Tekst Gert Riphagen
Goed nieuws voor lezers van Publiek Denken met jeugdsentiment: Barbapapa krijgt 50 jaar nadat de eerste animatiefilmpjes op televisie te zien waren een vermelding in het woordenboek Van Dale. Dat heeft hoofdredacteur Ton den Boon van Van Dale onlangs gezegd in het radioprogramma Volgspot. De term uit de gelijknamige tv-serie staat voor soepel of flexibel zijn.
‘Nieuwe woorden zijn een verrijking van de taal en kunnen enorm populair worden’
Barbapapa, zijn vrouw en hun zeven kinderen zijn vormeloze tekenfiguren. Zij kunnen elke vorm aannemen om problemen op te lossen, zoals een ladder, een kruiwagen of een muziekinstrument. De filmpjes werden in meer dan 40 landen uitgezonden en waren ook in Nederland heel populair. Taal is een levend organisme; er komen steeds nieuwe woorden bij. Vaak hangen die samen met maatschappelijke of technologische ontwikkelingen en politieke of economische trends. Ze laten zien wat er in de samenleving speelt en hoe die verandert. Beklijven ze, dan komen ze in woordenboeken te staan, zoals nu bij Barbapapa. Maar veel nieuwe woorden – neologismen genoemd – sterven een roemloze dood; je hoort er nooit meer iets van. De laatste editie van het Van Dale Groot woordenboek van de Nederlandse Taal (2022) bevat bijna 10.000 nieuwe woorden. Het was een jubileumeditie: 150 jaar eerder verbond Johan Hendrik van Dale voor het eerst zijn naam aan de Dikke Van Dale. De uitgever geeft op de eigen website uitleg over de nieuwe woorden: ‘Thema’s als klimaat en duurzaamheid leverden woorden op als deelscooter, geo-engineering en klimaatrobuust. Financiën en economie gaven ons onder andere cryptomunt, fintech, flexmakelaar en platformeconomie. De coronacrisis liet haar sporen na met natuurlijk de anderhalvemetersamenleving, maar ook code zwart, knuffelcontact en postcovidsyndroom zijn opgenomen. Maatschappelijke thema’s zoals diversiteit en inclusiviteit krijgen hun beslag met onder andere non-binair, regenbooggemeenschap en transactivisme. De politiek is productief en voegde onder andere cancelcultuur, identiteitspolitiek en trumpisme toe. Tot slot zijn de sociale media een dankbare bron en brachten ze ons doxen, influencer, feitenvrij, hoodvlog en fabeltjesfuik.’ Een halve eeuw geleden schreef neerlandicus, taalonderzoeker en publicist Riemer Reinsma het Signalement van nieuwe woorden. Dit boek bevatte 2.000 nieuwe woorden uit de daaraan voorafgaande 20 jaar, tussen pakweg 1955 en 1975. Het is, bijna een halve eeuw later, nog steeds een zeer lezenswaardig en soms ook vermakelijk boek.
Glazige blikken Zo is een groot aantal toenmalige nieuwe woorden inmiddels ingeburgerd in de Nederlandse taal. Bijvoorbeeld woorden als: betaalpas, deodorant, frisdrank, galerie, gasbel, gouden handdruk, hitparade, imago, kraakpand, leefbaar, minitrip, miskleun, opgefokt, sanitaire stop, sapje, sjoemelen, smartlap, snuffelpaal, spiraaltje, tosti, strippen, stretcher en zwevende kiezer. Of herkent u er een aantal niet (meer)? Omgekeerd is het ook aardig om te kijken welke woorden de taalkundige tand des tijds in die 50 jaar niet hebben doorstaan. Neem woorden als: bermtoerisme, betoelaging, deux-chevaux, draadomroep, gastarbeider, glijdende werktijden, goelasjcommunisme, hoelahoep, hoorbril, kitchenette, klootjesvolk, lavo, lijpkikker, luchtkussenvoertuig, pettycoat, rattekopje, reviaans, scolarisatie, statusblik, zakkenwasser en zitkuil. Oudere lezers van Publiek Denken herkennen er wellicht een aantal, maar ik vermoed dat een rondvraag onder jongeren slechts glazige blikken zal opleveren.
Klimaatklever Maar goed, nieuwe woorden zijn nu eenmaal een gegeven. Ze zijn vaak een verrijking van de taal en kunnen ook enorm populair worden. Zo kijk ik elk jaar weer vol verwachting uit naar de jaarlijkse in december te houden verkiezing van het Woord van het Jaar. Dat is meestal een nieuw woord en een weerspiegeling van de tijdgeest. Enkele winnaars van deze sinds 2003 gehouden verkiezing zijn: bokitoproof (2007), ontvrienden (2009), selfie (2013), treitervlogger (2016) en anderhalvemetersamenleving (2020). In 2022 was klimaatklever de winnaar. Ik ben benieuwd welk woord het dit jaar wordt en of we daar over pakweg 50 jaar nog weet van hebben. Want zo gaat dat met de taal: woorden komen en woorden gaan! ◼
Deel dit artikel