Burgerparticipatie in Amstelveen
Flexibel blijven en verwachtingen managen
Tekst Bas Nieuwenhuijsen Beeld Gemeente Amstelveen
Burgerparticipatie verloopt in Amstelveen volgens een duidelijk beleid: op basis van een gedegen analyse maakt de gemeente een plan, dat gaandeweg kan worden bijgesteld als dat wenselijk is. Want flexibiliteit is belangrijk, net als het managen van de verwachtingen, vindt Sharon Snoek, senior communicatieadviseur participatie bij de gemeente.
‘Soms is participatie beperkt tot inwoners goed informeren’
‘De gemeente Amstelveen faciliteert en begeleidt initiatieven van inwoners,’ vertelt Snoek. ‘Wij waarderen initiatieven en willen graag daarvoor de ruimte bieden. En we betrekken inwoners actief bij het beleid.’ Daarvoor heeft Amstelveen onder meer een speciaal digitaal platform: Denkmeeamstelveen.nl. Daarop kunnen inwoners hun ideeën en meningen kwijt rond specifieke projecten, zoals stadsvernieuwing of een nieuwe locatie voor een Jeugd Ontmoetings Plek, en bredere beleidsonderwerpen zoals de ontwikkeling van een visie op een gezonde leefomgeving.
Koffiekar Amstelveen doet meer dan alleen online participatie, zegt Snoek. ‘Voor de visie op een gezonde leefomgeving bijvoorbeeld zijn we de stad ingetrokken met een koffiekar. Aan de hand van praatplaten zijn we met voorbijgangers in gesprek gegaan.’ En de gemeente luistert ook echt naar de inwoners. ‘Er moest bijvoorbeeld ergens een nieuw transformatorhuisje komen, daarvan hebben we er meer nodig, want het stroomnet raakt overbelast. Het energiebedrijf had een locatie uitgezocht, maar de mensen die daar woonden droegen een alternatief aan. Hun voorstel hebben we overgenomen.’ De gemeente heeft een vaste werkwijze voor burgerparticipatie. ‘We maken eerst een goede analyse van het vraagstuk. Om wat voor plan gaat het, welk doel moet participatie dienen, wat is de reikwijdte van het project? We kijken ook welke doelgroepen we moeten benaderen en hoe we dat gaan doen en in welke taal, en welke middelen nodig zijn. Uiteindelijk voeren we het plan uit, maar we blijven flexibel. Als het nodig is, kunnen we plannen altijd nog wijzigen.’ Participatie betekent ook altijd maatwerk. Snoek: ‘Als je bijvoorbeeld een speeltuin gaat herinrichten, moet je niet alleen met ouders praten, maar juist met de kinderen die er spelen. Die laten we meedenken via een spelmethode. Op maat dus.’
Verwachtingsmanagement ‘Ook belangrijk is dat we van tevoren de verwachtingen van mensen managen. Niet alles kan. Soms is participatie beperkt tot inwoners goed informeren. Als er bijvoorbeeld een asielzoekerscentrum moet komen, dan staat niet ter discussie of dat wel moet doorgaan. Het doel van participatie is niet per se draagvlak scheppen. We proberen wel zo veel mogelijk rekening te houden met wensen en zorgen van mensen. Neem bijvoorbeeld de opgave in de woningbouw. Er moeten woningen bij komen, dat staat vast. Maar we kunnen er wel op letten dat bijvoorbeeld bestaande tuinen niet ineens helemaal in de schaduw komen te liggen.’ Snoek raakt daarmee aan de lastige kant van participatie: plannen die weerstand oproepen, maar toch uitgevoerd worden. ‘Mensen begrijpen wel dat er meer woningen moeten komen, maar ze willen ze niet in de buurt: not in my backyard. Mede daarom is het zo belangrijk om aan verwachtingsmanagement te doen.’
‘De gouden tip is verwachtings- management’
Terugkoppelen Maar niet alleen vooraf moeten inwoners over participatie goed worden ingelicht, ook achteraf is dat belangrijk, onderstreept Snoek. ‘We evalueren een participatietraject altijd. Daarbij kijken we naar vragen zoals hoeveel mensen deelnamen, wie dat waren, hoe hun inbreng was, of er goede verslaglegging is gedaan en of mensen tevreden waren. En dat koppelen we ook terug.’ De gemeente Amstelveen betrekt ook niet alleen inwoners bij het beleid. ‘We praten uiteraard ook met onze partnerorganisaties, zoals de politie, de zorg, het welzijnswerk, de bibliotheek en noem maar op. Daarmee beleggen we aparte partnersessies, en als er keuzes moeten worden gemaakt vragen we ze bijvoorbeeld wat zij voor prioriteiten hebben.’ Wat zouden andere gemeenten van de aanpak van Amstelveen kunnen leren? Snoek: ‘Mijn “gouden tip” is toch wel verwachtingsmanagement. Als je dat goed doet, kun je veel ontevredenheid voorkomen. En je moet achteraf mensen vertellen wat je met hun inbreng hebt gedaan. Overigens denk ik dat er niet één goede manier is om participatie vorm te geven. Zo zal onder meer de omvang van een gemeente verschil uitmaken, en wij zijn een stedelijke gemeente, in een plattelandsgemeente met een aantal kernen werkt het anders lijkt me.’ ◼
Deel dit artikel