Armoedebeleid gaat om meer dan geld
Fatsoenlijk land zorgt voor bestaanszekerheid
Tekst Maurits van den Toorn Beeld Shutterstock
Over het precieze aantal mensen dat in Nederland in armoede leeft lopen de opvattingen uiteen, net als over de definitie van armoede. Gangbaar is de berekening van het Sociaal en Cultureel Planbureau, dat uitgaat van 800.000 mensen in Nederland die in armoede leven. Of dat meer is dan een aantal jaren geleden, is niet goed duidelijk. Bas Pieck, programmaleider en expert in armoedebestrijding en afrekenen met schulden bij Kansfonds, constateert in ieder geval dat het onderwerp meer aandacht krijgt. ‘Sinds de coronapandemie, energiecrisis en prijsinflatie zijn ook middeninkomens geraakt, waardoor er meer aandacht is voor armoede in Nederland. Daarbij leeft een grote groep om en nabij de armoedegrens, zonder spaarbuffer.’
De echte oplossing van armoede is het aanpakken van de oorzaak: een gebrek aan geld
‘Wij zeggen: geef mensen gewoon geld, geef ze vertrouwen’
De Commissie sociaal minimum, die door minister Schouten voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen werd ingesteld, constateerde in haar twee rapporten dat er bij armoede sprake is van drie grote problemen. Pieck schetst het werkveld: ‘In de eerste plaats hebben mensen te weinig geld. In de tweede plaats werkt het systeem van toeslagen niet. Er zijn steeds meer regelingen, armoede wordt in stukjes geknipt met pasjes en formulieren. Er zijn alleen al op rijksniveau veel verschillende toeslagen, regelingen en budgetten, en daarnaast ook nog eens gemeentelijke regelingen. Mensen worden gek van al die verschillende regels. En in de derde plaats is er de bejegening. We horen van “ervaringsdeskundigen” dat ze dat het ergst vinden, het wantrouwen waardoor ze op voorhand als potentiële fraudeur worden gezien.’
Vertrouwen Hoe zijn we in de huidige situatie beland? Pieck blikt terug: ‘In de jaren zestig is onder minister Klompé de bijstand ontstaan. Dat was het vangnet van een fatsoenlijk sociaal land voor mensen die dat nodig hadden. Het was sober, maar er mocht wel een bloemetje op tafel. De bijstand moest niet te hoog worden omdat dan de arbeidsprikkel ontbreekt, maar de bijstand is al jarenlang nauwelijks meegestegen met de inflatie. Het gevolg was dat er voor schrijnende situaties steeds meer regelingen op maat werden bedacht.’ ‘Doordat we het zo zorgvuldig mogelijk willen doen is het heel ingewikkeld geworden, met allemaal regelingen en potjes die de mensen soms niet kunnen vinden of die ze niet durven gebruiken omdat ze bang zijn dat ze het later moeten terugbetalen; denk aan de toeslagenaffaire. Bovendien is zo’n gecompliceerd systeem duur in uitvoering en controle.’ ‘Wij zeggen daarom: geef mensen gewoon geld, ze weten zelf heel goed waaraan ze het moeten uitgeven. Je bent dan ook af van de bejegening die mensen zo erg vinden; geef ze vertrouwen.’
Rust Het is een idee dat school begint te maken. Zo pleit het UWV ervoor om te lage uitkeringen automatisch, zonder dat mensen het hoeven aan te vragen (dus geen bureaucratische rompslomp), op te trekken tot het bestaansminimum. Argument daarvoor is vooral dat het mensen stress bespaart, zodat ze hun aandacht kunnen richten op het vinden van werk. Drie gemeenten – Amsterdam, Tilburg en Zaanstad – hebben de daad al bij het woord gevoegd. Zij doen mee met het initiatief van Kansfonds, een proef van 2 jaar waarin een groep mensen – gezinnen in de bijstand met kinderen – maandelijks 150 euro krijgt zonder voorwaarden. Om het effect daarvan te onderzoeken is er vanuit wetenschappelijk perspectief ook een vergelijkingsgroep geselecteerd die dat bedrag niet krijgt; beide groepen krijgen als ze aan het hele onderzoek meedoen 450 euro voor hun deelname. Ook de mensen die in de vergelijkingsgroep zitten en dus geen maandelijkse gift krijgen zijn over het algemeen positief over het onderzoek, merkt Pieck. ‘Ze vinden het goed dat hun stem wordt gehoord.’ De proef is een begin. ‘Mensen worden door alle regelingen afhankelijk gemaakt. Kansfonds steunde jarenlang projecten zoals de voedselbanken, maar het komt er in feite op neer dat je je alleen maar richt op de gevolgen van armoede. De echte oplossing is het aanpakken van de oorzaak: een gebrek aan geld. Door geld te geven ontstaat rust. Je kunt de huur betalen en je kunt vooruitkijken. Als mensen meer te besteden hebben neemt de stress af en krijgen ze meer vertrouwen in de toekomst. Dat is gebleken uit onderzoek in de Verenigde Staten, we kijken nu of dat in Nederland ook zo is. Door nu op proef gezinnen in drie gemeenten geld te geven jagen we ook de discussie over het armoedebeleid aan, het is een soort breekijzer om het op een andere manier over armoede te kunnen hebben.’
Bas Pieck
‘Het rijk moet zorgen voor een hoger sociaal minimum’
Hoger sociaal minimum Pieck hoopt dat er een echt ambitieus armoedebeleid komt voor de groep van 800.000 mensen, en liefst nog een tandje ambitieuzer voor de 200.000 kinderen in armoede. ‘Er leek, waarschijnlijk ingegeven door de rapporten van de Commissie sociaal minimum, in verkiezingstijd aandacht te komen voor meer structurele aanpak van armoede (via het verhogen van het minimumloon), maar we lezen er maar heel weinig over in het Hoofdlijnenakkoord.’ Het rijk moet wat hem betreft zorgen voor een goede basis in de vorm van een hoger sociaal minimum. Gemeenten kunnen met aanvullende regelingen komen als mensen alsnog door het ijs dreigen te zakken. Als het systeem van toeslagen nog blijft bestaan, dan moet het anders worden ingericht: ‘Maak het minder bureaucratisch, met een loket waar je terechtkunt, en vraag eens aan de mensen wat hun behoeften zijn. Een mensgerichte benadering waarbij mensen in hun waarde worden gelaten is ontzettend belangrijk, net als begrijpelijke communicatie. ’ Om aan armoede een einde te maken is meer nodig, alleen geld lost niet alles op. Dat weet Pieck ook: ‘Bestaanszekerheid heeft te maken met huisvesting, voeding en gezondheid. Het gaat niet alleen om geld, maar laten we daar desalniettemin mee beginnen.’ ◼
Deel dit artikel