Tekst Gert Riphagen

Elk jaar in december popt de vraag weer op hoe je kerst schrijft: met of zonder hoofdletter. En hoe het dan zit met andere aan kerst verwante woorden. Nou, feestdagen krijgen in de Nederlandse taal een hoofdletter, maar kerst... Niet!

Elk jaar in december popt de vraag weer op hoe je kerst schrijft: met of zonder hoofdletter. En hoe het dan zit met andere aan kerst verwante woorden. Nou, feestdagen krijgen in de Nederlandse taal een hoofdletter, maar kerst... Niet!

Discussie gesloten? Voordat u nu alle kerstkaarten gaat herschrijven of het kerstmenu opnieuw laat drukken, wacht. Het mag ook anders, onze taalexegeten zijn de beroerdsten niet. De website van Onze Taal geeft uitleg: ‘Toch zie je naast Kerstmis ook vaak hoofdletters in Kerst, Eerste Kerstdag en Tweede Kerstdag, en ook in Kerstavond, Kerstfeest en Kerstmorgen. Het is begrijpelijk dat deze woorden als aanduidingen van feestdagen (of delen daarvan) worden gezien. Wie dat feestdagkarakter tot uitdrukking wil brengen, kan wat ons betreft gerust een hoofdletter gebruiken.’  Discussie gesloten, denk je dan. Maar zo eenvoudig is dat niet. Onze Taal brengt een nuance aan: ‘In bijvoorbeeld kerstbal, kerstcadeau, kerstengel, kerstkaart, kerstrapport, kerstspel en kerstvakantie gaat het niet om een feestdag of een deel daarvan. De algemene regel “gebruik alleen een hoofdletter als die echt iets toevoegt” leidt dan juist tot een kleine letter. Ook de officiële spelling schrijft hier kleine letters voor.’  De wens fijne/prettige kerstdagen moet je officieel ook met kleine letters schrijven. Het is echter zeker niet fout om op een kerstkaart bijvoorbeeld Prettige Kerstdagen en een Gelukkig Nieuwjaar te schrijven. Vaak staat deze wens al met hoofdletters afgedrukt op de kaart. Tot zover Onze Taal.  Kerst geldt als een tijd van bezinning. Die leert dat het feest ook nog een andere dan een kerkelijke oorsprong heeft. Dat is die van het oude Germaanse Yule of Joelfeest, een winterfeest met eigen tradities en symbolen. Het had dus zomaar gekund dat we elkaar aan het eind van het jaar een joelkaart hadden gestuurd met prettige joeldagen, en dat we het joeldiner hadden gevierd met joelliederen.  Het wekelijkse radioprogramma De Taalstaat heeft een rubriek waarin luisteraars zogenoemde vergeetwoorden weer onder de aandacht kunnen brengen. Enkele voorbeelden: kwikzilver, grassen, mastiek en krawietelen. Kent u de betekenis van deze woorden niet: zoek die dan op, dan kent u ze ook (weer).  Ook kerst kent dergelijke woorden. Wat te denken van kerstbuche, een kerstcake, kennelijk lastig te maken? Of kerst-in, een vroeger gebruikte term voor een kerst- arrangement of een verblijf tijdens de kerstdagen. Dan is er nog de kerstfee, het magische wezen dat kerstsfeer brengt. Sommige mensen zetten een fee boven op de kerstboom. Deze traditie vindt zijn oorsprong in Duitsland, waar men gelooft dat feeën geluk brengen aan pasgeboren baby’s en symbool staan ​​voor vruchtbaarheid. 

Tradities Bij Kerst verschuift de focus van religieuze betekenis naar gezelligheid en consumeren (gourmetten, cadeaus). Dat leidt ook tot nieuwe woorden als kerstblues, kerstgekte of kerstmarkt. Met het veranderen van tradities verandert ook de taal. Denk maar aan de inmiddels gebruikelijke roetpieten.  Over tradities gesproken: na ruim 10 jaar stop ik met deze column in Publiek Denken. Het was al die jaren een mooie gelegenheid om mijn inzichten over (ambtelijke) taal en aanverwante zaken te delen. Het is nu tijd om het stokje over te dragen: niet door gebrek aan enthousiasme of omdat het onderwerp minder belangrijk is. Integendeel: er zijn nog genoeg onderwerpen die onze volle aandacht verdienen in relatie tot de taal. En het is goed dat Publiek Denken hieraan aandacht blijft besteden. Ik wens mijn opvolger veel succes! ◼

Deel dit artikel