Psychologisch drama en nadruk op falen vertroebelen ons denken
Publiek debat heeft collectieve lucht, rust en ruimte nodig
Tekst Mark van Ostaijen Beeld Shutterstock
Het is prima om psychologistisch drama te tolereren als amusement, zegt Mark van Ostaijen. Maar kwalitatieve media, politiek en bestuur doen er goed aan verhalen te sociologiseren en een breder duidingskader te bieden dan een individuele quick fix of individueel recept. Dat geeft collectieve lucht, rust en ruimte, juist ook voor individueel handelen.
Mark van Ostaijen is als bestuurssocioloog verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Zo bezocht ik laatst Ridley Scotts film Napoleon. Er is al veel over gezegd en geschreven. De film zou een ‘complete historische ontsporing’ zijn (NRC), toont volgens historicus Beatrice de Graaf vooral een ‘toxische liefdesrelatie’ terwijl het de tongen in Frankrijk heeft losgemaakt aangezien Napoleon te veel als watje wordt geportretteerd. Los van dit sociaal en historisch sentiment kreeg de film ook cinematografisch een lauwe receptie. De personages blijven ‘kleurloos’ (de Volkskrant), terwijl het als biopic blijft hangen in een ‘komisch huwelijksdrama’ (NRC) waardoor het geheel uitmondt in een ‘afstandelijk filmepos’ (AD). Maar het belangrijkste probleem blijft daarmee onbenoemd. De film Napoleon lijdt namelijk aan psychologisme, een fixatie op individuen. De Amerikaanse sociologe Zeynep Tüfekçi vraagt zich af waarom juist het laatste seizoen van de populaire serie Game of Thrones zo tegenvalt. Ze stelt dat het ‘een fundamentele tekortkoming van onze vertelcultuur blootlegt’, want ‘we weten niet echt hoe we sociologische verhalen moeten vertellen.’ De eerste seizoenen van de serie, gebaseerd op boeken van de Amerikaanse schrijver George Martin, zijn gebaseerd op sociological storytelling. Dat wil zeggen dat daar de systemen, instituten en machtsbalans tussen de verschillende huizen centraal staan.
Psychologisch narratief Voor de latere seizoenen waren die boeken niet beschikbaar en moesten scenarioschrijvers zelf aan de slag. Toen switchten ze, volgens Tüfekçi, van een sociologisch naar een psychologisch narratief dat Hollywood doorgaans gewend is. Dan ligt de nadruk vervolgens niet langer op het grote spel der tronen van systemen, instituten en machtscorruptie, maar bepalen ineens individuele persoonsverhalen het plot. Het gevolg is dramatisch, want er zijn weinig series met zo’n slecht laatste seizoen. Helaas is een psychologisch narratief niet voorbehouden aan films en series. Je ziet het ook in de wijze waarop politici, bestuurders en ook journalisten onze verhalen vertellen. Dat zorgt ervoor dat we in ons dagelijks denken te veel aandacht inruimen voor psychologisch drama en persoonlijk falen in plaats van het oog te houden op systemen, structuren en strijd. Daardoor gaat het verhaal vooral over de poppetjes, zoals Henk Kamp, Sywert van Lienden, prins Andrew, Ali B., Cora van Nieuwenhuizen (schande!), en is er weinig oog voor het grotere plaatje: een minister verdwijnt, een tv-presentator stapt op – Barbertje hangt – en ontnemen we elkaar het zicht op de structuren die een toeslagenaffaire, institutioneel racisme of aardbevingsschade in de hand werken. Het is een teken des tijds. Een tijd die gedomineerd wordt door psychiaters, psychologen en neurobiologen waardoor men langzaamaan is gaan geloven dat there is no such thing as society. Dan wordt het eenvoudig om collectieve vraagstukken te individualiseren. Het sluit aan bij het vlammende essay van auteur Roxane van Iperen in Vrij Nederland waarin ze betoogt dat een beter milieu niet ‘bij jezelf’ begint. Want publieke vraagstukken zoals gezondheid, racisme of milieu ontstijgen per definitie het individu.
‘Het verhaal gaat vooral over de poppetjes’
Individueel probleem Het was afgelopen kerst ook weer te zien aan de tientallen artikelen die in kranten verschenen om het tijdens de kerst ‘gezellig te houden’. Zowel in Trouw, NRC als de Volkskrant verschenen heuse handleidingen, tips en adviezen om het kerstdiner te overleven en moeilijke discussies over bijvoorbeeld corona of de winst van de PPV te voorkomen. Die artikelen zijn erop gericht om ‘kerststress te voorkomen’ of ‘de kerstperiode door te komen zonder stress en de kerststress binnen de perken’ te houden. Zelfs SIRE tuigde er een publieke campagne voor op onder de noemer: Verlies elkaar niet als polarisatie dichtbij komt. Op de SIRE website kunnen mensen vervolgens 10 tips vinden om in een ‘gesprek elkaar niet kwijt te raken’, zoals: tel tot 10 als je iets lelijks dreigt te zeggen. En: zie de ander niet als iemand die hoort bij “die groep”. Die artikelen en de SIRE-campagne staan bol van psychologisme. Want de term stress maakt een collectief probleem volledig individueel en mentaal. Daarmee blijft een sociologische benadering van dit vraagstuk volledig buiten schot. Want als stress jouw probleem is, dan moet jij er toch ook zelf iets aan kunnen doen? We zouden onszelf ook kunnen afvragen hoe het komt dat we het in toenemende mate belangrijk vinden om het over niet-familiaire zaken te hebben in de familie. Of waarom het door toegenomen informalisering normaal is geworden om privégegevens te delen op het werk.
Overspringgedrag In het publieke domein word je als burger beoordeeld en vindt verbinding plaats aan maatschappelijke, politieke en collectieve vraagstukken zoals politiek, corona of oorlog, bijvoorbeeld door een democratie of staat. En in het private domein spelen weer heel andere rollen, waarin je zowel als werknemer of als consument kunt worden aangesproken op verantwoordelijkheden en verplichtingen. Problemen ontstaan er wanneer er rolvervaging optreedt en er zogenoemd overspringgedrag plaatsvindt tussen de domeinen. Soms is dat geen probleem, want er is niets mis mee om een betrouwbare collega persoonlijke informatie toe te vertrouwen. Maar het wordt problematisch als we collectief en structureel domeinspecifiek rollen en gedrag laten vervagen en gaan geloven dat de familiecontext goed is toegerust om maatschappelijke en politieke discussies te voeren.
Leren van Napoleon Het sociologiseren van dit verschijnsel kan ons leren dat bepaalde domeinen eigen ongeschreven kaders van (on)gepastheid hebben en dat we anderen beter kunnen aanspreken op een specifieke rol als oom of tante in plaats van als burger of consument. Dat geeft lucht, rust en ruimte en leidt tot minder polarisatie. Gezellig geachte bijeenkomsten hoeven dan niet langer te ontaarden in totale veldslagen. We doen er dus goed aan om lessen uit Napoleon te trekken. Het is prima om psychologistisch drama te tolereren als amusement, maar kwalitatieve media, politiek en bestuur doen er goed aan verhalen te sociologiseren. Het is belangrijk om een breder duidingskader te bieden in plaats van een individuele quick fix of individueel recept. Dat geeft collectieve lucht, rust en ruimte, juist ook uiteindelijk voor individueel handelen. ◼
Deel dit artikel