Allemachtig… Wat een samenleving!
Tekst Ginny Mooy Beeld Shutterstock
Nederland heeft bij de afgelopen verkiezingen gekozen voor verdeeldheid en uitsluiting. We zijn ondergedompeld in onderhuidse spanning en sociaal conflict. We hebben een samenleving gecreëerd waarin mensen bang zijn. Op hun hoede, maar toch ook echt bang. Alsof ieder moment de lont in dat kruitvat aangestoken kan. We kunnen een voorbeeld nemen aan Sierra Leone, zegt antropoloog Ginny Mooy. Daar gaat het ook niet vanzelf; het is daar geen sprookje. Toch hernieuwt het land zijn koers naar een cultuur van inclusiviteit en hoop.
‘Sinds de aanslagen op de Twin Towers is Nederland juist bezig met het zoeken naar verschillen’
De burgeroorlog was al 4 jaar geleden beëindigd toen ik in 2006 in Sierra Leone aankwam. Toch was de herinnering eraan nog altijd springlevend. Vanwege de schade aan de gebouwen, de nog altijd zichtbare aanwezigheid van de VN-vredesmissie, omdat de oorlog bij iedereen voor op de tong lag, maar vooral vanwege de spanning die er altijd in de lucht hing. Mensen waren bang. Op hun hoede, maar toch ook echt bang. Alsof ieder moment de lont in dat kruitvat weer aangestoken kon worden. Je kon het zelfs met je ogen dicht voelen, dat de mensen voortdurend op hun tenen liepen. Bang om een conflict uit te lokken, want conflicten gingen wel heel makkelijk van kwaad tot erger. Er waren in 11 jaar tijd minstens 72.000 doden gevallen in een burgeroorlog die nog altijd vaak beschreven wordt als een van de meest wrede oorlogen uit de moderne geschiedenis. Burgers stonden tegenover elkaar. Kinderen van amper 6 jaar oud vochten mee en pleegden de meest gruwelijke oorlogsmisdrijven. Niemand in Sierra Leone wilde zijn zwakke kant laten zien. Liep je per ongeluk tegen iemand op, dan kreeg je direct de volle laag. Het was een groot spierballenvertoon. Door de oorlog hadden mensen geleerd dat ze beter wel de eerste klap konden uitdelen en dan het liefst meteen een doodsklap ook.
Verdeel- en heerspolitiek De burgeroorlog in Sierra Leone was – kort door de bocht – de uitkomst van de historische koloniale verdeel- en heerspolitiek van de Britten. Lokale stammen werden tegen wil en dank in een natie samengebracht en hadden niets te vertellen over de ontwikkeling van hun nieuwe land. Het ging zoals de Britten dat land in hun economisch voordeel het beste konden uitbuiten. Lokale leiders werden op hun corrupte neigingen geselecteerd en ingelijfd in het landsbestuur. Macht, privileges en bronnen werden langs persoonlijke loyaliteitsnetwerken verdeeld. Na de onafhankelijkheid leidde dit tot een autocratisch, paranoïde systeem en desolate armoede onder de gewone bevolking. Tijdens de burgeroorlog keerden de rebellen zich tegen de gevestigde orde en de oude elite, maar ook tegen burgers omdat die hen niet wilden steunen in hun revolutie. Uiteindelijk werd de oorlog een doel op zichzelf, omdat die macht gaf aan mensen die voorheen in armoede leefden. Het was ongelofelijk moeilijk om zo’n straatarm en uit elkaar gerukt volk vrede met elkaar te laten sluiten. Vrede sluiten is een ding. Als de oorzaken achter zo’n oorlog niet opgelost kunnen worden, is de vrede bewaren een nog grotere uitdaging. Het land kreeg daarom veel hulp bij de vredesopbouw. Er werd een programma voor Nationale Eenheid opgesteld. Vanwege de oorlog, maar ook vanwege de lage levensverwachting was de gemiddelde leeftijd er eigenlijk “piepjong”. Zestig procent van de bevolking was jonger dan 35 jaar. Het land moest zichzelf opnieuw uitvinden. Met hulp van de VN-vredesmissie en vele (internationale) NGOs, was alles erop gericht de bevolking bij elkaar te brengen. Het is geen sprookje en het verliep allemaal niet perfect, maar toch maakte de onderhuidse spanning in de loop der jaren steeds meer plaats voor een hoopvolle dynamiek. De bevolking wilde vooruit, naar een toekomst. En hoewel de wederopbouw vaak frustrerend traag verliep, was het onmiskenbaar opwindend om daarbij betrokken te zijn. Een positieve en stimulerende tijd. Omdat alle neuzen dezelfde kant op stonden. Omdat er behoefte was aan eenheid en er een wil was om bij elkaar te horen. Maar misschien vooral omdat echt íedereen zich bewust was van de allesbepalende, destructieve rol die de politiek altijd had gespeeld en omdat iedereen vastbesloten was om dat nooit meer te laten gebeuren.
