WETENSCHAP | AMBTELIJKE HELDEN GEZOCHT
Tekst Pieter Verbeek Beeld Irene van Kessel
Rijk moet verbindingswerk meer mogelijk maken
Of het nu gaat om leefbaarheid, het sociaal domein, energie, veiligheid of ruimtelijke ordening… De maatschappelijke vraagstukken waar Nederland voor staat zijn zo complex, dat geen enkele organisatie ze alleen kan oplossen. Er is dus samenwerking nodig tussen de overheidslagen, maatschappelijke organisaties, ondernemers en inwoners. Dat is allerminst vanzelfsprekend.
Wim Oosterveld: ‘Alleen door beter te luisteren wordt duidelijk welke signalen ertoe doen, waar knelpunten ontstaan en hoe verschillende partijen elkaar kunnen versterken’
‘Verbinden gebeurt door mensen, niet door organisaties’
Onderzoeker Wim Oosterveld werkt inmiddels anderhalf jaar bij het interbestuurlijke programma Agenda Stad. Zijn opdracht: het verkennen van de zogenoemde feedback loop tussen praktijk en beleid. Hoe kunnen signalen uit de samenleving sneller en effectiever landen in beleid en uitvoering? Tijdens zijn onderzoek ontdekte Oosterveld dat feedback loops overal aanwezig zijn, maar dat ze lang niet overal goed functioneren. Ze zijn geen exclusief rijksvraagstuk, maar een verantwoordelijkheid van het hele publieke domein, stelt hij. ‘Overal, van beleid tot uitvoering en van onderzoek tot evaluatie, zijn verbindingen cruciaal om feedback loops beter te laten werken en impact te vergroten. Het publieke domein bestaat uit een uitgebreid ecosysteem van mensen die informatie produceren, interpreteren en doorgeven. Soms sluiten die puzzelstukjes goed op elkaar aan, maar vaak ook niet.’ Zijn eerste advies is dan ook simpel maar fundamenteel: ga beter luisteren en vraag door. ‘Alleen zo wordt duidelijk welke signalen ertoe doen, waar knelpunten ontstaan en hoe verschillende partijen elkaar kunnen versterken.’
Lapje in de deken Een belangrijke inspiratiebron voor Oosterveld is het boek De logica van de lappendeken van veranderkundige Hans Vermaak. Vermaak beschrijft maatschappelijke vraagstukken als gedeelde problemen waar geen enkele organisatie eigenaar van is, en waar geen enkele organisatie zonder anderen uitkomt. Elke actor is een lapje in een grotere deken, en pas wanneer de mensen achter die organisaties zich met elkaar verbinden, ontstaat een samenhangend geheel, de lappendeken. Hij noemt dit verbindingswerk cruciaal in rijksbeleid. ‘Het maakt beleid effectiever, versnelt leren en zorgt ervoor dat de impact van ieders inzet groter wordt.’ Binnen programma’s zoals Agenda Stad, de Regio Deals en de Nationale Programma’s voor Vitale Regio’s en Leefbaarheid en Veiligheid zijn verbindende rollen al zichtbaar. Daar werken rijksambtenaren nauw samen met lokale netwerken of met relevante stakeholders rond een thema. Niet vanwege hun specifieke inhoudelijke expertise, maar vanwege hun vermogen om werelden te verbinden. Hij pleit ervoor dat iedere ambtenaar die werkt op de grens van binnen en buiten verbindingsvaardigheden zou moeten ontwikkelen. ‘Zeker bij gebiedsgericht of opgavegericht werken zou dit standaard in je repertoire moeten zitten.’
Dubbele rol overheid Maar zo eenvoudig is het niet, de rol van de rijksoverheid is van nature dubbel. Oosterveld: ‘Aan de ene kant stelt het rijk regels en kaders vast, verdeelt geld en houdt toezicht. Aan de andere kant wil het rondom complexe opgaven in gesprek kunnen gaan op basis van gelijkwaardigheid, samen met partners zoeken naar nieuwe oplossingen en openstaan voor wat er buiten gebeurt.’ Die spanning wordt volgens hem zichtbaar wanneer gevoelige onderwerpen spelen. Dan ontstaat de reflex om eerst intern met elkaar af te stemmen, boodschappen te uniformeren en risico’s te vermijden. ‘Het interne spel bij het rijk maakt onzeker over de in te nemen positie. Hierdoor is het voor individuele ambtenaren soms lastig om naar buiten te stappen.’
Tweebenigheid Om het lerend vermogen in het publieke domein te versterken, heeft Oosterveld onlangs een groep enthousiastelingen uit zijn netwerk verzameld. ‘Vanuit betrokkenheid zoeken we naar manieren om verbindingswerk te stimuleren,’ licht hij toe. Een van de uitdagingen waar dit netwerk aan werkt, is tweebenigheid. Ambtenaren moeten kunnen laveren tussen de belangen van de organisatie en de belangen van stakeholders in de buitenwereld.’ Oosterveld noemt een aantal belangrijke aandachtspunten om het verbindingswerk binnen de rijksoverheid te versterken. ‘We zouden meer uit onze ontmoetingen kunnen halen. Slimmer ontmoeten in plaats van per se meer ontmoeten.’ Ook kennis kunnen we slimmer met elkaar delen, gaat hij verder. ‘We beschikken met elkaar over een enorme hoeveelheid kennis die we veel meer kunnen laten circuleren tussen netwerken, domeinen en organisatielagen.’ Verder is het belangrijk om dynamieken zichtbaar te maken, en inzicht te krijgen in de patronen van het publieke systeem. ‘Welk gedrag is helpend voor samenwerking, en welk gedrag blokkeert?’ In november kwam de groep enthousiastelingen bij elkaar. De komende tijd wordt gewerkt aan concrete vervolgstappen. Niet om harder te trekken aan oude systemen, maar door de lappendeken van het publieke domein hechter te weven. En dat begint bij het versterken van verbindingswerk: het werk dat ervoor zorgt dat beleid en praktijk elkaar vinden, dat kennis circuleert en dat de samenleving echt betrokken is bij het oplossen van haar eigen vraagstukken. ‘Verbinden is een ambacht. Het gebeurt door mensen, niet door organisaties.’ ◼
Deel dit artikel