Verplicht nummer?

Burgerparticipatie. Voor sommigen een nobele ambitie, voor anderen een verplicht nummer. En hoewel de rapportcijfers van onze jaarlijkse Publiek Denken Barometer Burgerparticipatie langzaam omhoog kruipen – inwoners gaven het dit jaar een magere 5,9, bijna een punt hoger dan vorig jaar – blijft het beeld hangen dat participatie vaak een worsteling is voor zowel gemeenten als inwoners​​. Ambtenaren zijn zich heus bewust van de uitdagingen. Ze weten dat burgerparticipatie vertrouwen, transparantie en vooral capaciteit vereist​. Maar hoe vaak horen we niet dat inwoners het gevoel hebben dat hun mening er niet toe doet? Of dat ze nooit gevraagd worden om mee te denken​? En eerlijk is eerlijk, zes op de tien gemeenten ziet zelf ook ruimte voor verbetering in terugkoppeling en verwachtingsmanagement​. Het blijft fascinerend hoe de overheid enerzijds hoog inzet op participatie en anderzijds worstelt met de uitvoering. Het streven naar samenwerking, betere communicatie en gedeelde verantwoordelijkheid klinkt prachtig. Toch laat de praktijk zien dat gemeenten vaak vastlopen op hun eigen processen en prioriteiten​​.

Asha Narain is hoofdredacteur van Publiek Denken

Ondertussen worden in sommige buurten prachtige projecten opgestart door enthousiaste inwoners. Maar hoe vaak blijven zulke initiatieven beperkt tot een handjevol actieve burgers, terwijl de rest van de gemeenschap zich afvraagt hoe ze überhaupt betrokken kunnen worden? En dan is er nog de financiële dreiging van 2026 – het beruchte ravijnjaar. Gemeenten worstelen met stijgende kosten en een krimpende rijksbijdrage. Logisch dat ambtenaren zich al schrap zetten voor bezuinigingen. Toch zou juist burgerparticipatie een uitkomst kunnen bieden. Want waarom zou de gemeente alles zelf moeten doen? Door taken slim te verdelen en burgers in hun kracht te zetten, ontstaan vaak verrassende oplossingen​​. Maar dat vraagt lef en loslaten. Zoals één ambtenaar treffend opmerkte: ‘De gemeente is nu nog te vaak een outputmachine. Wat bij A werkt, werkt bij B ook wel. Maar zo is het natuurlijk niet.’ Als burgerparticipatie echt het middel is om de kloof tussen overheid en inwoners te verkleinen, moet er meer gebeuren dan beleidsnotities en enquêtes. Trainingen voor ambtenaren, betere communicatiestrategieën en heldere participatiekaders zijn broodnodig​​. Maar vooral is er behoefte aan een cultuurverandering waarin inwoners zich echt gehoord voelen en gemeenten durven te vertrouwen op de kracht van hun gemeenschap. Misschien is het tijd om de verwachtingen wat bij te stellen. Burgerparticipatie hoeft niet perfect te zijn, maar het moet wel oprecht zijn. Want zolang participatie wordt gezien als een verplicht nummertje, blijft het ploeteren voor een voldoende – en eerlijk gezegd verdienen zowel gemeenten als inwoners beter.

Deel dit artikel