AMBTENARENPANEL

Tekst Marc Notebomer

Ambtenaren aan nieuw kabinet

Breng rust en pak de grote opgaven aan

Ambtenaren oordelen vernietigend over het kabinet-Schoof: stabiliteit ontbrak, de rechtsstaat stond onder druk en het politieke vertrouwen kelderde. Een nieuw kabinet moet volgens hen dringend orde scheppen, met woningbouw en duurzaamheid als absolute prioriteiten. Dat blijkt uit de nieuwste raadpleging van het Ambtenarenpanel, een initiatief van Publiek Denken en INVIOR Full Contact.

In hoeverre vindt u dat het kabinet-Schoof de rechtsstaat en de democratische waarden heeft gerespecteerd?

De raadpleging is uitgevoerd onder 1.650 ambtenaren uit alle lagen van het openbaar bestuur. De grootste groep komt uit gemeenten (647), gevolgd door een diverse categorie ‘anders’ (377). De groep bestaat uit een vrijwel gelijke verdeling tussen mannen (815) en vrouwen (763), aangevuld met een kleine groep die een andere genderidentiteit rapporteerde of dit niet wilde aangeven. Ook het opleidingsniveau laat een ruime spreiding zien, al is de meerderheid hoogopgeleid: 921 respondenten hebben een afgeronde hbo- of wo-master of een doctoraat, 500 ambtenaren beschikken over een hbo- of wo-bachelor. Slechts enkele respondenten rapporteerden een lager opleidingsniveau.

Op welke beleidsterreinen vond u het kabinet-Schoof het meest zichtbaar of actief?

Beperkte stabiliteit Een van de meest opvallende uitkomsten is de opvallende eensgezindheid over het gebrek aan stabiliteit dat het kabinet-Schoof wist te brengen. Negen op de tien respondenten vinden dat het kabinet er niet in slaagde rust en continuïteit te realiseren. Slechts een heel klein deel ziet (gedeeltelijk) succes. Ook de vraag of het kabinet voldoende ruimte had om beleid te voeren, wordt kritisch beantwoord. Slechts 36 procent vindt dat er volledig of grotendeels ruimte was om beleid te maken. Een aanzienlijk deel (41 procent) vindt dat die ruimte nauwelijks of zelfs helemaal niet bestond. Een op de vijf respondenten schetst een gemengd beeld. Gevraagd naar het meest zichtbare beleidsterrein van het kabinet-Schoof, noemt 63 procent migratie als het thema dat het sterkst naar voren kwam. Daarna volgt de brede categorie ‘anders’ (23 procent), waarin uiteenlopende onderwerpen samenkomen. Ook veiligheid (15 procent) en woningbouw (14 procent) worden relatief vaak genoemd. Een groep van 12 procent kon geen dominant terrein aanwijzen.

Overwegend negatief oordeel Wanneer ambtenaren wordt gevraagd het functioneren van het kabinet te beoordelen, overheerst een sterk kritische toon. Slechts 4 procent beoordeelt het optreden als goed; niemand noemt het zeer goed. De overgrote meerderheid – 83 procent – vindt dat het kabinet slecht of zeer slecht functioneerde. 12 Procent blijft neutraal. Ook de omgang van het kabinet met fundamentele vrijheden, zoals persvrijheid en rechterlijke onafhankelijkheid, wordt negatief gewaardeerd. Een kleine minderheid beoordeelt dit positief (4 procent goed, 15 procent redelijk goed), maar het grootste deel is kritisch: 29 procent vindt dat het kabinet slecht met deze vrijheden omging, 20 procent zelfs zeer slecht. Ongeveer 28 procent blijft neutraal.

Wat verwacht u van de politiek na de verkiezingen?

Sterk dalend vertrouwen Het gebrek aan stabiliteit en rechtsstatelijkheid heeft ook gevolgen gehad voor het politieke vertrouwen van ambtenaren. Voor 46 procent is dat vertrouwen afgenomen; voor 36 procent zelfs sterk. Slechts 1 procent meldt een toename. De rest blijft neutraal. Ook de werkrelatie tussen politiek en ambtenarij is volgens ambtenaren verslechterd. Een grote groep (42 procent) ervaart een verslechtering, terwijl 20 procent spreekt van een sterke verslechtering. Ruim een vijfde merkt geen verandering en 13 procent weet het niet. Slechts 2 procent ervaart een verbetering. In hun dagelijks werk merkte een meerderheid van de ambtenaren weinig directe invloed van de koers van het kabinet-Schoof: 54 procent zegt dat die invloed gering was. Toch ervaart een substantiële groep (39 procent) een negatieve invloed op het werk. Een kleine minderheid (3 procent) noemt een positieve invloed, en 4 procent weet het niet. Dat levert een beeld op waarin het kabinet niet overal voelbaar was, maar waar politieke toon en bestuurlijke koers wel degelijk impact hadden.

Welke thema’s zou het nieuwe kabinet onmiddellijk prioriteit moeten geven?

Urgentiebesef voor de toekomst De prioriteiten die ambtenaren zien voor een nieuw kabinet zijn duidelijk. Woning­bouw staat met afstand op nummer één: 73 procent noemt dit thema urgent. Daarna volgen duurzaamheid (46 procent), het verbeteren van de bestuurs­cultuur (38 procent) en veiligheid (36 procent). Migratie wordt door een derde genoemd als thema. Kijkend naar de politieke toekomst zijn ambtenaren overwegend hoopvol. 62 Procent verwacht dat er meer stabiliteit zal terugkeren in het bestuur. Een derde voorziet ruimte voor nieuwe beleidsinitiatieven. Een kleinere groep verwacht juist onzekerheid of denkt dat er weinig zal veranderen. Als het gaat om de partijen die volgens ambtenaren zouden moeten deelnemen aan een nieuw kabinet, vormen D66 (84 procent) en het CDA (80 procent) de koplopers. Ook GroenLinks-PvdA (66 procent) en de VVD (49 procent) worden veelvuldig genoemd. Kleinere maar nog substantiële groepen noemen JA21, Volt, de Partij voor de Dieren of de ChristenUnie. Onderaan bungelen FVD en de SGP, beide met 3 procent. Deze uitkomst kan wellicht deels worden verklaar met het stemgedrag van de deelnemende ambtenaren. Uit de raadpleging blijkt dat GroenLinks-PvdA veruit de populairste partij is onder ambtenaren (29 procent), gevolgd door D66 (23 procent) en de VVD en het CDA (beide 9 procent). Kleinere partijen blijven duidelijk achter: populistische of radicaal-rechtse partijen scoren nauwelijks boven de 1 à 2 procent ◼

Deel dit artikel