Advies aan gemeenten
Begin met luisteren
Tekst Dave Schut Beeld Shutterstock
Buurtinitiatief Oké Nu heeft de gemeente Utrecht nauwelijks nodig. Het liefst regelen de bewoners alles zelf. ‘Mensen leven hier echt van op.’
Als een gemeente inwoners vrijlaat, ontstaan er vanzelf ideeën
‘We willen de gemeente niet overal bij betrekken’
Ellen Epping (63, mantelzorger) is een van de oprichters van Oké Nu, een project in de Utrechtse wijk Overvecht-Noord. (De afkorting Oké Nu staat voor ‘Overvecht Kijkt Echt Naar U’). Toen een buurvrouw van Epping in 2014 met het idee kwam, werd er al snel een bijeenkomst georganiseerd. ‘Zo konden we de inwoners vragen waar ze behoefte aan hadden,’ vertelt Epping. Eerst ontstond er een wandelclub, voor mensen die van wandelen houden en dat graag gezamenlijk doen. ‘In het begin waren dat maar vier mensen en inmiddels zijn het er dertien. Iedere dinsdagmiddag spreken ze af.’ Even later begon Epping zelf wat ze noemt een creatieve groep. ‘Voor mensen die willen haken, breien, naaien. Een jongeman die we daar op weg hebben geholpen, ging uiteindelijk een opleiding kostuumontwerp volgen, zo enthousiast was hij geworden.’
Kerstdiner Zo zijn er inmiddels veel meer groepen, en het doet de bewoners opvallend goed, zegt ze. ‘Een oudere man die weduwnaar was geworden, sloot zich aan bij de teken- en schildergroep. Hij leefde weer helemaal op. Hij komt nu ook naar de buurtbarbecue en neemt dan altijd zijn mondharmonica mee.’ Naast de specifieke groepen zijn er ook algemene activiteiten. ‘We doen altijd iets met koningsdag, burendag en oud en nieuw. En we hadden een kerstdiner voor honderd man, allemaal ouderen uit de wijk. De mensen kijken ernaar uit. Komt het dit jaar weer, vragen ze. Daarom groeit zo’n groep ook automatisch. Mensen nemen steeds iemand mee.’ En de diversiteit is groot. ‘Van Afghaanse afkomst, Indisch, Marokkaans, Somalisch, oud, jong, man, vrouw… iedereen is welkom.’ De activiteiten worden niet betaald door de gemeente, maar door sponsors. Ook dat regelen de bewoners zelf. Epping: ‘De Jaarbeurs heeft ons geholpen, de Rabobank, ASR maatschappelijke ondersteuning. En we hebben goed contact met het Oranje Fonds.’
Van onderaf Eigenlijk levert Utrecht alleen een ruimte waarin het buurtinitiatief kan afspreken. Dat gebeurt in een verzorgingstehuis. ‘Daar zijn we blij mee, want je moet natuurlijk een plek hebben om bij elkaar te komen. Maar we willen de gemeente niet overal bij betrekken. We zijn echt zelfstandig. We zouden wel subsidie willen ontvangen, maar daarvoor is de eis dat we een stichting oprichten en dat willen we niet. Want daar zitten weer allemaal verplichtingen aan, zoals een bestuur, een penningmeester, enzovoort. Daar hebben wij de kennis noch de mensen voor.’ Gevraagd naar advies voor gemeenten die soortgelijke initiatieven willen ondersteunen, zegt Epping: ‘Begin eens met vragen: wat willen jullie? Ga niet meteen zelf iets aanbieden. Je moet eerst kijken, luisteren. Echt van onderaf beginnen. Zijn er mensen die iedere week samen een taart willen bakken? Nou, dan ga je daarmee aan de gang. Want zo ontstaat er draagvlak. En dan komt de rest vanzelf.’ ◼
Deel dit artikel