VAN ONZE KENNISPARTNER | duurzaamdoor

Tekst Jessie Samwel en Eva de Kloet, met ondersteuning van Dave Schut Beeld Hilbert Krane

Hoe succesvolle duurzame initiatieven zich verspreiden

Wat gebeurt er precies wanneer een duurzaam initiatief zich verspreidt? Welke mechanismen treden daarbij in werking? Binnen het programma DuurzaamDoor deden Jessie Samwel en Eva Kloet, samen met Hans Vermaak, Mark van Twist en Martin Schulz, van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur hier onderzoek naar. Het leverde een essay op – Hoe aanstekelijk kan je het maken? – waarvan ze hier een voorproefje geven.

Jessie Samwel (r.) en Eva de Kloet: ‘Verspreiding gaat nooit vanzelf; het vraagt om actief werk, om het creëren van condities waarin ideeën kunnen groeien, zich kunnen aanpassen en door anderen worden overgenomen’

‘Aanstekelijkheid is geen trucje’

Het klassieke idee van verspreiding – één partij die één boodschap zendt naar een bekende plek – schiet tekort als enige kijk op verspreiding in complexe transities. Daarom wilden wij een rijker repertoire ontwikkelen. We hebben bewust voor het begrip aanstekelijkheid gekozen, omdat dit woord iets in zich heeft van: je kunt er niet omheen. Als iemand een aanstekelijke lach heeft, dan moet je wel meelachen. Aanstekelijkheid is het vermogen om anderen te inspireren, activeren en uitnodigen tot handelen. Wij introduceren acht metaforen voor verspreiding, gebaseerd op drie dimensies: inhoud (wat wordt verspreid), actoren (wie verspreidt) en plekken (waarnaartoe iets wordt verspreid). De acht metaforen – de megafoon, de kas, het virus, de zwerm, de wildgroei, de rivierbedding, het modeverschijnsel en de lappendeken – laten zien dat er niet één juiste manier is, maar dat situationeel kiezen en combineren cruciaal is. Elke metafoor biedt een ander perspectief op hoe verspreiding door aanstekelijkheid kan ontstaan en vraagt om een eigen aanpak.

Controle verstikt Wij houden geen pleidooi voor schaalbaarheid – integendeel, we laten zien hoe riskant het kan zijn om initiatieven klakkeloos op te schalen en uit te rollen. Juist de specifieke context waarin een initiatief ontstaat, blijkt vaak bepalend voor het oorspronkelijke succes. Toch ontslaat ons dat niet van de verantwoordelijkheid om moeite te doen voor opschaling. Sommige initiatieven lenen zich er namelijk wel degelijk voor. Wat daarbij cruciaal is, is het vermogen om los te laten – iets wat voor veel mensen onnatuurlijk voelt. Loslaten brengt risico’s met zich mee en maakt verantwoording ingewikkelder. Toch is het noodzakelijk: wie alles wil blijven controleren, loopt het risico zichzelf uit te putten en teleur te stellen. Bovendien belemmert te veel grip het gevoel van eigenaarschap bij nieuwe mensen en plekken. Verspreiding is daarmee ook een balanceerkunst tussen vasthouden en loslaten. Te veel controle verstikt, te veel vrijheid kan leiden tot versnippering. Daar komt bij dat niets zich zomaar verspreidt, al kan het wel onverwachts gebeuren. Het kan iets heel onvoorspelbaars hebben. Dat hebben we geïllustreerd in de metafoor van het virus: van iets dat ‘viraal’ gaat kun je echt niet altijd van tevoren zien aankomen dat dat gaat gebeuren.

Bewustwording Het benutten van metaforen begint met bewustwording. Professionals dienen eerst te begrijpen welke verspreidingsstijl zij nu hanteren. Vaak gebeurt verspreiding onbewust, vanuit routines. Door te reflecteren op de eigen praktijk kun je vaststellen waar je staat: welke metaforen zie je terug in je huidige handelen? Vervolgens is het zaak om te bepalen waar je naartoe wilt: welke vorm van verspreiding past bij je doel en je context? Door op deze manier bewuster na te denken over verspreiding, kun je je als vervolgstap bezighouden met de vraag ‘hoe kom ik daar’? Welke capaciteiten, kwaliteiten heb ik daarvoor nodig en waar hoort de nadruk te liggen? Het essay biedt daarmee handvatten om tot die bewustwording te komen en om te experimenteren met andere metaforen. Zo ontstaat een handelingsrepertoire dat rijker en flexibeler is dan het klassieke idee van ‘harder roepen’. Laten we de metafoor van de kas als voorbeeld nemen. Veel organisaties hebben de neiging om te experimenteren in een veilige ruimte, in de luwte van de organisatie, weg van de bureaucratie, door het opzetten van pilots. Daar floreren dan allerlei goede ideeën. De neiging is dan om te denken: we hebben nu iets moois, dat helemaal af is, en getest, we schalen dit op of rollen dit uit. Maar dit gebeurt dan zonder het besef dat juist de veilige ruimte van belang is geweest voor de ontwikkeling van het project.

Startpunt Wij roepen publieke professionals op om los te komen van één standaardstrategie. Vasthouden aan het idee dat je met een goed plan en een sterke boodschap vanzelf impact maakt, resulteert vaak in teleurstelling. Transities vragen om flexibiliteit, om het ver- mogen te schakelen tussen verschillende metaforen en ruimte te maken voor cocreatie. Professionals moeten zich bewust zijn van hun eigen rol: soms ben je zender, soms verbinder, soms facilitator. Het vraagt ook om het accepteren van onzekerheid en het durven experimenteren met nieuwe vormen van verspreiding, zonder de illusie van volledige controle. Het essay is geen eindpunt, eerder een startpunt. In gesprekken met professionals over de metaforen proberen we de inzichten zo veel mogelijk te koppelen aan casuïstiek en werkpraktijk, door deelnemers te laten formuleren wat ze al doen, en waar ze graag naartoe zouden willen. En door ze elkaar, vanuit het perspectief van de metaforen, te laten bevragen op hun spreidingspraktijk. Zo hebben we ons onderzoek bijvoorbeeld gedeeld bij Springtij 2025, werksessies van het ministerie van LVVN en de RVO. Het is leuk om te zien hoe graag iedereen ermee aan de slag gaat. Voor veel mensen raakt verspreiding ergens de kern van hun werk, of misschien wel van hun dagelijks leven, maar eigenlijk zijn we ons maar weinig bewust hoe we dit doen. Het faciliteren van het gesprek daarover, met behulp van de metaforen, opent allerlei mogelijkheden.

Energie

De belangrijkste conclusie van ons onderzoek is dat er geen universele succesformule bestaat. Aanstekelijkheid is geen trucje, maar een proces dat afhankelijk is van context, timing en interactie. Daarnaast blijkt dat verspreiding nooit vanzelf gaat; het vraagt om actief werk, om het creëren van condities waarin ideeën kunnen groeien, zich kunnen aanpassen en door anderen worden overgenomen. Tot slot is het besef cruciaal dat aanstekelijkheid niet alleen over inhoud gaat, maar ook over relaties, plekken en de energie die mensen erin stoppen. ◼

Meer weten? Kijk op Rvo.nl/onderwerpen/dudo

Deel dit artikel