kenners van Dordrecht waren onderdeel van deze participatieaanpak. ‘Ik was zelf twee keer gespreksleider op zo’n avond. Het is echt mooi om te zien wat mensen allemaal aandragen, hoe blij ze zijn dat er naar ze wordt geluisterd.’
‘Er zit zo veel oplossend vermogen in de participatie van inwoners’
Lerende aanpak Er valt nog veel te leren, zegt Breedveld. ‘In een gesprek over burgerparticipatie met inwoners was er bijvoorbeeld een vrouw die aangaf het buitengewoon spannend te vinden om naar zo’n avond te komen. Ze voelde zich geïntimideerd door al die slimme mensen, zei ze. Zo leer je de blik van inwoners beter kennen.’ Een andere deelnemer was boos en gefrustreerd. ‘Deze inwoner was ontevreden over een eerder participatietraject. Hij had het idee dat ambtenaren er alleen maar zijn voor de bestuurders. Dat raakte een van mijn collega’s, en die reageerde meteen: dat klopt niet, wij komen iedere ochtend ons bed uit om het beste te doen voor de stad en voor de inwoners. Maar door die felle reactie voelde die inwoner zich nog slechter gehoord, die werd alleen maar bozer. Ook dit is onderdeel van onze lerende aanpak; hoe je een veilige omgeving creëert waarin iedereen zijn mening kan delen.’ Een andere lastige opdracht rondom participatie is inclusie, vertelt Breedveld. ‘Dat beschouw ik als een van de grootste opgaven waar we als gemeente voor staan. Je moet goed nadenken over hoe je de mensen bereikt die niet vooraan staan. Daarvoor zetten we bijvoorbeeld onze wijkmanagers in, die veel contact hebben met bewoners.’
Taal Inclusie draait ook om taal, zegt ze. ‘Communiceren in duidelijke en begrijpelijke taal. Je raakt vertrouwen het snelst kwijt door slecht uit te leggen waarom je iets niet hebt overgenomen wat een inwoner heeft aangedragen.’ Al met al is participatie niet makkelijk, benadrukt Breedveld. ‘Juist daarom is er die ruimte nodig waarin we dit kunnen leren. Er zit zo veel oplossend vermogen in de participatie van inwoners; ik geloof er heilig in dat hier nog veel meer te winnen valt.’ ◼
Deel dit artikel