Op zoek naar blijvende oplossingen
Tekst Marc Notebomer Beeld Daniëlle Arts
Daniëlle Arts werkt als buitengewoon opsporingsambtenaar (boa) in de gemeente Tilburg. Omdat Tilburg-Noord haar ‘vaste wijk’ is, kent ze veel van de inwoners persoonlijk en zijn de lijntjes met hen kort. Ook voor de gemeente is ze als wijkboa een belangrijk aanspreekpunt als zaken opgelost moeten worden. Dit voorjaar werd Arts door FUTUR uitgeroepen tot Jonge Ambtenaar van het Jaar 2024. En in november zit ze in de jury van de Publiek Denken Top 100 Ambtenaar van het Jaar, waarbij voor het eerst een prijs wordt uitgereikt aan de Uitvoerder van het Jaar.
Daniëlle Arts (r.) met haar collega Donald, met wie ze het concept wijkboa opzette
Het concept van een wijkboa heeft Arts 2,5 jaar geleden samen met haar collega uitgedacht en opgezet. ‘Dat was in Tilburg-West,’ vertelt ze, ‘waar ik in die tijd werkzaam was. Als wijkboa sta ik meer in contact met de wijk dan een reguliere boa. Ik ben meer betrokken bij de inwoners en bij de problemen die zich voordoen. Ik heb contact met de wijkagenten en de woningbouwverenigingen en ben bij alle relevante overleggen. Ik probeer bij problemen met passende en vooral blijvende oplossingen te komen. Dat werkt beter dan een eenmalige bekeuring.’
Bakje koffie Sinds kort werkt Arts in Tilburg-Noord. ‘Ik heb 7 jaar in West gezeten, maar op een gegeven moment werd het tijd voor verandering. Er gebeurde nog genoeg, alleen ik zag het niet meer. Nu heb ik een nieuwe wijk, nieuwe bewoners en nieuwe partners om mee te werken. Dat geeft me energie.’ Hoe ziet een gemiddelde dag van Arts eruit? Ze lacht: ‘Ik begin mijn dag zoals elke ambtenaar, met een bakje koffie. Daarna hebben we een briefing met alle collega’s in Tilburg en worden relevante zaken besproken. Vervolgens gaan we lekker de straat op. Soms kan het heel rustig zijn, dan nemen we de meldingen mee die de mensen hebben gemaakt. Op andere dagen hebben we overleg, waarbij alle partners in de wijk bij elkaar zitten. Dan bespreken we een casus of problemen in de wijk.’ Op straat voelt Arts zich nooit ongemakkelijk. ‘Straatintimidatie is weliswaar een hot item, maar ik probeer er altijd met een grapje mee om te gaan. Stel, er komt iemand naar me toe: “Hé dushi, ik wil jouw 06-nummer wel.” Dan zeg ik: “Hallo, ik ben pas net begonnen, dus nog even wachten.” Dat doe ik bewust. Want als ik het afkap, ben ik diegene kwijt. En voor hetzelfde geld heb hem nog een keer nodig.’
Wapenstok Dat haar collega’s in Amsterdam sinds kort een wapenstok dragen, begrijpt ze wel. ‘Zelf heb ik hem niet nodig. Maar als ik 's nachts in een horecagebied zou werken, is het een ander verhaal. Ik geef toe: ik moet af en toe schakelen dat het tegenwoordig zo anders is dan toen ik begon. Ik had geen handboeien en geen steekvest. Alleen, dat is wel de realiteit, de mensen veranderen. We worden bijvoorbeeld afgestuurd op mensen die dronken zijn in een parkje. Dan denk je: nou, dat kan toch niet uit de hand lopen. Maar voordat je het weet, zit je er middenin.’ Toch piekert ze er niet over met haar werk te stoppen. Zoals ze bij de uitreiking van de Jonge Ambtenaar van het Jaar 2024 zei: ‘Mij zie je voorlopig nog niet achter een bureau.’ ◼
Deel dit artikel