Tekst Gert Riphagen
De trein vertrekt over 10 minuten. De ervaren treinreiziger klinkt dit sinds een aantal jaren bekend in de oren. Vroeger had de trein domweg vertraging. Maar dat was te negatief, zo moet de NS gedacht hebben toen ze haar taalverdwijntruc introduceerde.
Bovenstaande is een prachtig voorbeeld van verhullend taalgebruik. Er verandert immers niets aan de werkelijkheid. De trein vertrekt nog steeds niet op het afgesproken tijdstip, maar het klinkt alleen wat vriendelijker. Het negatieve sentiment van vertraging – grrh, alweer vertraging! – wordt zo vermeden.
Boosheid Taalkundig spreken we bij verhullend taalgebruik van eufemismen. Deze woorden of begrippen worden vaak bewust gebruikt om de lezer op het verkeerde been te zetten. De redenen hiervoor lopen uiteen. Vaak is er een negatieve aanleiding: duidelijkheid zou leiden tot negatieve emoties als boosheid, angst of onbegrip. De taalkundige Riemer Reinsma omschreef eufemismen ooit als ‘de knaldempers van de taal’. Ze moeten ervoor zorgen dat de boodschap niet te hard overkomt. Het Amerikaanse ministerie van Defensie schijnt de neutronenbom ooit eufemistisch als ‘een stralingsversterkend apparaat’ te hebben omschreven. In de Haagse beleidsnota’s wemelt het van eufemismen. Klassiekers zijn ‘ombuigen’ als we ‘bezuinigen’ bedoelen, ‘budgettaire neutraliteit’ voor ‘het mag geen extra geld kosten’, ‘herstructureren’ in plaats van ‘mensen ontslaan’, ‘onbedoeld gebruik van geld’ voor ‘fraude’ en ‘heroverwegen’ in plaats van ‘aanpassen’. Het gebruik van directe en begrijpelijke taal is essentieel om ervoor te zorgen dat burgers de informatie die zij ontvangen goed begrijpen en dat er geen misverstanden ontstaan. Eerlijkheid over beleidsmaatregelen en hun gevolgen bevorderen een open en eerlijke dialoog tussen de overheid en de burgers. Het versterkt het vertrouwen tussen de overheid en de burgers. Verhullend taalgebruik past daar niet in, zeker niet omdat de overheid zelf de mond vol heeft over meer transparantie. Het is belangrijk dat ambtenaren zich bewust zijn van het gebruik van eufemismen en actief streven naar duidelijkheid en transparantie in hun communicatie. Eufemismen zijn vaak ook gewoontewoorden: zo schrijven we dit nu eenmaal. De ambtenaar is zich er niet (meer) van bewust dat een willekeurige lezer bij het woord ombuigen niet meteen aan bezuinigen denkt. Het tegengaan van eufemismen in ambtelijke taal vereist daarom een bewuste inspanning. Die inspanning is des te belangrijker door de vlucht die het fenomeen nepnieuws de afgelopen jaren heeft genomen. Verhullend taalgebruik zet onbedoeld de deur open en maakt mensen kwetsbaar voor nepnieuws of informatie uit onduidelijke of manipulatieve bronnen. Die informatie komt in tegenstelling tot een eufemisme wel vaak luid en duidelijk binnen. Het te kwader trouw gebruiken van kunstmatige intelligentie zou dit proces weleens kunnen versterken. Naar de echtheid van een tekst of een beeld of een gesproken fragment, is het dan nog slechts gissen. Dat alleen al zou een extra en zeer actuele reden moeten zijn voor de overheid om verhullend taalgebruik tegen te gaan.
Medelijdenfactor Een eufemisme is overigens niet hetzelfde als jargon. Dat laatste is vaktaal: taal die mensen die met hetzelfde bezig zijn, onder elkaar spreken. Laatst was ik op een taalbijeenkomst op het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, waar ik twee dagen in de week als taaladviseur werk. De aanwezigen mochten zelf hinderlijke woorden noemen. De meeste stemmen kregen woorden als ‘op de lijn komen’, ‘borgen’, ‘afstemmen’, ‘integraal’ en ‘bila’. Dat zijn inderdaad vreselijke, loze termen: jeukwoorden in de terminologie van taalpubliciste Japke-d. Bouma. Maar daarmee nog geen eufemismen. Overigens betwijfel ik of de NS met het verbannen van het woord vertraging de reiziger aan z’n kant heeft gekregen. Reizigers ervaren inmiddels dezelfde ergernis wanneer ze horen dat de trein over 10 minuten vertrekt. Voor vertraging konden ze misschien nog begrip op brengen. Het activeerde een medelijdenfactor voor de machinist: die kan er vast niks aan doen. Maar met vertrek over 10 minuten heeft niemand medelijden; het is te onpersoonlijk. Het kan verkeren. ◼
Deel dit artikel