SEP
Nieuwe leercultuur?
Begin met goede onboarding
Tekst Ingrid van Zeeland Beeld SEP
Gemeenten en andere overheidsorganisaties hebben er hun handen vol aan: gekwalificeerde medewerkers werven en behouden. Anno 2024 loopt de uitstroom op tot wel 15 procent per jaar. En van de instroom komt ongeveer 60 procent uit het bedrijfsleven of rechtstreeks uit de schoolbanken. Die kennen het ambtenaarschap dus nog niet. Dat vormt een grote uitdaging voor de gemeente die haar takenpakket goed wil blijven uitvoeren en haar identiteit wil behouden.
‘De ambtenaar van de toekomst is een permanent lerende ambtenaar’
Tegelijkertijd wordt er steeds meer gevraagd van medewerkers. De ambtenaar van de toekomst is flexibel, kan meeschakelen en is politiek-bestuurlijk sensitief. Daarnaast is hij niet alleen op de hoogte van wet- en regelgeving, maar weet hij ook wat er speelt in de gemeenschap. De ambtenaar van de toekomst is dus een permanent lerende ambtenaar. Maar (verplichte) permanente educatie is nog lang niet de norm binnen de overheid. Verandering gaat traag en is moeizaam. Medewerkers zien niet altijd het nut en de noodzaak van permanent leren. Bovendien zijn de leerthema’s die als eerste worden ingezet vaak benaderd vanuit risicomanagement – en die zijn niet altijd even aantrekkelijk voor de hele organisatie. Veel opleidingsadviseurs worstelen dan ook met de vraag: hoe krijgen we de organisatie in beweging met permanent leren?
Draai de kraan dicht Slimme organisaties dompelen nieuwe medewerkers direct onder in de nieuwe leercultuur: zo doen we dat hier. Sterker nog, gemeenten “pre-boarden” steeds vaker. Voordat ze überhaupt een voet over de drempel van het gemeentehuis hebben gezet, zijn nieuwe medewerkers dan al door de “wasstraat” van de organisatie gegaan. Tijdens het pre-boarden leren ze de basisstructuren van de gemeente en de risicovolle onderwerpen die moeten worden afgebakend. Ook maken ze kennis met algemene ambtelijke thema’s, zoals de Algemene wet bestuursrecht, integriteit, diversiteit en inclusiviteit. Is die basiskennis aanwezig? Dan stapt de nieuwe medewerker op de eerste werkdag binnen met de broodnodige knowhow en zelfvertrouwen. Gemeenten die het onboardingsproces op waarde schatten, richten een blended introductieprogramma in. Digitaal leren en e-learning vormen daarbij de basis. En gemeentespecifieke elementen komen aan bod in de fysieke ontmoetingen. Deze gemeenten leggen direct vast dat bepaalde leerthema’s herhaald worden, en maken dit onderdeel van het persoonlijk ontwikkelingstraject. De nieuwe ambtenaar wil namelijk leren. Daarom stel je ze vanaf dag één in staat om te werken aan hun eigen persoonlijk leiderschap, met thema’s als zelfontwikkeling, resultaatgericht werken, vitaliteit, besluiten nemen en professioneel communiceren. Door dit vuurtje aan te wakkeren voordat de medewerker met de bestaande (leer-)cultuur te maken krijgt, wordt een nieuwe weg ingeslagen. Oftewel: de kraan wordt dichtgedraaid.
Olievlekwerking Het tweede bord waar de opleidingsadviseurs op schaken, is de staande organisatie. Hoe vind je de veranderbereidheid binnen deze groep? Ten eerste helpt de hoge uit- en instroom van medewerkers je hiermee: als je nieuwe krachten consistent laat kennismaken met de nieuwe leercultuur tijdens de onboarding, dan zorg je voor een olievlekwerking in de organisatie. Bestaande medewerkers raken bekend met de leercultuur die de nieuwe krachten zich al eigen hebben gemaakt. Ten tweede kan veranderbereidheid worden opgeroepen door actuele thema’s onder de aandacht te brengen. Dat kunnen organisatiebrede onderwerpen zijn, zoals ondermijning, digitale toegankelijkheid, diversiteit en inclusiviteit. Maar ook veranderingen binnen vakthema’s als migratie, identiteitsfraude en schuldhulpverlening kunnen de noodzaak tot (bij)leren onderstrepen. De succesvolle opleidingsadviseur weet de impact van actuele ontwikkelingen voor het voetlicht te brengen, en krijgt zo medewerkers en management in beweging. Cruciaal hierin is om bondgenoten te vinden in de organisatie: mensen die ook het belang van permanente educatie omarmen. Zulke bondgenoten kun je vinden in de hele organisatie: denk aan de inkoper (zorgvuldig inkopen), de CISO (informatieveiligheid), de Privacy Officer (privacy), de communicatieadviseur (helder schrijven, beleidsnota’s schrijven), de jurist (AWB) en de financieel beleidsadviseur en controller (financiële planning & control-cyclus). Ook het bestuur en management zijn potentiële bondgenoten (met leerthema’s als politiek-bestuurlijke sensitiviteit, ondermijning, datagedreven werken, artificial intelligence en raadsinstrumenten).
Over SEP
SEP is dé e-learningspecialist voor de overheid en ondersteunt meer dan 200 gemeenten en andere overheidsorganisaties op actuele en terugkerende thema’s en permanent leren.
‘Permanente educatie is in het bedrijfsleven al jaren de standaard’
Permanente educatie Tot slot is het belangrijk om te beseffen dat je bezig bent met een veranderingsproces. Wil je van permanente educatie het nieuwe normaal maken? Dan kost dat tijd en continue aandacht. Het vraagt om een lange adem: keer op keer leren onder de aandacht brengen. Dat doe je door steeds weer de leerbehoefte op te roepen met actuele en terugkerende thema’s. Je doet het door het gesprek aan te blijven gaan over het belang en de vanzelfsprekendheid van permanente educatie. En je doet het door systematisch terug te koppelen – aan de hand van de plan-do-check-act-cyclus – wat de resultaten zijn en waar de organisatie staat. Zo hou je medewerkers en management de spiegel voor. In het bedrijfsleven is permanente educatie al jaren de standaard. Tijd om het ook in de overheid het nieuwe normaal te maken. ◼
Ingrid van Zeeland is directeur van SEP.
Deel dit artikel