Maffia en pizza margherita
Italië voorland van Nederland van morgen
Tekst Mark van Ostaijen Beeld Shutterstock
Deze maand wordt een bijzondere maand. Als gevolg van de verkiezingen van 22 november zal het toekomstige politieke landschap er anders uitzien dan we de afgelopen jaren gewend waren. Volgens Mark van Ostaijen lijkt dat landschap steeds meer op dat van Italië. Als het gaat om toerisme, georganiseerde misdaad of voedselpolitiek, kunnen we meer van de Italianen leren dan van de Scandinavische en Angelsaksische landen die we zo graag als voorbeeld zien.
Op zoek naar inspiratie zouden Nederlandse politici wat minder in Angelsaksische en Scandinavische landen moeten shoppen en wat meer in Italië
‘Wat we er ook van vinden, Rome is dichterbij dan we denken’
In aanloop daarnaartoe doen alle partijen nu verkiezingsbeloftes. Beloftes die gaan over Nederland. Maar politici shoppen ook graag in het buitenland. Soms vormt het buitenland een ideaaltypisch voorbeeld, en wordt er al snel gesproken over een “model”. Zo kun je politici nu horen spreken over het Deense, Canadese of Australische migratiemodel. Soms wordt een buitenlandse praktijk opgevoerd als iets waarvan we ver weg moeten blijven. Dan hoor je politici spreken over “toestanden”. Zo kun je geregeld horen dat we blij moeten zijn dat Nederland nog geen land is van Belgische of Amerikaanse toestanden.
Positieve voorbeelden Zo leert een quick scan van een enkele verkiezingsprogramma’s dat van links tot rechts vooral Scandinavische landen (met name Denemarken en Zweden) worden aangehaald als positieve voorbeelden. Tegelijkertijd spiegelen rechtse partijen zich graag aan met name Angelsaksische landen als de Verenigde Staten, Australië of Canada. Ter illustratie wil FvD naar Amerikaans model de invoering van een Green Card voor tijdelijke werkvergunningen en een parlementaire ondervragingscommissie, naar Zwitsers model de onmiddellijke invoering van bindende referenda en naar Australisch model een strenger immigratiebeleid. En NSC wil naar Duits voorbeeld een invoering van een ticket voor onbeperkt reizen door het hele land, naar Deens model leerpaden voor de top 10 van functies met een groot personeelstekort en naar Canadees modelarbeidsmigranten van buiten de EU selectief toelaten op basis van een puntensysteem. De VVD wil op haar beurt haatpredikers weren naar Deens voorbeeld en dat Defensie met alle jongeren contact legt door hen een enquête van Defensie in te laten vullen, geïnspireerd op het Zweedse model. En zo kunnen we nog wel even doorgaan. Ter linkerzijde wil de PvdD dat bij nieuwbouw een eigen regenwateropslag verplicht wordt, zoals in België. Daarnaast wenst PvdA/GroenLinks net als in België een limiet die mensen per week mogen inzetten via gokwebsites en wil men het openbaar vervoer voor iedereen via een Klimaatticket, naar Duits voorbeeld. Volt wil naar Zweeds voorbeeld mediawijsheid en gezonde schoolmaaltijden een verplicht onderdeel laten worden van het onderwijs en motorrijtuigenbelasting op auto’s, bestelbusjes en vrachtwagens vervangen door betalen-naar-gebruik. Ook wil de partij een algemene stoffenbalans naar Deens voorbeeld.
Misdaad Het is opvallend dat Scandinavische landen over het hele politieke spectrum als ideaaltypisch voorbeeld worden opgevoerd (behalve bij de PVV) en Angelsaksische landen vooral als voorbeeld voor de rechtsere politieke partijen gelden. Tegelijkertijd ontbreken op die mental map nogal wat landen. Alleen D66 noemt bijvoorbeeld een land als Spanje (specifieke natuurgebieden rechtspersoonlijkheid geven, onder andere naar het Spaans model). Het CDA is bijna de enige die refereert aan Italië (een gevangenisregime naar Italiaans voorbeeld). En juist de afwezigheid van Italië is bevreemdend. Want om meerdere redenen is Italië te zien als ons voorland. Ik noem vijf voorbeelden waarom Italië meer, nee, veel meer, aandacht verdient. Ten eerste kunnen we van Italië leren in het kader van de georganiseerde misdaad. Recent stelde de Italiaanse auteur van het boek Gomorra, Roberto Saviano, dat ‘Nederland een soort paradijs is voor de maffia’. De doorvoer van drugs in de Rotterdamse haven, de moorden op Peter R. de Vries en Derk Wiersum, de belastingvoordelen voor bedrijven, de intimidatie van onze troonopvolger en meerdere politici tonen hoe serieus we die thematiek moeten nemen in Nederland. Het niveau van de georganiseerde misdaad maakt dat de Italiaanse ervaring en expertise op het gebied van antimaffia-wetgeving nu noodzakelijk zijn voor Nederland. Dat is een sneue maar harde constatering. Bovendien weten we uit onderzoek dat de maffia van oudsher kon gedijen in gebieden met weinig sociaal en institutioneel vertrouwen. Inmiddels zien sociologen Nederland als een laagvertrouwenssamenleving, waar met name het vertrouwen in de overheid sterk is gedaald. Die sociale voedingsbodem geeft te denken, zeker in het kader van een opkomende georganiseerde misdaad.
