Annelies van Eekelen en Arjan Vliegenthart over energiearmoede
Energietransitie is sociale transitie
Tekst Jeroen Dirks Beeld Stephan van Leiden en Hilbert Krane
Na een grote stijging zijn de energieprijzen enigszins gedaald. Maar spannend blijft het. Hoe zorg je dat energie betaalbaar blijft, ook voor de allerarmsten? Een gesprek met Annelies van Eekelen van het ministerie van Sociale Zaken en Arjan Vliegenthart van het Nederlands Instituut voor Budgetvoorlichting.
Arjan Vliegenthart: ‘De laagste inkomens gebruiken de minste energie en dan vertel je ze dat ze een tochtstrip moeten aanbrengen’
‘Dicht bij de mensen staan is wat we moeten vasthouden’
Pas 2 jaar terug, maar het lijkt al lang geleden: in 2022 stegen de prijzen van gas en elektriciteit zo snel dat een prijsplafond werd ingesteld. De laagste inkomens kregen een energietoeslag. Eind 2022 kreeg ieder huishouden twee keer 190 euro teruggestort. Ook was er twee winters achtereen een Tijdelijk Noodfonds Energie waar overheid en energiebedrijven financieel aan bijdroegen. Inkomens tot 200 procent van het sociaal minimum met een hoge energierekening konden er een beroep op doen. ‘In 2024 zijn zo ongeveer 100.000 huishoudens geholpen bij het betalen van de energierekening,’ benadrukt Annelies van Eekelen, projectleider aanpak energiearmoede bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. ‘Omdat men zich ervan bewust was dat het veel vroeg van mensen om een aanvraag te doen, was het landelijk netwerk van lokale initiatieven dat vrijwillige hulp organiseert, nauw betrokken. Het netwerk hielp bij een (digitale) aanvraag.’
Gratis Dat dicht bij de mensen staan is iets wat we moeten vasthouden, zegt Van Eekelen. Nu de paniek van 2022 voorbij is, ligt de nadruk op luisteren naar wat mensen met een laag inkomen nodig hebben. ‘Kijk naar de energiecoaches en energiefixers. Zij gaan in steeds meer gemeenten op bezoek bij mensen thuis. Zo’n coach of fixer neemt met de bewoners plaats aan de keukentafel, overlegt over mogelijkheden om energie te besparen en zorgt voor kleine isolerende maatregelen. Zo ervaren de bewoners dat iemand echt komt luisteren en helpen. Het is gratis. De energiecoach kan soms ook helpen als iemand eenzaam is. Of in de schulden zit. Deze energiefixaanpak is de eerste ontzorgingsstap van de verduurzaming. Waarbij meteen duidelijk is dat het kunnen meekomen in de energietransitie veel meer vraagt dan dit.’ Die coaches zijn een deel van de oplossing, zegt Arjan Vliegenthart van het Nibud. Hij wijst erop dat zij vaak mensen bezoeken die toch al weinig energie gebruiken en nauwelijks mogelijkheden hebben om energie te besparen. ‘Dat blijkt ook uit een recent rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau,’ zegt hij. ‘Het grootste klimaatbewustzijn en de grootste vervuiling zit juist bij de mensen met hoge inkomens; grootgebruikers die bijvoorbeeld veel vliegen. Daar valt winst te behalen. Niet bij de laagste inkomens. Zij gebruiken de minste energie en dan ga je ze vertellen dat ze een tochtstrip moeten aanbrengen.’
Annelies van Eekelen: ‘In 2024 zijn zo ongeveer 100.000 huishoudens geholpen bij het betalen van de energierekening’
‘Laat de insteek zijn: we zorgen dat u minder geld hoeft uit te geven’
Mensen zonder dak Het is prima dat coaches op bezoek gaan bij mensen met lage inkomens, vindt Vliegenthart. Maar dan met een boodschap: er valt geld te besparen door energiemaatregelen te nemen en te verduurzamen. Maar gaat het om langdurige energiebesparing door verduurzaming, dan verwacht hij veel meer van woningcorporaties en energieleveranciers. Juist zij zouden voortvarend maatregelen moeten nemen. ‘De grootste klapper maken we door ook mensen zonder dak zonnepanelen te leveren.’ Ook Van Eekelen noemt de grote rol van woningcorporaties, particuliere verhuurders en energieleveranciers. Maar de coaches, zegt ze, hebben wel vaak het eerste contact. ‘Daarbij geven de coaches en fixers ook aan hoe belangrijk het is dat je eerst de tijd neemt om je te verplaatsen in de bewoner. Dus dat je niet, goedbedoeld, binnenkomt en meteen vertelt wat er allemaal aan het huis schort. Want dat is een zware boodschap voor een bewoner die al continu bezig is om te overleven.’
Warmtepomp ‘Eigenlijk moet je zo’n huishouden “open” binnenstappen en niet uitgaan van je eigen denkwereld,’ vervolgt ze. Al luisterend kan een coach scepsis wegnemen en zelfs mensen die niet veel te besteden hebben, betrekken bij verduurzaming. ‘Als je uitgaat van het idee: we zetten er een mooie subsidie op, dan vragen mensen die wel aan, dan werkt dat niet. Veel mensen weten niet goed hoe ze hulp moeten aanvragen of durven dit niet. Ze zijn bang dat ze zo’n subsidie terug moeten betalen. Ze leven bij de dag. Waarom een warmtepomp aanschaffen voor een verre toekomst als je vandaag moet overleven?’ ‘Er is nog steeds een groep die het heel zwaar heeft,’ verduidelijkt ze. ‘De meest recente cijfers van CBS/TNO geven aan dat er nog steeds 600.000 Nederlanders in energiearmoede leven. Huishoudens zijn soms 20 procent van hun inkomen kwijt aan de energierekening; 20 procent! En dan moeten ook nog de zorgverzekering, woonlasten en boodschappen betaald worden.’ ‘De energietransitie is dan ook een sociale transitie,’ denkt Van Eekelen. ‘Aan de keukentafel kun je iemand meenemen: als je nu nadenkt over verduurzaming, heb je over een halfjaar minder zorgen.’
Handelingsperspectief Vliegenthart: ‘Laat de primaire insteek zijn: we gaan ervoor zorgen dat u in de toekomst minder geld hoeft uit te geven. Eigenlijk is het handelingsperspectief van mensen met een laag inkomen niet zo groot. Zij zetten de verwarming vaak al jaren een graadje lager dan de rest. Want een lagere energierekening is misschien net wat meer boodschappen in de kar.’ Van Eekelen en Vliegenthart wijzen er beiden op dat tijdens de energiecrisis publieke, private en maatschappelijke organisaties nauwer zijn gaan samenwerken. Waarbij de gemeenten steeds vaker als aanjager werken. Zo helpen ze de mensen met de laagste inkomens warm de winter door en geven ze de noodzakelijke verduurzaming verder vorm. ◼
Deel dit artikel