A&O fondsen kijken vooruit
Tekst Chantal Richter Beeld Hilbert Krane
A&O fonds Gemeenten bestaat 30 jaar. Ter gelegenheid daarvan nemen de vier A&O fondsen voor gemeenten, provincies, waterschappen en het rijk de tijd om te reflecteren op de uitdagingen nu en in de toekomst. Dromen worden uitgewisseld en visies gedeeld. Er is veel verwantschap tussen de verschillende overheidslagen. Maar er zijn ook verschillen.
V.l.n.r. Bart de Zwart, Liselotte Struijs, journalist Chantal Richter, Karin Sleeking, gespreksleider Monica Kiezebrink en Maurice Tramper
‘Een aantrekkelijke werkgever geeft medewerkers autonomie’
Op dit moment is de krapte op de arbeidsmarkt de grote uitdaging bij alle achterbannen. ‘De oplossing begint bij goed werkgeverschap, daarmee bedien je de bevlogen, nieuwsgierige ambtenaar,’ vindt Bart de Zwart. Hij is fondsmanager van A&O fonds Waterschappen. Daar is de directeur van A&O fonds Provincies, Maurice Tramper, het mee eens. ‘De grootste ergernis van jonge ambtenaren is dat ze zich moeten schikken in vaste stramienen. Trage werkprocessen belemmeren hun werkgeluk. Om mensen te behouden moet je een aantrekkelijke werkgever zijn.’ Liselotte Struijs, fondsmanager A+O fonds Rijk, stelt scherp: ‘Mensen lopen vast in de bureaucratie van overheidsorganisaties. Er is nog heel wat te winnen. Een aantrekkelijke werkgever geeft medewerkers autonomie en het gevoel dat ze gehoord worden.’ De Zwart werpt de vraag op welke werkzaamheden – in tijden van krapte – prioriteit moeten krijgen. ‘Waar willen we het weinige personeel dat we hebben voor inzetten?’ Karin Sleeking, directeur van A&O fonds Gemeenten, heeft dezelfde vraag. ‘Onze organisaties kennen een democratisch gekozen bestuur dat ambities heeft voor de samenleving,’ zegt ze. ‘Aan het begin van een bestuursperiode vraagt dit om scherpe keuzes.’
Wendbaarheid Als één van de belangrijkste uitdagingen voor de toekomst wordt wendbaarheid genoemd. Sleeking: ‘Wendbaarheid is het vermogen om op snelle veranderingen in te spelen. Het is een vorm van nieuwsgierigheid. Naar elkaar, naar je naaste collega’s, naar andere overheden.’ Struijs vult aan: ‘Wendbaarheid is meegaan met de tijd; je aan kunnen passen aan nieuwe situaties.’ ‘Bij tegenspraak is het de taak van ambtenaren om mitsen en maren aan te geven,’ gaat Sleeking verder. ‘Dat doe je vanuit je vakkennis, of vanwege morele bezwaren. Tegenspraak is ook dat je tijdig aangeeft als het te veel voor je is.’ Wendbaarheid is ook een vereiste in de veranderende arbeidsmarkt. ‘De plek die werk inneemt in iemands leven neemt af,’ aldus Sleeking. ‘We signaleren bijvoorbeeld de trend dat mensen andere afwegingen maken als het gaat om werk-privébalans. Bijvoorbeeld dat jonge mensen alleen werken voor het geld dat ze nodig hebben om in hun levensonderhoud te voorzien. Waardoor ze tijd overhouden voor andere dingen. Als fondsen agenderen we deze nieuwe trends.’ Ook De Zwart ziet transformaties op de arbeidsmarkt van de toekomst. ‘Misschien stappen we wel af van het hele idee van een organisatie en wordt er meer vanuit projecten en klussen geredeneerd. Medewerkers worden dan passanten, die een dag hier werken en een dag daar bijspringen.’
‘De plek die werk inneemt in iemands leven neemt af’
Fondsen Festival 2024
Om elkaar te inspireren over de verschillende overheidssectoren heen organiseren de vier fondsen iedere twee jaar gezamenlijk het A&O fondsen Festival. De komende editie is op 10 oktober in de Fokker Terminal in Den Haag. Naast netwerken en het delen van informatie staat ook samen creëren op het programma. Speciaal voor ambtenaren die werkzaam zijn op het gebied van HR, organisatieontwikkeling/-verandering in management, staf en in de domeinen. Meer informatie op Aenofondsenfestival.nl.
Fonds van de toekomst Struijs vindt dat de fondsen vandaag al moeten nadenken over toekomstige ontwikkelingen. Er kan bijvoorbeeld zomaar een dag komen dat de fondsen niet meer nodig zijn. Volgens De Zwart is dat denkbaar. ‘Op een flexibele arbeidsmarkt stromen mensen in en uit en doen hun ding. De medewerker zorgt voor zichzelf.’ Struijs ziet dat anders. ‘Een A&O fonds blijft altijd nut houden. De werkgever houdt de plicht om opleidingen en ontwikkeling te bieden.’ Sleeking is het daar deels mee eens. ‘Een bevlogen ambtenaar heeft zelf het stuur in handen van zijn loopbaan. Maar als werkgever kun je je juist onderscheiden door daarin te faciliteren.’ Is er toekomst voor vier verschillende fondsen voor de verschillende overheden? Sleeking droomt van een A&O fonds voor de hele overheid. ‘Dat is toch veel efficiënter? Je ziet in de pensioensector ook steeds meer samenwerking ontstaan. Waarom zouden wij dat niet kunnen?’ Tramper vindt dat er veel onderlinge verschillen zijn. ‘Iedereen vanuit een fonds bedienen zal niet meevallen. Het is belangrijk om voelsprieten te behouden.’ Struijs zegt hierover: ‘Het is cruciaal dat mensen zich herkennen in een organisatie. Je mag niet te ver van de mensen af staan.’ De Zwart reageert: ‘One size fits all werkt niet. Een waterschap heeft echt een andere cultuur dan een gemeente of een provincie, daarom is het van belang dat elke sector z’n eigen fonds heeft. Maar ook ik geloof in meer samenwerking. Met sectorspecifieke teams is een dak boven het hoofd van de vier fondsen misschien wel een optie.’ ◼
Deel dit artikel