Monopoly
Bijna 60 procent van de Nederlanders weet wat burgerparticipatie is! Wij Nederlanders zijn dus niet alleen kaaskenners en fietsfanaten, maar ook burgerparticipatiekenners. Toch lijkt deze kennis, zoals blijkt uit de resultaten van de Publiek Denken Barometer Burgerparticipatie, niet te resulteren in daadwerkelijke betrokkenheid. Bijna de helft van ons voelt zich namelijk (helemaal) niet betrokken bij gemeenteplannen. En bij inspraakbijeenkomsten komt slechts 19 procent opdagen. Ondanks deze cijfers heeft 69 procent van de inwoners toch samengewerkt met de gemeente. Maar: doen we dit voor het grotere goed, of gewoon omdat we graag onze mening geven? Wat ik ook opmerkelijk vind, is dat de gemeenten volgens de bevraagde burgerpanels niet echt geïnteresseerd lijken te zijn in onze meningen. Slechts 23 procent van ons gelooft dat de gemeente oprecht geïnteresseerd is. Ondanks de conclusies die je kunt trekken uit ons onderzoek is er een zilveren randje. Een meerderheid wil meer betrokken worden bij gemeentelijke onderwerpen. Er is dus hoop… Hoe dan? Want daadwerkelijke betrokkenheid blijft vaak achter. Dit roept belangrijke vragen op over de effectiviteit van onze participatiemodellen en de mate waarin burgers zich echt gehoord en begrepen voelen. Wat betekent het om betrokken te zijn? Hoe kunnen we de kloof dichten tussen de idealen van participatie en de praktische uitvoering ervan? Want met de komst van de Omgevingswet en de Wet versterking participatie op decentraal niveau wordt een en ander ook nog eens wettelijk verankerd. Ondanks de schijnbaar onoverkomelijke kloof tussen burger en bestuur, zijn er momenten van echte verbinding. Je hoeft alleen maar de verhalen van onze vijf koplopers – gemeenten Amstelveen, Eemsdelta, Putten, Valkenswaard en Vijfheerenlanden – te lezen. Dan lees je over inbreng van inwoners tijdens projecten die daadwerkelijk tot verandering heeft geleid. Deze successen tonen aan dat burgerparticipatie meer kan zijn dan een democratische façade. Onlangs interviewde ik Marion van der Voort, oprichter van Bureau voor Gebiedscommunicatie en docent van de masterclass burgerparticipatie die Publiek Denken en onderzoeksbureau Invior op 7 december aanstaande organiseren. Met meer dan 25 jaar ervaring in het veld heeft ze veel inzicht in participatie en hoe deze de besluitvorming van gemeenten kan verbeteren. Zij kaartte het belang aan van inclusieve participatie, waarin je ervoor zorgt dat diverse perspectieven worden gehoord en dat de belangen van iedereen worden meegewogen. Ze vergeleek het met een potje monopoly waarbij ze zegt: ‘[…] het is essentieel te weten welke “pionnen” er in het spel zijn, wie welke rol heeft en welke belangen er spelen. Ik vind het belangrijk om te beginnen met het scheppen van duidelijkheid over de rollen en verwachtingen. Hiermee wordt de basis gelegd voor een constructieve dialoog waarbij alle partijen weten wat ze van elkaar kunnen verwachten.’ Net als bij monopoly draait burgerparticipatie om het strategisch inzetten van onze “pionnen”, maar het einddoel is niet het veroveren van het bord maar het samen bouwen aan een samenleving waar iedere worp van de dobbelsteen telt voor de toekomst.
Asha Narain is hoofdredacteur van Publiek Denken
Deel dit artikel