Gedeelde cultuur In zekere zin zaten Nederland en Sierra Leone destijds op precies hetzelfde punt in hun historie. Beide landen zochten naar een gedeelde cultuur. Waar men in Sierra Leone echter collectief naar overeenkomsten zocht, bruggen wilde slaan en zocht naar een nieuwe, gezamenlijke cultuur, was Nederland sinds de aanslagen op de Twin Towers juist bezig met het zoeken naar verschillen. Al geslagen bruggen werden vernield en de cultuur moest worden teruggestuurd naar een ver vervlogen verleden: terug naar de tijd waarin de “oorspronkelijke bevolking” met een homogene cultuur in opperste vrede en rust en met grotendeels overeenkomende normen en waarden met elkaar had samengeleefd. Nederland viel voor die politiek van verdeeldheid, en masse. Misschien omdat hier geen burgeroorlog was geweest en mensen de destructieve effecten van verdeel en heerspolitiek gewoon niet kenden. Voor velen was die onderlinge strijd juist opwindend. Een heel bataljon aan nieuwe opiniemakers stortte zich verlekkerd op het sociale conflict. Talkshows, debatprogramma’s, kranten, er werden zelfs politieke partijen opgericht die zich volledig richtten op “de oorspronkelijke bevolking”. Er was leven in de brouwerij. Het zoemde en kolkte in de samenleving. Helaas nooit op die positief opwindende manier. Inmiddels is de onderlinge polarisatie voor velen een heuse loopbaan geworden en misschien is het dan ook niet gek dat we het al 25 jaar over exact hetzelfde hebben. Die exotische, onbeschaafde en onontwikkelde vreemdeling die zich maar niet aan wil passen aan de dominante maar vooral superieure autochtone cultuur, blijft de gemoederen maar bezighouden. De werkelijkheid stond ondertussen niet stil. Die “exotische vreemdeling” is al lang en breed ingeburgerd. Zo is de huisarts een man die oorspronkelijk uit Irak kwam, net als de loodgieter. De tandarts is ooit uit Afghanistan naar Nederland gevlucht. De neuroloog komt uit een West-Afrikaans land. En ook ikzelf – mijn moeder kwam ooit uit Nederlands-Indië naar Nederland – heb niet stilgezeten. Die eigenaardige vreemdelingen bevinden zich inmiddels op cruciale en vitale posities in onze samenleving en houden het land (mede) draaiende. Er is geen plek op aarde waar je moslims of mensen met een kleurtje kan dumpen als oud vuil.
Exotische vreemdeling Die “exotische vreemdeling” is de gewone Nederlander. Die zogenaamd “goede oude tijd van een homogene witte cultuur” (die overigens echt helemaal niemand in deze samenleving ooit heeft meegemaakt) komt nooit meer terug. Hoe eerder dat besef indaalt, hoe eerder Nederland echt op zoek kan naar een gedeelde cultuur. Want we gaan nu niet vooruit, maar achteruit. Het is niet de vreemdeling die maar niet wil integreren en die de boel traineert, maar dat gedeelte van de bevolking dat zich maar niet kan verzoenen met het idee dat er mensen met een andere kleur, van een andere religie, van een ander continent naast hen wonen. De verdeel- en heerspolitiek heeft ons opgeslokt als drijfzand. We willen het niet weten want we zijn toch zo’n beschaafd land; maar in werkelijkheid zijn we al 25 jaar in continue in staat van sociaal conflict. Niet het soort dat tot een burgeroorlog heeft geleid, maar wel een die een samenleving heeft geschapen waarin altijd die ontegensprekelijke spanning tussen mensen in hangt. Een samenleving waarin iedereen elkaars concurrent is, waarin mensen elkaar wantrouwen, elkaar het licht in de ogen niet gunnen en waarin we onze democratie op het spel zetten om haat en onbegrip over ons te laten regeren.
Hernieuwde koers In Sierra Leone gaat het ook niet vanzelf. Het is geen sprookje. Onlangs heeft de overheid het programma voor Nationale Eenheid weer moeten hernieuwen. Het kost het toch al arme land een enorme investering, maar de bevolking is er blij mee. Zij hernieuwen hun koers naar een cultuur van inclusiviteit en insluiting. Nederland had dat ooit, waar Sierra Leone naar streeft. Wij gooien het achteloos weg. Wij kozen bij de afgelopen verkiezingen voor verdeeldheid en uitsluiting. We hebben ons ondergedompeld in onderhuidse spanning en sociaal conflict. We hebben een samenleving gecreëerd waarin mensen bang zijn. Op hun hoede, maar toch ook echt bang. Alsof ieder moment de lont in dat kruitvat aangestoken kan worden. Waar mensen erover dromen hun buren te mogen deporteren of hele bevolkingsgroepen te mogen vermoorden. Misschien komt het omdat wij nooit een burgeroorlog hebben meegemaakt dat zoiets zo veel Nederlanders zo aantrekkelijk lijkt, maar allemachtig … Wat een samenleving om in te leven. ◼
Ginny Mooy is antropoloog en gespecialiseerd in thema's als conflict, extreme geweldpleging, social movements, propaganda en de reïntegratie van de postconflictsamenleving.
Deel dit artikel