‘Wat we er ook van vinden, Rome is dichterbij dan we denken’
‘De PVV en BBB omarmen de gehaktbal als nationaal symbool’
Populistische en voedselpolitiek Ten tweede, niet alleen op het gebied van misdaad is Italië een belangrijk referentiepunt. Het land had al vrij vroeg te maken met populistische politiek, op een schaal en intensiteit, nog voordat wij er hier via Pim Fortuyn definitief mee te maken kregen. Volgens historicus Arthur Weststeijn kan Berlusconi worden gezien als uitvinder van het wereldwijde populisme. Berlusconi begon zijn carrière begin jaren negentig als “De Grote Vernieuwer” die het corrupte Italiaanse partijsysteem op zou schonen. Maar denk ook aan de populistische partij Lega Nord of komiek, acteur en politicus Beppe Grillo en zijn MoVimento 5 Stelle (M5S). Met andere woorden, ook in partijpolitiek opzicht is er al vrij vroeg in Italië een vorm van politiek ontstaan die op de wereld en ook ons land een grote invloed heeft gehad. Ten derde, voedselpolitiek. Recentelijk zien we in Nederland dat de PVV en BBB de gehaktbal omarmen als nationaal symbool en hoe PVV en FvD zich verzetten tegen couscous en veganisme. Maar in Italië zijn voedsel en politiek al langer volledig aan elkaar verbonden en onderdeel van een nationaal debat. Hoewel voedselhistoricus Alberto Grandi aantoonde hoe weinig Italiaans dat erfgoed is, blijft de alledaagse Italiaanse eetcultuur onderdeel van een politieke strijd. Van Berlusconi die anti-homosentimenten wist te koppelen aan de cappuccino tot de pizza margherita als politiek-nationalistisch symbool van de Italiaanse vlag, Italië leert ons: voedsel is politiek.
Migratie Ten vierde, migratie. Waar een grote stad als Rotterdam nu moeite heeft met het opnemen van 50 vluchtelingen, vormt Italië (net als Griekenland) al jarenlang de grens waar duizenden migranten sterven, aankomen, en als ze geluk hebben, opgevangen worden. Daarom is migratie al jarenlang de ultieme splijtzwam in Italië. Terwijl de huidige premier Georgia Meloni tijdens de verkiezingscampagne een harde toon aansloeg tegen migranten en immigratie, heeft haar huidige regering een plan aangekondigd om bijna een half miljoen arbeidsmigranten aan te trekken. In Italië is er geen wettelijk verplicht minimumloon en dit maakt het lastig om arbeidsmigranten binnen de Europese Unie te vinden. Daarom wordt er uitgeweken naar landen in Afrika en Azië. Naast anti-immigratieretoriek biedt Italië dus ook een interessant inkijkje in de omgang met gewenste en ongewenste, bedoelde en onbedoelde vormen van migratie. En dus kunnen we ook op het gebied van migratie veel van Italië leren.
Toerisme Ten slotte kunnen we veel van Italië leren als we meer willen weten over toerisme. Soms hoor je bij ons mensen klagen over de hoeveelheden toeristen op de Wallen maar dat staat in schril contrast met de miljoenen toeristen die steden als Venetië, Rome en Florence aandoen. Met alle ontwrichtende consequenties voor historische centra van dien. Met meer dan 30 miljoen bezoekers behoort Venetië tot de steden met het meeste bezoekers per hoofd van de bevolking. Niet voor niets moeten toeristen volgend jaar een dagkaartje kopen om het centrum van de stad te mogen bezoeken, een toeristische noviteit, plannen waar ook de gemeenteraad van Amsterdam met interesse naar kijkt. Met andere woorden: wat je er ook van vindt, Italië is ons voorland. Daarom kan het geen kwaad om ons bijvoorbeeld wat minder op Amerikaanse correspondenten te richten (die ons gaan vermoeien met de voorverkiezingen van de voorverkiezingen) en de ondergewaardeerde Europese landen om ons heen wat beter en nauwgezetter te volgen. Dan kunnen we beter op waarde schatten met welke modellen en voorbeelden politici schermen en creëren we de mogelijkheid om ons te verdiepen in landen die wellicht niet zozeer als gewenste voorbeeld maar als daadwerkelijk voorland inzicht geven in het Nederland van morgen. Of we het nou zien als toestanden of als model, Rome is dichterbij dan we denken. Meer dan Washington, Stockholm of Berlijn. ◼
Deel dit artikel