Dichter wonen bij de natuur
Rijnvliet plukt de vruchten van voedselbos
Tekst Ellen Röling Beeld Stefan van der Voort
De Utrechtse nieuwbouwwijk Rijnvliet is de eerste “eetbare” woonwijk van Nederland. De wijk is nog steeds in aanbouw en de bomen en beplanting zijn nog lang niet volgroeid. Maar Jeroen Schenkels, senior beleidsadviseur groene leefomgeving van de gemeente Utrecht, deelt graag de eerste ervaringen. ‘We kunnen hier allemaal van leren.’
Uitzicht op het voedselbos vanuit het bomenkroonpad tijdens de opening in 2022
‘We willen een gezonde en inclusieve stad zijn’
In Rijnvliet staan overal fruit- en notenbomen, in perkjes vind je kruiden en bessenstruiken en naast de basisschool in het hart van de wijk is een dichter begroeid parkachtig voedselbos aangelegd. Vanaf de eerste verdieping van de school kronkelt een houten loopbrug door de lucht, het bomenkroonpad. Als de bomen straks volwassen zijn, kunnen de kinderen vanaf de brug de peren, appels en walnoten uit de kruinen plukken. Het plan voor een wijk met eetbaar groen ontstond in 2015 tijdens een inspraakavond voor de ontwikkeling van Rijnvliet, een onderdeel van Leidsche Rijn. Toen was de wijk nog een weiland. De bewoners van de bestaande lintbebouwing langs de Rijksstraatweg wilden geen onderdeel worden van een standaard nieuwbouwwijk en brachten een voedselbosexpert mee. Zij zagen een groene wijk voor zich met eetbaar groen. Een wijk waarin je kunt recreëren, samen kunt zijn, en die de biodiversiteit en de verbinding tussen mens en natuur zou versterken. De gemeente Utrecht had er wel oren naar. ‘Het past binnen ons Healthy City-beleid. We willen een gezonde en inclusieve stad zijn, en veel groen hoort daarbij.’
Openbaar eetbaar groen Samen met experts, de projectontwikkelaar van Rijnvliet en de initiatiefnemers (bewonerscollectief De Groene Longen en ecologische culturele broedplaats Metaal Kathedraal) werkte de gemeente het voedselbosidee uit. Schenkels vertelt dat het een voordeel was dat de wijk nog niet bestond. ‘De projectontwikkelaar kon eetbaar groen meenemen in de planvorming en bij de aanleg van de wijk.’ De gemeente koos ervoor om het groenbeheer voorlopig in eigen hand te houden. ‘In de 15 hectaren openbaar groen van Rijnvliet staat een heel ander type planten dan we gewend zijn en ook het beheer – zeker van deze omvang – stelt andere eisen. Zo functioneert het voedselbos biologisch als een bos en hoeft er niet gemest of geschoffeld te worden. Wel is beheer nodig om een gezonde balans te houden tussen de vele soorten bomen en planten die erin groeien. We willen ervan leren, zodat we de principes ook kunnen toepassen in andere wijken. Daarnaast onderzoeken we samen met bewoners wat je nu met zo’n eetbare wijk kunt doen. Hun eerste behoefte daarbij is het delen van kennis en informatie. Zo is er digitaal een bomenkaart van de wijk beschikbaar.’
Voedselboswachterjuf Eetbaar groen in de wijk doet iets met de bewoners, constateert Schenkels. Ook al is de wijk nog vol in aanbouw, de eerste effecten zijn merkbaar. Vorig jaar was er een oogstfeest, op school leren kinderen over het groen in hun wijk van de voedselboswachterjuf, en er zijn veel appgroepjes waarin mensen elkaar vinden over planten of recepten. Hoe zorg je in zo’n wijk dat letterlijk iedereen de vruchten kan plukken? Schenkels lacht en stelt dat de gemeente dat aan de bewoners overlaat. ‘Er is een enorme betrokkenheid, dus dat gaat ook een beetje vanzelf. Het groen versterkt de sociale cohesie. En bewoners hebben telkens nieuwe ideeën.’ Uitdagingen zijn er genoeg. ‘Het idee was om de initiatiefnemers van begin tot einde te betrekken bij de ontwikkeling van de wijk. In de planvorming lukte dat goed, maar later bleek dat niet altijd mogelijk. We zijn nu 8 jaar verder en het kan nog wel 8 jaar duren voordat de wijk klaar is. Voor de bewoners gaat het veel te langzaam en het gaat ook niet altijd naar hun wens. Maar de wereld van de bouwprofessionals en van bewoners verschilt te veel. De bouw is zo complex, grootschalig en grillig, dat je bewoners niet altijd mee kunt nemen en soms moet je beslissingen nemen die niet naar hun verwachtingen zijn. We blijven hoe dan ook veel in gesprek.’ Omdat het een wijk in aanbouw is, is het ook een uitdaging om steeds weer de nieuwe bewoners te informeren en te enthousiasmeren. ‘We moeten de energie goed vasthouden en het kennisverschil tussen oude en nieuwe bewoners overbruggen. Ook inclusiviteit vraagt aandacht. Rijnvliet is een zeer diverse wijk met een breed woningaanbod. De uitdaging is om het groen echt als wijk, met alle bewoners samen op te pakken. Tegelijkertijd realiseren we ons dat we nooit iedereen kunnen meenemen. Sommige mensen komen hier gewoon wonen en hebben niet de tijd of de interesse om zich met het groen in hun wijk bezig te houden.’
‘Het eetbare groen versterkt de sociale cohesie’
Dichter bij de natuur Rijnvliet staat nationaal en internationaal volop in de belangstelling. ‘Eten van dichtbij is hot en er valt nog zoveel te leren. Ook door ons. We hebben ons laten inspireren door projecten uit binnen- en buitenland. En in Rijnvliet doen we samen met onze partners veel ervaring op. Naast groenbeheer zijn dat onder meer ontwikkelaars, landschapsarchitecten, kennisinstellingen en onderwijs, sociale partijen, bewonersplatformen, teams voor klimaatadaptatie en circulariteit en de civiele dienst. Alle disciplines moeten over hun eigen schaduw heen stappen en samenwerken. In september dit jaar is Utrecht de gaststad voor het Future Green City wereldcongres en staat Rijnvliet zeker op de agenda.’ Alle aandacht voor eetbaar groen in de stad legt ook bloot hoever we van de natuur verwijderd zijn geraakt, stelt Schenkels met enige relativering. ‘Laatst sprak ik een Finse dame die in Rijnvliet werkt. Ze vertelde me dat ze in Finland altijd kruiden en bladeren plukte. Ze was blij dat dat nu ook hier uit de directe omgeving kon. Het voedselbos brengt ons weer een stukje dichter bij de natuur.’ ◼
Deel dit artikel